Regeling vervallen per 26-06-2015

Regeling van de Minister van Algemene Zaken van de 14e augustus 2014, houdende beperkende maatregelen in verband met de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol

Geldend van 26-06-2015 t/m 25-06-2015

Intitulé

Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol

Artikel 1

In deze ministeriële regeling wordt onder Verordening 692/2014 verstaan: Verordening 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L 183), laatstelijk gewijzigd door Verordening 825/2014 van de Raad van de Europese Unie tot wijziging van Verordening 692/2014 van de Raad betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L 226).

Artikel 2

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, artikel 2 bis, artikel 2 ter, artikel 2 quater, eerste, derde en vierde lid en artikel 4 van Verordening 692/2014 waarvan de tekst is opgenomen in bijlage I bij deze ministeriële regeling.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2 quater, vijfde lid, artikel 2 quinquies of artikel 3 van Verordening 692/2014 van toepassing is.

Artikel 3

De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2 quater, vijfde lid, artikel 2 quinquies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening 692/2014 is: de Minister van Algemene Zaken in overeenstemming met de betrokken minister of ministers.

Artikel 4

Ingevolge artikel 5 van Verordening 692/2014 wordt aan artikel 15, tweede lid, van de Sanctielandsverordening bij de uitvoering van deze regeling geen uitvoering gegeven.

Artikel 5

  • 1. Vorderingen als bedoeld in artikel 6 van Verordening 692/2014 worden niet toegewezen indien deze worden ingesteld door de in onderdelen van het eerste lid van dat artikel genoemde entiteiten, personen, of lichamen.

  • 2. In elke procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat een dergelijke vordering niet op grond van het eerste lid hoort te worden afgewezen door de eiser geleverd.

  • 3. Dit artikel geldt onverminderd het recht als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening 692/2014.

Artikel 6

  • 1. Indien de Bijlagen II en III bij Verordening 825/2014 in het vervolg worden gewijzigd, wordt deze ministeriële regeling geacht eveneens van toepassing te zijn op daaraan toegevoegde of verwijderde minerale rijkdommen, uitrustingen en technologieën.

  • 2. Wijzigingen als bedoeld in het eerste lid treden in werking op de eerste dag na uitgifte van het Afkondigingsblad, waarin het besluit tot bekendmaking van deze wijzigingen is geplaatst.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol.

Artikel 8

Deze regeling treedt, gezien het spoedeisend belang hiervan als bedoeld in artikel 127, derde lid, van de Staatsregeling, in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Afkondigingsblad waarin deze wordt geplaatst.

Bijlage I Verordeningen EU nrs. 692/2014 & 825/2014

Bijlage I

Toelichting AB 2014, no. 60

Toelichting AB 2014, no. 60