Landsbesluit van de Gouverneur van Sint Maarten houdende regels omtrent publieke gezondheid Landsbesluit publieke gezondheid

Geldend van 27-07-2018 t/m heden

Intitulé

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 4 augustus 2017 houdende vaststelling van nadere regels inzake de publieke gezondheid (Landsbesluit publieke gezondheid)

IN NAAM VAN DE KONING!

De Gouverneur van Sint Maarten,

In overweging genomen hebbende:

dat het noodzakelijk is nader uitwerking te geven aan diverse bepalingen van de Landsverordening publieke gezondheid, met name om nadere invulling te geven aan de infectieziektenbestrijding, en deze regels tegelijkertijd met de genoemde landsverordening in werking te laten treden;

Gelet op de artikelen 9, 23, derde lid, 37, vierde lid, 39, 40, vierde lid, 41, tweede lid, 47, vierde lid, en 53, derde lid, van de Landsverordening publieke gezondheid;

Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten:

Artikel 1

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt onder “landsverordening” verstaan: Landsverordening publieke gezondheid.

Artikel 2

De infectieziekten behorende tot groep C zijn: anthrax, bof, botulisme, brucellose, chikungunya, dengue, gele koorts, hantavirusinfectie, heamophilus influenza infectie, legionellose, leptospirose, listeriose, malaria, meningokokkenvirusziekte, MRSA-infectie, pneumokokkenziekte, psittacose, Q-koorts, tetanus, trichinose, West-Nijl-virusinfectie, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en zika.

Artikel 3

  • 1. De opneming ter isolatie in een zorginstelling, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de landsverordening, is voor het doel geschikt en afgestemd op de betrokken infectieziekte.

  • 2. De inrichting van de opneming ter isolatie wordt door de zorginstelling voorgelegd aan de Dienst ter instemming.

Artikel 4

  • 1. Goederen waarvan het voornemen bestaat deze op het grondgebied te brengen, voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      de goederen zijn vrij van besmetting en brengen ook anderszins geen risico voor de volksgezondheid met zich; en,

    • b.

      op de goederen rust geen verbod tot vervaardigen, invoeren, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, toepassen of bewerken, geldend in de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika of het land van oorsprong.

  • 2. De volgende categorieën goederen, waarvan het voornemen bestaat deze op het grondgebied te brengen ten behoeve van commercieel gebruik, worden aangemeld met gebruikmaking van het formulier in bijlage I bij dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, alvorens de goederen het land van herkomst verlaten:

    • a.

      goederen die bestemd zijn voor menselijke of dierlijke consumptie;

    • b.

      batterijen en accu’s;

    • c.

      verf en verfverwijderaars;

    • d.

      koelgassen voor koelkasten en airconditioners;

    • e.

      plafond- en dakmaterialen die mogelijk asbest bevatten;

    • f.

      sterke niet-huishoudelijke schoonmaakmiddelen en andere reinigingsvloeistoffen;

    • g.

      alle soorten plastic zakken bestemd voor consumenten; en,

    • h.

      pesticiden.

  • 3. De volgende categorieën goederen, indien bestemd voor commercieel gebruik, worden bij het op het grondgebied brengen vergezeld van een gezondheidscertificaat dat is afgegeven door de bevoegde gezondheidsautoriteit in het land van herkomst, waaruit blijkt dat er geen sprake is van besmetting van deze goederen:

    • a.

      zuivelproducten;

    • b.

      vis en visserijproducten;

    • c.

      pluimveevlees en pluimveevleesproducten;

    • d.

      vlees en vleesproducten; en,

    • e.

      babyvoeding.

Artikel 5

  • 1. Als haven in de zin van artikel 39 van de landsverordening is aangewezen: de haven van Philipsburg.

  • 2. Als luchtvaartterrein in de zin van artikel 39 van de landsverordening is aangewezen: de Princess Juliana International Airport.

  • 3. Een haven of luchtvaartterrein beschikt over de volgende voorzieningen:

    • a.

      een te allen tijde bereikbare crisisdienst die kan worden ingezet ter uitvoering van het plan voor noodsituaties, bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de landsverordening; en,

    • b.

      een van sanitaire voorzieningen voorziene ruimte waar aankomende reizigers, afgezonderd van andere reizigers, aan quarantaine of medische controle kunnen worden onderworpen.

Artikel 6

Het sein, bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de landsverordening bestaat uit:

  • a.

    een gele vlag op het voorsteven of de achtermast of, bij gebrek aan die vlag, de natievlag van het schip, gedurende de tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang; en,

  • b.

    twee lichten, zichtbaar over de gehele horizon, naast elkaar geplaatst met een onderlinge afstand van 1,8 meter, gedurende de tijd tussen zonsondergang en zonsopkomst.

Artikel 7

Ter verkrijging van een certificaat van sanitaire controle van schepen of een certificaat tot vrijstelling daarvan, worden de inspecties uitgevoerd conform bijlage II bij dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 8

  • 1. Het tarief van het onderzoek ter verkrijging van een certificaat tot vrijstelling van sanitaire controle van schepen of een certificaat van sanitaire controle van schepen als bedoeld in artikel 53, derde lid, van de landsverordening, bedraagt:

    • a.

      NAf 200 per uur, indien het onderzoek plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 20.00 uur;

    • b.

      NAf 300 per uur, indien het onderzoek plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag tussen 20.00 uur en 06.00 uur, alsmede op zaterdag;

    • c.

      NAf 400 per uur, indien het onderzoek plaatsvindt op zondag.

  • 2. De tijdsduur voor de berekening van het tarief van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt op volle uren vastgesteld en naar boven afgerond. Het aantal uren dat in rekening wordt gebracht, bedraagt niet meer dan:

    • a.

      4 uur bij schepen met minder dan 50 opvarenden, anders dan bemanningsleden;

    • b.

      8 uur bij schepen met 50–500 opvarenden, anders dan bemanningsleden;

    • c.

      12 uur bij schepen met 500 en meer opvarenden, anders dan bemanningsleden.

  • 3. Het tarief voor het verlengen van het certificaat, bedoeld in artikel 47, derde lid, van de landsverordening bedraagt NAf 200.

  • 4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden vermeerderd met voorrijkosten van NAf 50.

Artikel 9

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Landsbesluit publieke gezondheid.

Artikel 10

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Ondertekening

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt met de nota van toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst.
Gegeven te Philipsburg, vier augustus 2017
De Gouverneur van Sint Maarten
De achtste augustus 2017
De Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid
Uitgegeven de eenendertigste augustus 2017 De Minister van Algemene Zaken
Namens deze,

Bijlage I ex artikel 4 van het Landsbesluit publieke gezondheid

Bijlage I ex artikel 4 van het Landsbesluit publieke gezondheid

Bijlage II ex artikel 7 van het Landsbesluit publieke gezondheid

Bijlage II ex artikel 7 van het Landsbesluit publieke gezondheid

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, strekt tot nadere uitwerking van enkele bepalingen van de Landsverordening publieke gezondheid (hierna: de landsverordening). De landsverordening stelt regels omtrent de bestrijding van infectieziekten en de bestrijding en preventie van niet-overdraagbare ziekten. Hiertoe zijn in de landsverordening bepalingen opgenomen omtrent de regionale en internationale communicatie op dit gebied, omtrent het verkrijgen van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking evenals voorschriften omtrent kwetsbare groepen. Tevens behandelt de landsverordening in dit verband onder meer meldingsplichten met betrekking tot infectieziekten en vereisten waaraan havens en luchtvaartterreinen moeten voldoen.

De landsverordening schrijft voor dat diverse bepalingen nader worden uitgewerkt bij landsbesluit, houdende algemene regelingen. Daarnaast biedt de landsverordening de mogelijkheid om bepaalde voorschriften op deze wijze nader uit te werken. Met dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aan de genoemde noodzaak gevolg gegeven. Waar dat op dit moment wenselijk wordt geacht, wordt tevens gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot nadere uitwerking bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

De landsverordening is tot stand gebracht om de Internationale Gezondheidsregeling (Trb. 2007, 34; hierna: IGR) te implementeren. De IGR is op 23 mei 2005 door de Wereldgezondheidsvergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie aangenomen. Deze nieuwe internationale afspraken op het terrein van de infectieziektebestrijding noodzaken tot aanpassing van de nationale infectieziekten regelgeving. Daarbij is het nodig om drie landsverordeningen samen te voegen, namelijk de Landsverordening van 9 juni 1921, houdende bepalingen ter bestrijding van besmettelijke ziekten (AB 2013, GT no. 748), de Quarantaineverordening en de Gezondheidslandsverordening. Deze landsverordeningen worden ingetrokken met de inwerkingtreding van de Landsverordening publieke gezondheid en daardoor vervangen. Ook de op die landsverordeningen gebaseerde gedelegeerde wettelijke regelingen vervallen daarmee, namelijk:

  • -

     Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 11 december 1917, houdende aanwijzing van de plaatsen, waar het gezondheidsonderzoek wordt ingesteld en waar de quarantainemaatregelen worden toegepast (AB 2013, GT no. 201);

  • -

    Landsbesluit vogelgriep;

  • -

    Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 26 augustus 1936, ter uitvoering van artikel 15a van de Quarantaineverordening (AB 2013, GT no. 838);

  • -

    Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 11 december 1917, houdende voorschriften ten aanzien van de periodieke verdelging van ratten aan boord van schepen (AB 2013, GT no. 203);

  • -

    Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 11 december

    1917, houdende omschrijving van het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantaineverordening (AB 2013, GT no. 202);

  • -

    Ministeriële regeling van 20 februari 1918, tot vaststelling van de vorm van de gezondheidspas en van de verklaringen, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Quarantaineverordening (AB 2013, GT no. 253).

Diverse bepalingen uit de regelgeving die wordt ingetrokken, worden in aangepaste vorm geïntegreerd in dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

 

Advies Raad voor de Volksgezondheid

Op 9 november 2015 is de Raad voor de Volksgezondheid door de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid verzocht om advies uit te brengen over het ontwerp van landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Bij advies van 21 maart 2016 heeft de Raad te kennen gegeven zich te kunnen vinden in het ontwerp en geen opmerkingen te hebben ten aanzien van de inhoud ervan.

 

Financiële paragraaf

 

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen heeft geen financiële gevolgen die niet reeds voortvloeien uit de landsverordening.

 

Artikelsgewijs deel

 

Artikel 1

De definitiebepalingen zoals die gelden in de landsverordening, gelden ook ten aanzien van dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zo volgt uit artikel 1, aanhef, van de landsverordening.

 

Artikel 2

De ziekten die behoren bij groep C worden op grond van artikel 9 van de landsverordening aangewezen bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Doordat deze groep ziekten niet is opgenomen in de landsverordening zelf, wordt meer flexibiliteit verkregen bij de indeling van deze groep.

Ten aanzien van de personen die lijden aan een ziekte uit groep C kunnen geen dwingende maatregelen worden toegepast. Het is echter nodig om bij de melding van deze ziekten conform de landsverordening ook de persoonsgegevens te verstrekken om de inzet van vrijwillige, te adviseren maatregelen rond de patiënt of anderen in de gemeenschap mogelijk te maken.

Bij de keuze voor de opname van ziekten in groep C is een afweging gemaakt tussen het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken personen en het belang van de bescherming van de volksgezondheid. Met het oog op deze belangenafweging is er onder meer voor gekozen om een infectie met het humaan immunodeficiëntie virus (hiv) en seksueel overdraagbare aandoeningen (zoals chlamydia, syfillus en gonorroe) niet op te nemen in groep C. De meldingsplicht voor artsen, inclusief de verstrekking van persoonlijke gegevens, van deze ziekten zou een afschrikkende werking kunnen hebben en mogelijk geïnfecteerde personen kunnen weerhouden van het bezoeken van een arts. De rapportage van deze ziekten is echter wel degelijk van belang om inzicht te verkrijgen in de gezondheidssituatie van de bevolking en om te kunnen voldoen aan de rapportageverplichtingen van het Land die zijn opgelegd vanuit onder meer PAHO. Dit kan echter ook op anonieme wijze geschieden met als basis artikel 3, derde lid, van de landsverordening.

 

Artikel 3

Verplichte isolatie op grond van de landsverordening is enkel mogelijk indien vaststaat dat de betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A of B1, dan wel indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A, dan wel indien een geneeskundige aan de Dienst Collectieve Preventie heeft gemeld dat hij gegronde redenen heeft om te vermoeden dat de betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep B1 of B2, terwijl de betrokkene weigert om een onderzoek te ondergaan dat noodzakelijk is om de ziekte vast te stellen, waardoor een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kan ontstaan. Verplichte isolatie is in deze gevallen enkel toegestaan indien er ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat door verspreiding van die infectieziekte, terwijl dit gevaar niet op andere wijze effectief kan worden afgewend en de betrokkene niet vrijwillig tot opneming ter isolatie bereid is.

De infectieziekten uit de groepen A, B1 en B2 zijn de volgende:

groep A: Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV), pokken, polio, severe acute respiratory syndrome (SARS), virale hemorragische koorts;

groep B1: een humane infectie veroorzaakt door een dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabies, tuberculose;

groep B2: buiktyfus (typhoid fever), cholera, hepatitis A, B en C, kinkhoest, mazelen, paratyfus, rubella, shigellose, shiga toxine producerende escherichia (STEC)/enterohemorragische escherichia coli-infectie, invasieve groep A streptokokkeninfectie, voedselinfectie, voor zover vastgesteld bij twee of meer patiënten met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als een bron.

De isolatie zal moeten worden afgestemd op de infectieziekte waarmee de betrokkene besmet is. Zo zullen ten aanzien van infectieziekten die zich verspreiden via de lucht andere voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen dan ten aanzien van infectieziekten die zich op andere wijze verspreiden.

Vanwege het belang van de isolatie van personen die zijn besmet met een ziekte uit de vermelde groepen, is de eis opgenomen voor de betrokken zorginstelling om de opzet van de isolatie ter instemming voor te leggen aan de Dienst Collectieve Preventie. De Dienst zal daarbij beoordelen of de isolatie wordt ingericht overeenkomstig de richtlijnen van de onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie. Hierbij is niet gekozen voor het opzetten van een afzonderlijke formele instemmingsprocedure, die tijdrovend zou zijn en extra administratieve lasten met zich mee zou brengen. De betrokkenheid van de Dienst bij de voorbereiding van de beslissing tot opneming ter isolatie staat reeds vast op grond van de landsverordening. De Dienst zal in een dergelijk geval in overleg treden met de betrokken zorginstelling over de vereisten waaraan de inrichting van de isolatie moet voldoen en de zorginstelling moet daarbij instemming van de Dienst verkrijgen. Dit kan op verschillende manieren plaats vinden, zoals per e-mail, telefonisch of op locatie, afhankelijk van de betrokken infectieziekte en het belang van spoedig handelen.

De isolatie is voor het doel geschikt en afgestemd op de betrokken infectieziekte, indien deze voldoet aan waarborgen op het gebied van hygiëne, voorkoming van verspreiding van de infectieziekte en bescherming van zowel het verplegend personeel, overige patiënten, bezoekers als de ter isolatie opgenomen persoon.

 

Artikel 4

Met dit artikel wordt uitwerking gegeven aan artikel 37, vierde lid, van de landsverordening, door regels te stellen omtrent het op het grondgebied brengen van goederen. Indien niet wordt voldaan aan de in dit artikel gestelde regels, verbiedt de landsverordening het op het grondgebied brengen van desbetreffende goederen, vanuit het belang van de bescherming van de volksgezondheid.

 

Ten eerste worden er voorschriften gegeven waaraan alle goederen moeten voldoen, waarvan het voornemen bestaat deze op het grondgebied te brengen.

 

Ten tweede bestaat er een aanmeldingsplicht voor bepaalde categorieën goederen met een commerciële bestemming. Deze categorieën goederen moeten worden aangemeld alvorens zij het land van herkomst verlaten. Het betreft hierbij goederen die bestemd zijn voor menselijke of dierlijke consumptie en goederen die mogelijk een bedreiging met zich mee kunnen brengen voor de volksgezondheid of het milieu.

Indien op grond van de wijze van aanbieding (zoals de verpakking) of de hoeveelheid waarin de goederen worden aangeboden het vermoeden bestaat dat de goederen niet bestemd zijn voor persoonlijk gebruik, worden de goederen aangemerkt als bestemd voor commercieel gebruik.

In de praktijk zal de aanmelding gebeuren bij de Inspectie voor de Volksgezondheid. Dit past binnen de reeds bestaande taken van de Inspectiedienst op het gebied van voedselveiligheid en de toezichthoudende taak die aan de Inspectie is toebedeeld in de landsverordening.

Ten behoeve van deze aanmelding is een aanmeldingsformulier opgesteld. Op basis van deze aanmelding kan een risicoanalyse worden verricht door de Inspectie voor de Volksgezondheid, die daarbij zo nodig de expertise kan inschakelen van de Inspectiedienst van het Ministerie van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie op het terrein van landbouw, visserij en veeteelt.

In afwijking van hetgeen gebruikelijk is, is het aanmeldingsformulier opgesteld in het Engels. De reden hiervoor is dat het formulier geheel is ingericht op gebruik in de praktijk. Hiervoor is een Engelstalig formulier noodzakelijk. Indien als bijlage bij dit landsbesluit een Nederlandstalig formulier zou worden opgesteld, zou dit voor gebruik in de praktijk moeten worden vertaald naar het Engels. Dit zou in de praktijk voor verwarring kunnen leiden en tot gevolg kunnen hebben dat een onofficieel Engelstalig formulier een eigen leven gaat leiden. Om dergelijke ongewenste effecten te voorkomen, is ervoor gekozen het formulier Engelstalig op te stellen.

 

Ten derde is er de aanvullende verplichting ten aanzien van bepaalde categorieën goederen om vergezeld te worden van een gezondheidscertificaat. Dit betreft bepaalde categorieën van goederen die aan bederf onderhevig zijn en waarvan op grond van hun aard wordt aangenomen dat ze bestemd zijn voor menselijke of dierlijke consumptie. Ook hier wordt deze verplichting beperkt tot goederen die bestemd zijn voor commercieel gebruik.

Het gezondheidscertificaat moet worden afgegeven door de bevoegde gezondheidsautoriteit in het land van herkomst. Uit dit certificaat moet blijken dat geen sprake is van besmetting van deze goederen. Onder besmetting wordt ingevolge de landsverordening verstaan: aanwezigheid van een vector, infectueus of giftig agens of infectueuze of giftige stof op of in een gebouw, goed of vervoermiddel, waardoor een volksgezondheidsrisico kan ontstaan. Indien desbetreffende goederen besmet zijn of geen gezondheidscertificaat kan worden overgelegd, mogen de goederen niet op het grondgebied worden gebracht.

De voorschriften ten aanzien van het op het grondgebied brengen van goederen gelden zowel ten aanzien van de invoer als de doorvoer van goederen.

 

Artikel 5

Ten aanzien van de aangewezen haven(s) en (het) luchtvaartterrein(en) gelden de eisen gesteld in hoofdstuk 3, paragraaf 6, van de landsverordening. De jachthavens zijn hier niet aangewezen, aangezien het volledige pakket van eisen van deze paragraaf van de landsverordening ten aanzien van de jachthavens niet haalbaar zou zijn.

De in het derde lid voorgeschreven crisisdienst moet 24 uur per dag bereikbaar en paraat zijn. Deze dienst dient te beschikken over voldoende opgeleid en geoefend personeel om er te allen tijde zorg voor te kunnen dragen dat:

  • -

    direct noodzakelijke medische diensten worden verleend (diagnostiek, behandeling);

  • -

    situaties die meldingsplichtig zijn op basis van de landsverordening direct worden gemeld aan de bevoegde autoriteiten;

  • -

    vervoer van zieke reizigers plaatsvindt naar een passende medische faciliteit;

  • -

    het noodplan dat is voorgeschreven in artikel 40, eerste lid, van de landsverordening wordt uitgevoerd indien dit aan de orde is.

Hiernaast moeten de haven en het luchtvaartterrein beschikken over een ruimte waar verdachte of getroffen personen, afgezonderd van andere reizigers, kunnen worden ondervraagd en zonodig ook in quarantaine kunnen worden gehouden. Indien sprake is van het voortzetten van de quarantainemaatregel is het de bedoeling dat deze reizigers daarna zo spoedig mogelijk in een andere locatie worden ondergebracht, verwijderd van de haven of het luchtvaartterrein. Hiermee zal in het noodplan ook rekening moeten worden gehouden.

In de landsverordening is reeds bepaald dat de kosten die verband houden met het opgelegde voorzieningenniveau ten laste komen van de exploitant van de haven of het luchtvaartterrein.

 

Artikel 6

Dit voorschrift is gebaseerd op het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 11 december 1917, houdende omschrijving van het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantaineverordening (P.B. 1917, no. 46, laatstelijk gewijzigd bij AB 2013, GT no. 202), hetgeen vervalt met de inwerkingtreding van de landsverordening. Deze seinvereisten en lichtsignalen zijn overeenkomstig de vereisten die gelden in de internationale maritieme praktijk.

 

Artikel 7

Artikel 7 geeft aan waarop moet worden gecontroleerd opdat een certificaat kan worden afgegeven en dus sprake is van een schip dat vrij is van besmetting. Hiertoe wordt verwezen naar het programma dat is opgenomen in de bijlage bij dit landsbesluit.

Dat programma van eisen sanitaire controle van schepen is gebaseerd op de internationale normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), omschreven in het ‘WHO Interim technical advice for inspection and issuance of ship sanitation certificates’ van augustus 2007.

 

Artikel 8

Het tarief voor het onderzoek ter verkrijging van een certificaat van sanitaire controle van schepen of een certificaat tot vrijstelling van sanitaire controle van schepen bestaat uit één tarief per lidstaat, zo schrijft de IGR voor. Het Koninkrijk der Nederlanden is als geheel lidstaat bij de Wereldgezondheidsvergadering en als zodanig aangesloten bij de IGR. Het tarief dat hier wordt vastgesteld, is dan ook gelijk aan het tarief dat wordt gehanteerd in Nederland, met het voorbehoud van een wisselende wisselkoers tussen de Euro en de Nederlands Antilliaanse gulden.

 

Artikel 10

De inwerkingtreding zal bij landsbesluit plaatsvinden, zodat deze gestroomlijnd kan worden met de inwerkingtreding van de landsverordening.

   

De Minister van Volksgezondheid,

Sociale Ontwikkeling en Arbeid