Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van Sint Maarten houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de onderdelen B0 en Ea van artikel 2.6 van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen (invoering beroep in cassatie in belastingzaken in de Caribische delen van het Koninkrijk)

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van 4 augustus 2016 tot afkondiging van het Besluit van 21 juni 2016 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de onderdelen B0 en Ea van artikel 2.6 van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen (invoering beroep in cassatie in belastingzaken in de Caribische delen van het Koninkrijk)

IN NAAM VAN DE KONING!

De Gouverneur van Sint Maarten,

Vanwege de Koning de last ontvangen hebbende tot afkondiging van het onderstaand besluit:

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, directie Wetgeving en Juridische Zaken van 16 juni 2016, nr. 769884;

Gelet op artikel 8.3 van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De onderdelen B0 en Ea van artikel 2.6 van de Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen treden in werking met ingang van 1 juli 2016.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

Ondertekening

Wassenaar 21 juni 2016
Willem-Alexander
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
Heeft opneming daarvan in het Afkondigingsblad bevolen.
Gedaan te Philipsburg, juli 2016
De Gouverneur van Sint Maarten
E.B. Holiday
Uitgegeven de juli 2016
De Minister van Algemene Zaken
Namens deze, Hoofd Afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

NOTA VAN TOELICHTING

De onderdelen B0 en Ea van artikel 2.6 van de in 2010 tot stand gebrachte Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de nieuwe landen (Raron) voorzien in de invoeging van de artikelen 1a en 15a in de Rijkswet cassatierechtspraak voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Die artikelen, die in het aan de Raron ten grondslag liggende voorstel van rijkswet zijn opgenomen via het amendement-Bikker (Kamerstukken II 32 186 (R1901), nr. 18), maken beroep in cassatie bij de Hoge Raad mogelijk tegen uitspraken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in belastingzaken in de Caribische delen van het Koninkrijk.

Om de genoemde onderdelen in werking te kunnen laten treden, moest eerst in de Caribische delen van het Koninkrijk de mogelijkheid van hoger beroep in belastingzaken tot stand worden gebracht. Die operatie is inmiddels voltooid. In Aruba is hoger beroep in belastingzaken mogelijk sinds 1 januari 2015 (AB 2014, no. 75), in Bonaire, Sint Eustatius en Saba sinds 30 juni 2015 (Stb. 2011, 640 en Stb. 2015, 143), in Curaçao sinds 1 januari 2016 (PB 2015, no. 80 en no. 86) en in Sint Maarten sinds 30 april 2016 (AB 2016, no. 14 en no. 15).

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur