Besluit van de 30e oktober 2015 tot afkondiging van het Besluit van 8 september 2015 houdende het geven van een aanwijzing aan het bestuur van Sint Maarten tot het oplossen van de ontstane betalingsachterstanden, de compensatie van gerealiseerde tekorten op de gewone dienst in periode 2010-2014, het in de begroting 2015 en de meerjarenbegroting volledig opnemen van de zorg- en pensioenuitgaven en het nemen van maatregelen ten behoeve van een houdbaar pensioen- en sociale zekerheidsstelsel

Geldend van 07-11-2015 t/m heden

Intitulé

Besluit van de 30e oktober 2015 tot afkondiging van het Besluit van 8 september 2015 houdende het geven van een aanwijzing aan het bestuur van Sint Maarten tot het oplossen van de ontstane betalingsachterstanden, de compensatie van gerealiseerde tekorten op de gewone dienst in periode 2010-2014, het in de begroting 2015 en de meerjarenbegroting volledig opnemen van de zorg- en pensioenuitgaven en het nemen van maatregelen ten behoeve van een houdbaar pensioen- en sociale zekerheidsstelsel om nieuwe betalingsachterstanden te voorkomen

IN NAAM VAN DE KONING!

De Gouverneur van Sint Maarten,

Vanwege de Koning de last ontvangen hebbende tot afkondiging van het onderstaand besluit:

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Besluit van Raad van ministers van het Koninkrijk

houdende het geven van een aanwijzing aan het bestuur van Sint Maarten tot het oplossen van de ontstane betalingsachterstanden, de compensatie van gerealiseerde tekorten op de gewone dienst in periode 2010-2014, het in de begroting 2015 en de meerjarenbegroting volledig opnemen van de zorg- en pensioenuitgaven en het nemen van maatregelen ten behoeve van een houdbaar pensioen- en sociale zekerheidsstelsel om nieuwe betalingsachterstanden te voorkomen.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties van 4 september 2015, nr. 2015-0000466472,

in overeenstemming met de conclusie van de raad van ministers van

het Koninkrijk van 4 september 2015;

Overwegingen

Overwegende dat:

  • -

    In de Slotverklaring van 2 november 2006 van het bestuurlijk overleg van Nederland, het land Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten in het kader van het staatkundige vernieuwingsproces is afgesproken dat Nederland de verplichting op zich neemt om een belangrijk deel van de schulden over te nemen.

  • -

    In de Slotverklaring is gesteld dat voor een gezonde financiële startpositie het van belang is dat de financiële huishouding op orde moet komen en blijven en dat ter voorkoming van nieuwe financiële problemen, gezamenlijk afspraken moeten worden gemaakt over een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe schuldopbouw.

  • -

    Dit heeft geresulteerd in een op consensus gebaseerde vorm van financieel toezicht, vastgelegd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft).

  • -

    Er bij Sint Maarten circa vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet sprake is van een begroting en meerjarenraming die niet sluitend zijn en toenemende tekorten laten zien:

    • 1.

      Er zijn omvangrijke betalingsachterstanden (tenminste ANG 189 miljoen) aan met name de zorgfondsen en de oudedagsvoorzieningen;

    • 2.

      De financiële tekorten uit de periode 2010-2014 van circa ANG 60 miljoen[1] zijn niet conform de Rft gecompenseerd;

    • 3.

      Verplichtingen ten behoeve van de gezondheidszorg en de oudedagsvoorzieningen zijn niet volledig in de begroting opgenomen, en vormen daarnaast als geheel uiteindelijk een steeds groter deel van de begroting van Sint Maarten.. Hierdoor komt de houdbaarheid van de begroting in het geding, tenzij structurele maatregelen worden genomen.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten bij brief aan Sint Maarten van 16 februari 2015 op grond van artikel 12, tweede lid, van de Rft advies heeft uitgebracht over de vastgestelde begroting 2015 aan Sint Maarten. Daarin komt het Cft tot de conclusie dat de vastgestelde begroting niet voldoet aan de normen van de Rijkswet. Het betrof bevindingen met betrekking tot:

    • 1.

      De hoogte van het ontvangstenkader van ANG 445 miljoen;

    • 2.

      Het compenseren van tekorten uit 2010-2014 in de begroting 2015;

    • 3.

      Het oplossen van de betalingsachterstanden bij vooral Sociale ziektekostenverzekering (SZV) en Algemeen Pensioenfonds Sint Maarten (APS)

  • -

    Het bestuur en de Staten van Sint Maarten op 16 maart 2015 conform artikel 12, lid 5 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten is bericht dat de begroting nog altijd niet voldoet aan de normen van de Rijkswet. Naar aanleiding daarvan hebben het Cft en het bestuur van Sint Maarten bestuurlijke afspraken gemaakt om de begroting 2015 uiterlijk eind mei 2015 in overeenstemming te brengen met de normen uit de Rft.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten bij brief van 31 maart 2015 op grond van artikel 13, eerste lid, van de Rft de raad van ministers van het Koninkrijk heeft bericht, dat de begroting nog niet voldeed aan de normen van de Rft, maar dat, gebaseerd op de gemaakte afspraken met Sint Maarten, op dat moment vertrouwen bestond dat het ontvangstenkader realistisch was en er daadwerkelijk werd toegewerkt naar een oplossing van de betalingsachterstanden.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten bij brief van 4 juni 2015 aan Sint Maarten op basis van artikel 17 jo 12, derde lid Rft, heeft geconstateerd dat er nog geen oplossing was gevonden voor de betalingsachterstanden, en dat daarnaast de begroting 2015 en meerjarenramingen niet volledig zijn, de gerealiseerde tekorten uit de periode 2010-2014 nog niet zijn gecompenseerd, en de uitgaven ten behoeve van het zorgstelsel en de oudedagsvoorzieningen op middellange termijn een zwaar beslag op de begroting van Sint Maarten zullen leggen wanneer geen structurele maatregelen worden genomen.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten in zijn brief van 25 juni 2015 aan Sint maarten concludeert dat de eind februari 2015 met het bestuur van Sint Maarten gemaakte afspraken in onvoldoende mate zijn nagekomen. Tevens concludeert zij dat de afgelopen jaren onvoldoende prioriteit en capaciteit is toegekend aan oplossing van de betalingsachterstanden en de meerjarige begrotingsproblematiek door Sint Maarten, en dat verder uitstel niet langer mogelijk is.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten alle wettelijke instrumenten die hem ingevolge de Rijkswet financieel toezicht ten dienste staan heeft benut.

  • -

    Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten bij brief van 3 juli 2015 de raad van ministers van het Koninkrijk heeft geadviseerd tot het geven van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Rft;

  • -

    De raad van ministers van het Koninkrijk heeft moeten concluderen dat Sint Maarten in gebreke blijft en de begroting 2015 en meerjarenramingen niet voldoen aan de normen zoals gesteld in artikel 15 Rft.

  • -

    De raad van ministers van het Koninkrijk op 10 juli 2015 het advies van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten heeft overgenomen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft gemachtigd om het ontwerpbesluit, houdende de aanwijzing aan Sint Maarten, voor te bereiden en het bestuur van Sint Maarten in de gelegenheid te stellen daarover zijn visie te geven conform artikel 13, vijfde lid, van de Rft;

  • -

    de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het bestuur van Sint Maarten per brief van 10 juli 2015 en onder toevoeging van het ontwerpbesluit, houdende de aanwijzing aan Sint Maarten, in de gelegenheid heeft gesteld tot het geven van zijn visie, bedoeld in artikel 13, vijfde lid, van de Rft;

  • -

    Het bestuur van Sint Maarten bij brief van 3 augustus 2015 zijn visie heeft gegeven;

  • -

    De raad van ministers van het Koninkrijk heeft vastgesteld dat het bestuur van Sint Maarten de inhoud van deze aanwijzing niet heeft weerlegd;

Besluit

Gelet op artikel 13, zesde lid, artikel 16, twaalfde lid, artikel 17 en artikel 18 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten;

Gehoord de visie van het bestuur van Sint Maarten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

[1] Dit is de huidige stand volgens berekeningen van Sint Maarten zelf.

Het bestuur van Sint Maarten een aanwijzing te geven tot:

  • 1.

    Het compenseren van de tekorten op de gewone dienst uit de periode 2010 tot en met 2014. Deze bedragen op basis van voorlopige cijfers van Sint Maarten circa ANG 60 mln. De compensatie dient aan te vangen in 2015 en uiterlijk in 2018 te zijn gerealiseerd. De compensatie dient zijn weerslag te krijgen in een begrotingswijziging welke voor 1 november 2015 moet zijn vastgesteld.

  • 2.

    Het in de begroting 2015 en de meerjarenbegroting volledig opnemen van de zorg- en pensioenuitgaven, om een verdere toename van de achterstanden te voorkomen. De verwerking dient eveneens zijn weerslag te krijgen in een begrotingswijziging, welke voor 1 november 2015 dient te zijn vastgesteld. Daarnaast dienen voor 1 november de reeds door de regering van Sint Maarten genomen besluiten ten aanzien van het verhogen van de AOV-leeftijd en hervormingen van het zorgstelsel en de oudedagsvoorzieningen in uitvoering te zijn genomen.

  • 3.

    Het definitief oplossen van de bestaande betalingsachterstanden. Daartoe dient Sint Maarten voor 1 november 2015 besluitvorming genomen te hebben over de te nemen maatregelen en deze middels een vastgestelde begrotingswijziging vast te hebben gelegd. De bestaande achterstanden moeten in de periode 2015-2018 zijn weggewerkt.

  • 4.

    Het nemen van maatregelen voor het einde van 2016 om het zorgstelsel en de oudedagsvoorzieningen structureel betaalbaar te houden.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Ondertekening

De achtste september 2015
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dr. R.H.A. Plasterk
Heeft opneming daarvan in het Afkondigingsblad bevolen.
Gedaan te Philipsburg,
De Gouverneur van Sint Maarten
E.B. Holiday

Nota van toelichting

Toelichting