Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van Sint Maarten houdende nadere regels inzake de publieke gezondheid Regeling publieke gezondheid

Geldend van 01-08-2018 t/m heden

Intitulé

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van de 5e maart 2018, houdende vaststelling van nadere regels inzake de publieke gezondheid (Regeling publieke gezondheid)

DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, SOCIALE ONTWIKKELING EN ARBEID,

In overweging genomen hebbende:

  • -

    dat het noodzakelijk en wenselijk is nadere uitwerking te geven aan diverse bepalingen van de Landsverordening publieke gezondheid, waartoe behoort:

    • -

      vaststelling van het vaccinatieprogramma;

    • -

      vaststelling van de ziekten waarnaar onderzoek wordt gedaan bij de uitvoering van de neonatale hielprik;

    • -

      vaststelling van de tarieven voor laboratoriumonderzoek vanwege de volksgezondheid;

    • -

      vastlegging van de voorwaarden waaraan het stempel moet voldoen dat wordt geplaatst op een internationaal geldig certificaat als bedoeld in artikel 36 van de Internationale Gezondheidsregeling;

Gelet op de artikelen 4, derde lid, onderdelen g en i, 48, derde lid, onderdeel c, en 50, derde lid, van de Landsverordening publieke gezondheid;

BESLUIT:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder landsverordening: Landsverordening publieke gezondheid.

Artikel 2

Het vaccinatieprogramma, bedoeld in artikel 4, derde lid, onder g, van de landsverordening, omvat toediening van de in bijlage I vastgestelde vaccins, afgeleverd door of vanwege de Dienst, aan personen in de leeftijd van nul tot en met zeventien jaar die woonachtig zijn in Sint Maarten.

Artikel 3

De ernstige zeldzame ziekten, bedoeld in artikel 4, derde lid, onder i, van de landsverordening zijn:

  • a.

    Adrenogenitaal syndroom (AGS);

  • b.

    Alfa-thalassemie;

  • c.

    Bèta-thalassemie;

  • d.

    Biotinidase deficiëntie (BIO);

  • e.

    Congenitale hypothyreoidie (CH);

  • f.

    Cystic fibrosis (CF);

  • g.

    Galactosemie (GAL);

  • h.

    Glutaaracidurie type 1 (GA-1);

  • i.

    HMG-CoA-lyase deficiëntie (HMG);

  • j.

    Isovaleriaan-acidurie (IVA);

  • k.

    Long-chain hydroxyacyl-CoA dehydrogenase deficiëntie (LCHADD);

  • l.

    Maple syrup urine disease (MSUD);

  • m.

    Medium-chain acyl CoA dehydrogenase deficiëntie (MCADD);

  • n.

    3-Methylcrotonyl-CoA carboxylase deficiëntie (3-MCC);

  • o.

    Multiple CoA Carboxylase deficiëntie (MCD);

  • p.

    Phenylketonurie (PKU);

  • q.

    Sikkelcelziekte (SZ);

  • r.

    Tyrosinemie type 1 (TYR-1);

  • s.

    Very long-chain acylCoA dehydrogenase deficiëntie (VLCADD);

  • t.

    Carnitine Transporter (OCTN2) Deficiëntie, als nevenbevinding; en,

  • u.

    Dragerschap sikkelcelziekte (SZ), als nevenbevinding.

Artikel 4

  • 1. De afdruk van het stempel, bedoeld in artikel 48, derde lid, onder c, van de landsverordening voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • -

      de afdruk is cirkelvorming,

    • -

      in het midden bevindt zich het wapen van Sint Maarten, met daar rondom de woorden ‘Dienst Collectieve Preventie’ dan wel ‘Collective Prevention Services’ en ‘Sint Maarten’.

  • 2. In bijlage II is een voorbeeld van de afdruk van het stempel opgenomen.

Artikel 5

De tarieven voor te verrichten onderzoeken en andere diensten door de aangewezen rechtspersoon ten behoeve van de volksgezondheid en justitie zijn voor het jaar 2017 vastgesteld in bijlage III.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling publieke gezondheid.

Artikel 7

  • 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Landsverordening publieke gezondheid in werking treedt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, treedt deze regeling:

    • a.

      in werking met ingang van de eerste dag van de derde week na de beslissing van het Constitutioneel Hof indien de Ombudsman een zaak aanhangig heeft gemaakt als bedoeld in artikel 127, derde lid, van de Staatsregeling en werkt terug tot en met het tijdstip, genoemd in het eerste lid; of,

    • b.

      niet in werking indien het Constitutioneel Hof oordeelt dat deze regeling niet verenigbaar is met de Staatsregeling.

Ondertekening

Deze regeling wordt met de toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst.
De vijfde maart 2018
De Minister van Volksgezondheid,
Sociale Ontwikkeling en Arbeid
Uitgegeven de elfde juni 2018
De Minister van Algemene Zaken
Namens deze,
Hoofd Afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

BIJLAGE I BIJ DE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID

VACCINATIEPROGRAMMA

National Immunization Schedule as of 1/1/2016

Age\Vaccine

DaPT-IPV-HIB

HepB

PCV13

MMR

DTP

HPV4

2 months

DaPT-IPV-HIB1

HepB1

 

 

 

 

3 months

DaPT-IPV-HIB2

HepB2

 

 

 

 

4 months

DaPT-IPV-HIB3

 

PCV 1

 

 

 

6 months

 

HepB3

PCV 2

 

 

 

12 months

DaPT-IPV-HIB4

 

 

MMR 1

 

 

14 months

 

 

PCV 3

 

 

 

4 years

 

 

 

MMR 2

DTP 5

 

9 years

 

 

 

 

DTP 6

HPV 1

9 years + 6 m

 

 

 

 

 

HPV 2

BIJLAGE II BIJ DE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID

VOORBEELDAFDRUK VAN HET STEMPEL

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE III BIJ DE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID

TARIEVEN LABORATORIUMONDERZOEK

ONDERZOEK

 

TARIEF IN NAf

Chikungunya IgM/IgG

74,-

Chlamydia antigen (ELISA)

50,-

Chlamydia PCR

75,-

Dengue IgG/IgM en NS1

53,20

Gonorrhoea PCR

75,-

Hepatitis A

79,-

Hepatitis B viral load

110,-

Hepatitis C viral load

110,-

Malaria

9,-

Rubella IgG/IgM

33,50

Syphillis immunoblot

50,74

Syphilus ELISA

3,62

Syphilus TPHA

30

Tuberculosis quantiferon

43,90

Typhoid and Paratyphoid Widal

15,-

Zika IgG/IgM

100,-

Zika PCR

180,-

TOELICHTING

Algemeen deel

Deze ministeriële regeling strekt tot nadere uitwerking van enkele bepalingen van de Landsverordening publieke gezondheid (hierna: de landsverordening). De landsverordening stelt regels omtrent de bestrijding van infectieziekten en de bestrijding en preventie van niet-overdraagbare ziekten. De landsverordening schrijft voor dat diverse bepalingen nader moeten worden uitgewerkt bij ministeriële regeling. Aan dit voorschrift is gehoor gegeven met deze regeling. Daarnaast biedt de landsverordening de mogelijkheid om een aantal voorschriften nader uit te werken bij ministeriële regeling. Van deze mogelijkheid is met deze regeling tevens gebruik gemaakt. In de aanhef van deze regeling wordt onder “Gelet op” verwezen naar de bepalingen van de landsverordening die bij ministeriële regeling nader moeten of mogen worden uitgewerkt. Dit betreft de volgende aspecten:

  • -

    vaststelling van het vaccinatieprogramma voor minderjarigen,

  • -

    de lijst van ernstige zeldzame ziekten die zijn opgenomen in de neonatale hielprikscreening,

  • -

    een omschrijving van het stempel dat wordt gebruikt in het internationaal geldig certificaat ter bewijs van vaccinatie of toediening van profylaxe en

  • -

    de tarieven die gelden voor laboratoriumonderzoek ten behoeve van de volksgezondheid en justitie.

Financiële paragraaf

De Landsverordening publieke gezondheid brengt diverse kosten voor het Land met zich. In de memorie van toelichting bij de landsverordening is hier reeds op in gegaan. Een deel van deze kosten ziet op de in deze regeling nader uitgewerkte aspecten, namelijk het vaccinatieprogramma en de neonatale hielprikscreening. Het Land draagt daarvoor de kosten.

Elk kind moet namelijk gebruik kunnen maken van het aanbod van de neonatale hielprikscreening. De kosten van uitvoering hiervan bestaat uit de kosten van de voorlichting inclusief voorlichtingsmaterialen, de hielpriksetjes, het afnemen van de hielprik bij de pasgeborene, de verzending van de hielpriksetjes naar het laboratorium, de analyse van de bloedmonsters door het screening laboratorium en de kosten gemaakt door het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM) voor de advisering omtrent de uitslag van de hielprik. De jaarlijkse totale kosten voor de uitvoering van de hielprik worden geraamd op NAf 110.000,-.

De kosten voor aanvullende diagnostiek en behandeling van kinderen met een afwijkende hielprikuitslag vallen niet onder de uitvoeringskosten, maar vallen onder de ziektekostenverzekering van het betreffende kind. Aangezien de screening zeldzame ziekten betreft, is het niet mogelijk om een toereikende inschatting te maken van de hoeveelheid afwijkende hielprikuitslagen per jaar en de daarmee gepaard gaande kosten voor aanvullende diagnostiek en de behandeling.

De kosten van het nationaal vaccinatieprogramma worden reeds jaarlijks gebudgetteerd onder de begrotingspost projecten en activiteiten van de Dienst Collectieve Preventie. Het vaccinatieprogramma houdt dan ook geen kostenverzwaring in voor het Land.

Raad voor de Volksgezondheid

Deze regeling is voorgelegd aan de Raad voor de Volksgezondheid (hierna: de Raad) ter advisering. De Raad vraagt de aandacht voor een aantal opmerkingen.

De Raad merkt op dat in de artikelsgewijze toelichting is opgemerkt dat een identiteitsbewijs met foto moet worden overgelegd om een vaccinatie te ontvangen, hetgeen in de praktijk niet altijd mogelijk zal zijn.

In deze toelichting is een deel van het vaccinatiebeleid in verband met het vaccinatieprogramma weergegeven, onder meer het vereiste om een identiteitsbewijs met foto te overleggen. Het bereiken van een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad is, zoals de Raad opmerkt, van groot belang voor de volksgezondheid, en dit beleid wordt dan ook in redelijkheid uitgevoerd. Zo zal in het geval van zuigelingen niet altijd een identiteitsbewijs met foto kunnen worden overgelegd. Het vereiste om een identiteitsbewijs met foto te overleggen, wordt echter gehanteerd in verband met het belang van een veilige en correcte toediening van de vaccinatie, en daarnaast ter voorkoming van misbruik van het vaccinatieprogramma. Dit beleid zal dan ook niet ter zijde kunnen worden geschoven.

Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad is de toelichting bij artikel 4 en de voorlaatste alinea van de financiële paragraaf verduidelijkt.

Ten aanzien van de opmerking van de Raad over het ontbreken van een tarief voor de neonatale screening wordt opgemerkt dat de werkelijke kosten van deze screening worden gedekt door het Land. Ten aanzien van de opmerking van de Raad met betrekking tot  de vergoedingen voor laboratoriumonderzoek wordt opgemerkt dat de opgenomen tarieven zijn vastgesteld in overleg met Sint Maarten Laboratory Services N.V., het laboratorium dat is aangewezen voor onderzoek ten behoeve van de volksgezondheid.

Naar aanleiding van een opmerking van de Raad over de vergoeding van vaccinaties wordt opgemerkt dat het door het Land gefinancierde vaccinatieprogramma specifiek is opgesteld ten behoeve van jongeren als kwetsbare groep. De Minister neemt de suggestie van de Raad in overweging om bij eventuele epidemieën van besmettelijke ziekten specifieke vaccinatiecampagnes op te zetten die ook zijn gericht op meerderjarigen die niet adequaat zijn gevaccineerd.

Artikelsgewijs deel

Artikelen 2 en 3

Het vaccinatieprogramma betreft de vastgestelde vaccinaties die kosteloos worden aangeboden aan de doelgroep. De doelgroep omvat jongeren van nul tot en met zeventien jaar die woonachtig zijn op Sint Maarten. Het enige vereiste om een vaccinatie te ontvangen is overlegging van een identiteitsbewijs met foto van de betrokkene. Alle vaccinaties vinden plaats op basis van vrijwilligheid. De uitvoering van het vaccinatieprogramma is neergelegd bij de Dienst Collectieve Preventie.

Sint Maarten draagt de kosten die zijn verbonden aan het vaccinatieprogramma en aan de uitvoering van de neonatale hielprikscreening. Deze programma’s zijn een belangrijk onderdeel van de preventieve gezondheidszorg voor jongeren, die zijn geïdentificeerd als kwetsbare groep. De verspreiding van besmettelijke ziekten hiermee voorkomen en gezondheidsbedreigingen worden gesignaleerd.

Vaccinatie van volwassenen die tot bepaalde risicogroepen behoren, bijvoorbeeld in verband met hun beroep, wordt ook door de Dienst Collectieve Preventie geadviseerd. Dergelijke vaccinaties behoren echter niet tot het vaccinatieprogramma dat door het Land wordt gefinancierd. Deze komen voor eigen rekening.

De neonatale hielprikscreening heeft als doel pasgeborenen op te sporen met een zeldzame, meestal erfelijke, aandoening. Het tijdig inzetten van behandeling voorkomt of beperkt ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind. Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ondersteunt Sint Maarten bij de uitvoering en implementatie van de hielprikscreening.

De selectie van ernstige zeldzame ziekten die in de screening zijn inbegrepen, is gedaan op basis van het hielprikprogramma in Nederland en op de BES-eilanden. Dit programma is gebaseerd op adviezen van de Nederlandse Gezondheidsraad.

Artikel 4

Een internationaal geldig certificaat als bedoeld in artikel 36 van de Internationale Gezondheidsregeling, betreffende de inenting tegen gele koorts, bevat het hier omschreven stempel.

Artikel 5

Indien de tarieven voor het lopende jaar niet zijn vastgesteld voorafgaand aan 1 juli van dat jaar, blijven de tarieven gelden die van toepassing zijn op het voorafgaande jaar, tot het moment dat de tarieven opnieuw zijn vastgesteld. Dit volgt uit artikel 50, derde lid, van de landsverordening.

De tarieven zijn tot stand gekomen in overleg met Sint Maarten Laboratory Services N.V., die onder meer laboratoriumonderzoeken uitvoert ten behoeve van de volksgezondheid, en de Dienst Collectieve Preventie.

Artikel 7

Het is van belang dat deze regeling gelijktijdig met de landsverordening in werking treedt. Deze regeling geeft immers gehoor aan de verplichting in de landsverordening om diverse bepalingen nader uit te werken bij ministeriële regeling.

De Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid