Landsbesluit van de Regering van Sint Maarten houdende regels omtrent dienst- en werktijden van brandweerpersoneel Dienst- en Werktijdenregeling Brandweer St. Maarten

Geldend van 03-03-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 10-10-2010

Intitulé

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 38, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht en artikel 8, onder f, van de Organisatie en Beheersverordening Brandweer

Algemeen

Artikel 1

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister : de Minister van Algemene Zaken;

  • b.

    de commandant : de commandant van de Brandweer;

  • c.

    ambtenaar : degene die in een brandweerrang is aangesteld;

  • d.

    feestdag : hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 38, vierde lid van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht en iedere dag, die daarboven door het Land wordt vastgesteld als dusdanig;

  • e.

    inkomen : de jaarlijkse bezoldiging, vermeerderd met Bovenwindentoelage en eventuele kindertoelagen. Persoonlijke toelagen en andere aan de betrekking van de ambtenaar verbonden toelagen, welke op grond van een organieke regeling van de bezoldiging of ingevolge artikel 25 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht worden genoten, continuïteitstoelagen en vergoeding van onkosten zijn daarbij niet inbegrepen;

  • f.

    diensturen : de som van de actieve uren, passieve uren en wachturen te bed;

  • g.

    actieve uren : uren waarop de brandweerman of –vrouw gehouden is werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de dienst, Deze uren hebben een waarderingsfactor van 100%;

  • h.

    passieve uren : uren waarop de brandweerman of –vrouw zich kan ontspannen doch waarop hij of zij op de werkplaats beschikbaar blijft ten behoeve van de uitrukdienst. Deze uren hebben een waarderingsfactor van 50%;

  • i.

    wachturen te bed : uren waarop de brandweerman of –vrouw bedrust kan houden doch waarop hij of zij op de werkplaats beschikbaar blijft ten behoeve van de uitrukdienst. Deze uren hebben een waarderingsfactor van 25%;

  • j.

    overwerk : arbeid door een ambtenaar verricht buiten de voor hem of haar bij dienstrooster voorgeschreven diensturen;

  • k.

    werkzaamheden : activiteiten die voortvloeien uit de door de ambtenaar vervulde functie, alsmede andere activiteiten die om redenen van de dienst dan wel in het algemeen belang noodzakelijk zijn;

  • l.

    rooster : de staat waarop voor de werknemers geldende werktijden zijn aangegeven;

  • m.

    wachtdienst : de uren gedurende welke de ambtenaar op de werkplek beschikbaar is om in voorkomende gevallen arbeid te verrichten;

  • n.

    vierentwintiguursdienst : een dienst waarbij de ambtenaar gedurende acht uur arbeid verricht, en de overige zestien uur op de werkplek beschikbaar is om in voorkomende gevallen arbeid te verrichten.

Werkingssfeer

Artikel 2

Deze dienst- en werktijdenregeling geldt voor de ambtenaren, aangesteld bij landsbesluit in een brandweerrang bij de Brandweer.

Artikel 3

  • 1. Bij de regeling van de werktijd wordt in acht genomen dat deze werktijd niet overmatig zij en behoorlijk door rusttijd wordt onderbroken. Tussen twee aan een ambtenaar op te dragen vierentwintiguursdiensten dient een onderbreking van ten minste 12 aaneengesloten uren in acht te worden gehouden.

  • 2. Bij de regeling van de werktijd en bij haar toepassing wordt voorts ten aanzien van iedere ambtenaar zoveel mogelijk gezorgd dat hij of zij op zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk kan bezoeken hij in zijn zondagsrust zo weinig mogelijk wordt beperkt. Bij die regeling wordt ernaar gestreefd dat op ten minste 26 zondagen per jaar geen dienst zal worden verricht.

Dienstrooster

Artikel 4

  • 1. Voor elke afdeling of onderafdeling wordt voor de daarbij ingedeelde ambtenaren de te verrichten diensten bij dienstrooster voorgeschreven door de commandant.

  • 2. De commandant kan de in het vorige lid bedoelde taak opdragen aan de ambtenaar die met de dagelijkse leiding van die afdeling is belast, opdragen.

  • 3. De ambtenaar dient te allen tijde middels de daartoe bestaande middelen kennis te kunnen nemen van het voor hem geldende dienstrooster.

  • 4. Het opstellen van het dienstrooster geschiedt in beginsel op een zodanig tijdstip dat de ambtenaar van een door hem op een bepaalde datum te verrichten dienst ten minste twee weken van tevoren kan kennisnemen.

  • 5. Wijziging van een voor de ambtenaar geldend dienstrooster kan, behoudens het bepaalde in artikelen 8, 9 en 12 slechts geschieden op verzoek van de ambtenaar of om dringende redenen van dienstbelang waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de ambtenaar. Een wijziging uit dienstbelang dient behoudens in bijzondere omstandigheden uiterlijk vierentwintig uur vóór de aanvang van de te verrichten dienst ter kennis van de ambtenaar te zijn gebracht.

  • 6. Het dienstrooster wordt door de commandant of door de ambtenaar aan wie de commandant deze taak heeft opgedragen, telkenmale vastgesteld voor een periode van een maand. Het rooster wordt gedurende ten minste vijf jaar bewaard.

Dienst- en werktijden

Artikel 5

De uren waarop de ambtenaar niet in vierentwintiguursdienst werkzaam is, wordt conform het volgende werkrooster ingedeeld: op werkdagen van maandag tot en met vrijdag waarbij de dienst aanvangt tussen 07.00 en 09.00 uur ’s ochtends en de dienst eindigt tussen 16.00 en 18.00 uur ’s avonds, waarbij men een pauze kan nemen van maximaal één uur tussen 12:00 en 14:00 uur ’s middags. Tussen 08.00 en 18.00 uur moet ten minste 8 uur gewerkt worden. De commandant kan, na overleg met de betrokken ambtenaar, andere werkuren voorschrijven indien het dienstbelang dit noodzakelijk maakt en het gevallen betreft die zich regelmatig voordoen.

Artikel 6

  • 1. De regeling van de werktijden voor de ambtenaar, in vierentwintiguursdienst werkzaam, kan verschillend zijn voor iedere afdeling of onderafdeling.

  • 2. De werktijden van het personeel in vierentwintiguursdienst worden dusdanig geregeld dat per week niet meer dan gemiddeld 56 uur wordt voorgeschreven.

  • 3. Het vierentwintiguursdienstrooster bestaat in de regel uit diensten van vierentwintig uren aaneengesloten en wordt in de regel aansluitend gevolgd door twee rustdagen zijnde van 07.00 tot 07.00 uur daaropvolgend.

  • 4. Een vierentwintiguursdienst vangt in de regel aan om 07.00 en eindigt om 07.00 de dag daar opvolgend. Een dienst bestaat in de regel uit 8 actieve uren, 8 passieve uren en 8 wacht uren te bed.

  • 5. De in de voorgaande leden bedoelde uren van de vierentwintiguursdiensten zijn aaneengesloten en worden nadat vijf actieve uren zijn verricht door een pauze onderbroken waarbij de ambtenaar in de gelegenheid wordt gesteld naar behoren zijn maaltijd te nuttigen, als de omstandigheden voortvloeiende uit repressief optreden dit toelaten. De pauzes worden aangemerkt als passieve wacht uren.

Rustdagen

Artikel 7

  • 1. Aan de ambtenaar, die niet in vierentwintiguursdienst werkzaam is, wordt in beginsel op zaterdagen, zondagen en op feestdagen een rustdag toegekend.

  • 2. Indien voor de ambtenaar, genoemd in het eerste lid, het dienstbelang zich verzet tegen toekenning van een rustdag, dan mag deze worden verschoven. In de regel zal het voornemen daartoe ten minste tweemaal vierentwintig uur vóór de aanvang daarvan aan de ambtenaar bekend worden gemaakt. In dit geval wordt de rustdag zo spoedig mogelijk daarna aan de ambtenaar toegekend, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de ambtenaar.

Artikel 8

Een rustdag voor een ambtenaar in vierentwintiguursdienst is een roostervrije dag van 24 aaneengesloten uren, aanvangend om 07.00 uur ’s ochtends.

Artikel 9

  • 1. Aan de ambtenaar in vierentwintiguursdienst wordt jaarlijks een totaal van 12 roostervrije dagen toegekend. Deze dagen worden zoveel mogelijk over dat kalenderjaar verdeeld. De extra rustdagen worden op de dienstroosters ingebracht.

  • 2. Voor de ambtenaar die niet het gehele jaar dienst heeft verricht, wegens onder meer vrijstelling van dienst wegens ziekte, worden de in het eerste lid bedoelde rustdagen verminderd met een gelijk aantal extra rustdagen die aan deze ambtenaar zouden worden toegekend indien hij in voornoemde periode dienst had verricht.

Artikel 10

  • 1. Op de ambtenaar die overgaat naar een afdeling of onderafdeling waar hij in vierentwintiguursdienst werkzaam zal zijn, wordt vanaf de dag der overplaatsing een tegoed aan extra rustdagen toegekend gelijk aan het aantal dat in dat jaar nog komende feestdagen waarbij rekening wordt gehouden met het bepaalde in artikel 9, tweede lid.

  • 2. Op de ambtenaar die in de loop van een kalenderjaar overgaat naar een onderdeel waar hij niet in vierentwintiguursdienst werkzaam zal zijn, is vanaf de dag van de overgang het bepaalde in artikel 6 van toepassing.

  • 3. Aan de ambtenaar die aan het begin van het kalenderjaar niet werkzaam is, wordt na aanvang van zijn werkzaamheden een tegoed aan extra rustdagen toegekend, verminderd met de in dat jaar reeds verschenen feestdagen.

  • 4. Aan de ambtenaar die in het lopende kalenderjaar geen tegoed meer heeft aan extra rustdagen wordt, ingeval op hem artikel 9, tweede lid, inzake vermindering aan tegoed aan extra rustdagen van toepassing is, niet op andere wijze rustdagen in mindering gebracht.

Wijziging dienstrooster

Artikel 11

  • 1. Voor een ambtenaar werkzaam in vierentwintiguursdienst die overgaat naar een afdeling of onderafdeling daarvan waar hij niet in vierentwintiguursdienst werkzaam is, dient deze overplaatsing op een roosterdag te geschieden en wel gedurende de week van maandag tot en met vrijdag.

  • 2. Voor een ambtenaar werkzaam in vierentwintiguursdienst die overgaat naar een afdeling of onderafdeling daarvan waar hij niet in vierentwintiguursdienst werkzaam is, dient vierentwintig uur rusttijd te hebben tussen de laatste vierentwintiguursdienst in het vierentwintiguursrooster en de eerste dienst niet in vierentwintiguursdienst zijnde.

  • 3. Voor de ambtenaar die ingevolge artikel 5 niet in vierentwintiguursdienst werkzaam is en op één van de weekdagen van maandag tot en met vrijdag tijdelijk in de vierentwintiguursdienst voor één vierentwintiguursdienst wordt ingedeeld dient aansluitend op de te verrichten vierentwintiguursdienst een aaneengesloten vierentwintig uur vrij van dienst te worden gesteld waarna hij zijn normale werkrooster hervat. Aan de ambtenaar die op een vrijdag voor een vierentwintiguursdienst wordt ingedeeld dient een extra verlofdag bestaande uit 8 uren te worden toegekend. Bij een tijdelijke indeling in de vierentwintiguursdienst voor een vierentwintiguursdienst op een zaterdag, zondag of een feestdag komt de ambtenaar in aanmerking voor overwerk voor de uren dat hij dienst verricht.

Paragraaf 7 Overwerk

Artikel 12

  • 1. De minister kan de commandant machtigen de ambtenaar overwerk te doen verrichten.

  • 2. De commandant zal er op toezien dat overwerk slechts bij uitzondering en alleen in die gevallen wordt opgedragen, waarin de belangen van de dienst zulks onvermijdelijk maken.

  • 3. Van verricht overwerk wordt telkenmale aantekening gehouden op het dienstrooster alsmede op een daartoe bestemd formulier. Het formulier moet worden ondertekend door de ambtenaar die het overwerk verrichtte en door de ambtenaar die de opdracht tot het verrichten van het overwerk gaf.

  • 4. Indien het dienstbelang het onvermijdelijk maakt, dat aan een ambtenaar werk wordt opgedragen buiten de vastgestelde werktijden, wordt hem op de in het vijfde lid van dit artikel bepaalde voet door de minister een beloning toegekend, met dien verstande dat arbeid, welke gedurende korter dan 15 minuten aansluitende aan de normale werktijd wordt verricht, niet als overwerk wordt aangemerkt.

  • 5. Voor de overwerkuren bedoeld in het vorige lid ontvangt de ambtenaar niet in vierentwintiguursdienst in de maand volgende op die waarin dit overwerk werd verricht een beloning in geld van:

    • -

      anderhalf maal de duur van het overwerk;

    • -

      tweemaal de duur van het overwerk indien het betreft overuren op een rust-, zon- of feestdag, of de dag van vrijstelling van dienst. Voor het personeel in vierentwintiguursdienst worden de overwerkuren vergoed naar reden tweemaal de duur van het overwerk indien het betreft overuren op een rustdag.

  • 6. Het uurloon van de ambtenaar is vastgesteld op het maandelijks basissalaris inclusief bovenwindse toelage gedeeld door 173.3. Voor de berekening van het overwerk in vierentwintiguursdienst worden de gewerkte uren in vierentwintiguursdienst vergoed waarbij actieve uren voor 100% tellen, passieve uren voor 50% en wacht uren te bed voor 25%.

  • 7. De ambtenaar ontvangt voor dienst verricht ingevolge het voor hem geldende dienstrooster op een feestdag voor elk uur dat hij volgens het dienstrooster heeft gewerkt, naast zijn inkomen een toelage gelijk aan honderd procent van zijn uurloon, met inachtname van de urenwaarderingsfactoren, bedoeld in artikel 1, onderdelen i, j en k.

  • 8. Geen beloning van overwerk, geen toelage als bedoeld in het zevende lid van dit artikel en geen vergoeding als bedoeld in artikel 16 worden genoten door de ambtenaar in de rang van Adjunct Hoofdbrandmeester 1ste klasse en hoger, noch door de met het ambt van Adjunct Hoofdbrandmeester 1ste klasse of hoger belaste ambtenaar, die daarvoor een toelage ontvangt. Aan deze ambtenaar kan voor overwerk een tijdelijke vergoeding of een gratificatie worden toegekend, vastgesteld door de minister. Een en ander conform artikel 26 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht.

Inhouding

Artikel 13

Op de ambtenaar die in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn dienst te verrichten, dan wel anderszins verzuim pleegt, waardoor hij geen dienst heeft verricht volgens zijn geldende dienstrooster, zal inhouding op zijn bezoldiging worden gepleegd naar reden van zijn uurloon zoals vastgesteld in artikel 12, zesde lid, voor de duur van het verzuim, een en ander conform de Landsverordening materieel ambtenarenrecht.

Pikettoelage

Artikel 14

  • 1. De ambtenaar op wie de verplichting rust bij de voor hem geldende werktijden ter beschikking te zijn ten behoeve van de brandweerdienst, heeft aanspraak op een vergoeding. De terbeschikkingstelling wordt aangeduid met piket.

  • 2. In beginsel wordt het ter beschikking zijn vergoed door toekenning door de commandant in vrije tijd, mits deze vrije tijd kan worden genoten in de maand waarin de ambtenaar piket had of in de daaropvolgende maand.

  • 3. Indien de in het tweede lid genoemde piket uren vanwege het dienstbelang niet in vrije tijd kunnen worden vergoed, wordt een vergoeding in geld toegekend. De vergoeding in geld bedraagt 16% van het uurloon voor elk uur waarin de ambtenaar zich ter beschikking moest houden voor zover deze uren vallen op een zon- of feestdag en 10% van dat uurloon voor elk uur waarin hij zich ter beschikking moet houden indien deze uren vallen op andere dagen.

  • 4. De tijdens piketdienst gemaakte actieve uren komen in aanmerking voor overwerkvergoeding overeenkomstig artikel 12, vijfde lid. Voor deze actieve uren komt de aanspraak op piketvergoeding te vervallen.

  • 5. Op de ambtenaar die door de commandant is aangewezen piketdienst te verrichten, rust de verplichting om bij een gegeven alarm zich binnen vijftien minuten op de werkplaats te melden.

  • 6. De ambtenaar verricht zijn piketdienst met inachtneming van de door de commandant vastgestelde instructie.

  • 7. De ambtenaren in de functie van Commandant en Officier van Dienst verrichten bij toerbeurt het zogenaamde CVD-piket OVD-piket. Zij ontvangen hiervoor een vergoeding van 25% van de bezoldiging van betrokken ambtenaar.

  • 8. Artikel 16, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar die in aanmerking komt voor een pikettoelage.

Artikel 15

  • 1. In geval van buitengewone omstandigheden kan door de commandant aan de ambtenaren worden opgedragen dat zij zich gedurende een bepaalde tijd boven de voor hen vastgestelde werktijd ter beschikking van de brandweerdienst dienen te houden in hun woning dan wel in een dienstgebouw of een andere daartoe aangewezen plaats.

  • 2. Voor de in het eerste lid bedoelde tijd wordt een vergoeding toegekend conform van tweemaal de vergoeding, bedoeld in artikel 14, derde lid.

  • 3. Indien de ambtenaar in de bovenomschreven tijd actieve dienst moet verrichten dan wordt de tijd voor de duur van de actieve dienst voor overwerk in aanmerking genomen overeenkomstig het in artikel 12, vijfde lid, bepaalde voor dienst op een roostervrije dag. De vergoeding ingevolge het tweede lid komt voor deze tijd te vervallen.

Continudiensttoelage

Artikel 16

  • 1. Een ambtenaar wordt geacht in volcontinudienst werkzaam te zijn, indien hij ingevolge het voor hem geldende werkrooster regelmatig rouleert tussen dag-, avond-, en nachtdienst. Hij wordt geacht in halfcontinudienst werkzaam te zijn indien hij ingevolge het voor hem geldende werkrooster regelmatig rouleert tussen dag-, en avonddienst.

  • 2. De ambtenaar die niet in vol- dan wel halfcontinudienst werkzaam is wordt, ingeval hij tijdelijk in een werkrooster als bedoeld in het eerste lid wordt ingedeeld, voor de duur van die indeling geacht in vol-, dan wel halfcontinudienst continudienst werkzaam te zijn.

  • 3. De ambtenaar die ingevolge het voor hem geldende werkrooster in vol- dan wel halfcontinudienst werkzaam is, ontvangt een continudiensttoelage met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

  • 4. De continudiensttoelage bedraagt NAf 120,- per maand indien de ambtenaar in volcontinudienst werkzaam is. De continudiensttoelage bedraagt NAf 90,- per maand indien de ambtenaar in halfcontinudienst werkzaam is.

  • 5. De ambtenaar die werkzaam is in vol- dan wel halfcontinudienst krijgt jaarlijks het aantal vakantiedagen verleend, hetwelk is vastgesteld voor de categorie onmiddellijk volgend op die waartoe hij ingevolge de vakantie regeling ambtenaren toe behoort.

  • 6. De in het tweede lid bedoelde ambtenaar ontvangt voor de duur van de tijdelijke indeling de continudienstoelage en extra verlof als bedoeld in het vierde en vijfde lid naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in vol- dan wel halfcontinudienst werkzaam is geweest.

  • 7. De ambtenaar als bedoeld in het derde lid ontvangt geen continudiensttoelage gedurende de tijd dat:

    • a.

      hij langdurig verlof heeft ingevolge de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren;

    • b.

      hij vrijstelling van dienst heeft wegens ziekte voor zover deze ziekte langer duurt dan 30 dagen;

    • c.

      hij met studieopdracht is, voor zover deze opdracht langer duurt dan 30 dagen;

    • d.

      hij vrijstelling van dienst heeft wegens bijzondere omstandigheden zonder behoud van inkomen, geheel of gedeeltelijk;

    • e.

      hij in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn dienst te verrichten;

    • f.

      hem schorsing als disciplinaire straf wordt opgelegd.

24 uurstoelage

Artikel 17

  • 1. De ambtenaar die ingevolge artikel 6 in de vierentwintiguursdienst werkzaam is ontvangt per maand telkenmale een 24-uurstoelage. De 24-uurstoelage bedraagt 16 procent van het maandelijks inkomen van de ambtenaar. Het maximale bedrag waarover de toelage berekend wordt bedraagt het basissalaris van een senior medewerker repressie. Het personeel dat zich in een salaris schaal hoger dan deze functie bevindt ontvang een 24-uurstoelage gelijk aan dat van het maximum van een senior medewerker repressie.

  • 2. De 24-uurstoelage is herleid aan de hand van de dienst- en werktijden als bedoeld in artikel 5. Ingevolge artikel 1, onderdelen i,j en k, zijn aan de onderscheidene type diensturen verschillende waarderingsfactoren verbonden.

  • 3. De ambtenaar, genoemd in het eerste lid, ontvangt geen 24-uurstoelage gedurende de tijd dat hij:

    • a.

      hij voor ten minste 30 aaneengesloten kalenderdagen geen vierentwintiguursdienst heeft verricht ongeacht wat de reden hiervoor was, tenzij het niet verrichten van de vierentwintiguursdienst het gevolg is van een bedrijfsongeval, een en ander conform de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren;

    • b.

      hij vrijstelling van dienst heeft wegens bijzondere omstandigheden zonder behoud van inkomen, geheel of gedeeltelijk;

    • c.

      hij in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn dienst te verrichten;

    • d.

      hem schorsing als disciplinaire straf wordt opgelegd.

  • 4. De ambtenaar die ingevolge artikel 5 niet in de vierentwintiguursdienst werkzaam is en tijdelijk wordt ingedeeld in vierentwintiguursdienst ontvangt naar evenredigheid van het aantal vierentwintiguursdiensten de toelage als bedoeld in het eerste lid.

Vakantie- en snipperdagen

Artikel 18

  • 1. Een vakantiedag voor het personeel in vierentwintiguursdienst is gelijk aan een periode van 12 aaneengesloten dienstvrije uren, zijnde 07.00 uur tot 19.00 uur of van 19.00 uur tot 07.00 uur.

  • 2. De ambtenaar die werkzaam is in vierentwintiguursdienst krijgt jaarlijks het aantal vakantiedagen verleend, hetwelk is vastgesteld voor de categorie onmiddellijk volgend op die waartoe hij ingevolge de vakantie regeling ambtenaren toe behoort.

  • 3. Bij het verlenen van vakantie aan de ambtenaar in de vierentwintiguursdienst wordt voor elke vierentwintiguursdienst twee vakantiedagen afgeschreven van het tegoed aan vakantie van de ambtenaar met dien verstande dat één vakantiedag gelijk is aan het aantal uren die een werkdag in de zin van artikel 8 van de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren omvat.

  • 4. Aaneengesloten vakantie bestaat uit ten hoogste tweederde het aantal vakantiedagen waarop de ambtenaar per kalenderjaar aanspraak op heeft en dient ten minste 60 kalenderdagen voor de dag waarop de vakantie wordt verzocht, schriftelijk te worden aangevraagd.

  • 5. Het is voor zover de dienst dit toelaat, toegestaan een vierentwintiguursdienst te snipperen waarbij van het tegoed twee vakantiedagen worden afgeschreven. Een snipperdag dient ten minste 3x24 uur voor de dag waarop de snipperdag wordt verzocht, schriftelijk te worden aangevraagd.

  • 6. Vakantie en snipperdagen worden door of namens de commandant schriftelijk verleend, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de belangen van de ambtenaar.

Vrijstelling van dienst in verband met bijzondere omstandighedenambtenaar in vierentwintiguursdienst

Artikel 19

  • 1. Ter uitvoering van artikel 26, eerste lid, van de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren wordt voor de ambtenaar in vierentwintiguursdienst voor onderstaande gelegenheden vrijstelling van dienst verleend waarbij één werkdag zoals gesteld in de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren overeenkomt met een halve vierentwintiguursdienst. De vrijstelling van dienst wordt verleend indien de onderstaande gelegenheden plaatsvinden op de dag dat de betrokken ambtenaar zijn dienst zou aanvangen.

  • 2. Bij het aanvragen van vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden kan van dienstwege een bewijs van plaatsvinden van de gebeurtenis worden gevorderd.

Maaltijdvergoeding

Artikel 20

  • 1. Indien een ambtenaar ten minste 12 uren aaneengesloten dienst wordt opgedragen en de ambtenaar gedurende deze tijd geen gelegenheid krijgt een maaltijd thuis te gebruiken, wordt van dienstwege na 4 uren een maaltijd of maaltijdbon verstrekt.

  • 2. Indien een ambtenaar als gevolg van een brand of hulpverlening meer dan vier uren aaneengesloten is gehouden werkzaamheden te verrichten ter plaatse van het incident en hierbij niet in de gelegenheid is gesteld om op zijn post een maaltijd te kunnen nuttigen, wordt van dienstwege een maaltijd of maaltijd bon verstrekt.

  • 3. Indien de resterende diensttijd gelegen is tussen 00.00 uur en 12.00 uur wordt een broodmaaltijd tot een maximumbedrag van Naf 10,- er maaltijd verstrekt. Indien de resterende diensttijd is gelegen tussen 12.00 en 24.00 wordt een warme maaltijd tot een maximum bedrag van Naf 15,- per maaltijd verstrekt. Indien de resterende diensttijd ten minste 18 aaneengesloten uren bedraagt zonder dat de ambtenaar gelegenheid heeft gekregen op zijn post een maaltijd te gebruiken wordt zowel een brood als een warme maaltijd verstrekt tot genoemde maximum bedragen.

Administratieve bepalingen

Artikel 21

  • 1. Van verricht overwerk wordt telkenmale aantekening gehouden op het dienstrooster alsmede op een daartoe bestemd overwerkformulier. Het formulier moet worden ondertekend door de ambtenaar die het overwerk verrichtte en door de ambtenaar die de opdracht tot het verrichten van het overwerk gaf.

  • 2. Na afloop van elke kalendermaand worden bij de commandant of de door hem aangewezen functionaris op naam gestelde opgaven ingediend van de ambtenaren, die in aanmerking komen voor overwerk, vergoeding of toelagen als bedoeld in dit besluit, alsmede de inhoudingen.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde opgaven moeten uiterlijk op de derde dag na afloop van de maand, volgende op die waarop zij betrekking hebben, worden ingediend bij de commandant of de daartoe aangewezen functionaris.

  • 4. De opgaven dienen vergezeld te gaan van de dienstroosters over de desbetreffende maand, alsmede van het in het eerste lid vermelde overwerkformulier.

  • 5. Het model van de in dit artikel genoemde formulieren wordt door de commandant vastgesteld in overleg met de Afdeling Financiën.

Slotbepalingen

Artikel 22

De commandant kan nadere richtlijnen geven ter uitvoering van de bepalingen van dit landbesluit. Hij legt deze vooraf voor aan de minister.

Artikel 23

  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landbesluit vervallen alle besluiten welke op de materie van dit landsbesluit betrekking hebben.

  • 2. Behoudens het bepaalde in dit landsbesluit blijven de bepalingen van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht en de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren onverminderd van kracht voor de ambtenaar.

Artikel 24

  • 1. De landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden aangehaald als: Dienst- en Werktijdenregeling Brandweer St. Maarten.

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]