Regeling vervallen per 01-04-2022

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Brabant Noord 2016

Geldend van 26-08-2016 t/m 31-03-2022

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Brabant Noord 2016

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant met de colleges van burgemeester en wethouders van 19 gemeenten op 25 april 2013 een gemeenschappelijke regeling hebben vastgesteld waarbij de Omgevingsdienst Brabant Noord in het leven is geroepen;

overwegende dat ingevolge de artikelen 3 en 4 van deze gemeenschappelijke regeling de uitvoering van gemeentelijk taken op het gebied van omgevingsrecht (het basistakenpakket voor milieutaken en optioneel verzoektaken) worden overgedragen aan de Omgevingsdienst Brabant Noord;

overwegende dat de gemeente Sint-Michielsgestel, gelet op artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling, met de Omgevingsdienst Brabant Noord een dienstverleningsovereenkomst zal aangaan ten behoeve van de uitvoering en de nadere invulling van deze taken;

overwegende dat deze taken nader zijn en worden ingevuld in de werkprogramma’s en de opdrachten voor incidentele verzoektaken, bedoeld in deze overeenkomst;

overwegende dat deze taken nader zijn en worden ingevuld in werkprogramma’s en de opdrachten voor incidentele verzoektaken, bedoeld in deze overeenkomst;

overwegende dat, binnen de aldus opgedragen taken, deze overeenkomst voorziet in mandatering van bevoegdheden aan de directeur van de Omgevingsdienst Brabant Noord;

overwegende dat het tevens om redenen van doelmatigheid wenselijk is daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders te mandateren aan deze directeur;

gezien de instemming zoals bedoeld in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht van de directeur van de Omgevingsdienst Brabant Noord;

be s l u i t e n :

vast te stellen het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Brabant Noord 2016

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • c.

    dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in artikel 5 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord;

  • d.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 24 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Brabant Noord;

  • e.

    gemeente: de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • f.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester besluiten in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht te nemen;

  • g.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • h.

    omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Brabant Noord, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Brabant Noord;

  • i.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2. Mandaat

  • 1. Aan de directeur wordt mandaat verleend tot het uitoefenen van bevoegdheden overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlage, voor zover de daarin vermelde bevoegdheden verband houden met de uitvoering van de aan de omgevingsdienst verleende opdracht, vastgelegd in de artikelen 3, 4 en 5 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord d.d. 25 april 2013, de dienstverleningsovereenkomst en de bij de overeenkomst behorende jaarprogramma’s en bijzondere opdrachten.

  • 2. Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het machtigen van ambtenaren van de omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van de gemeente in gerechtelijke procedures.

  • 3. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van namens het college of de burgemeester genoemde besluiten.

Artikel 3. Algemene beperkingen mandaat

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht blijft de uitoefening van een bevoegdheid voorbehouden aan het college of de burgemeester indien:

  • a.

    het besluit het vaststellen van beleidsregels in de zin van artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht betreft;

  • b.

    het een beslissing op een bezwaarschrift betreft;

  • c.

    het een besluit betreft waaruit financiële consequenties voortvloeien die niet in de begroting van de gemeente zijn voorzien.

Artikel 4. Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1. De directeur hanteert bij de uitoefening van de opgedragen bevoegdheden het beleid van de burgemeester en het college alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders.

  • 2. Indien de directeur in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met het college of de burgemeester.

Artikel 5. Informatieplicht

  • 1. De directeur informeert de burgemeester en het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden alsmede ter zake van bedrijven zoals aangegeven in het werkprogramma.

  • 2. De directeur zendt afschriften aan de gemeente van relevante correspondentie met betrekking tot de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De directeur verschaft, voorafgaand aan de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, alle benodigde informatie en voert tevens overleg met de burgemeester of het college indien:

    • a.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor de burgemeester of het college naar verwachting politieke en/of matschappelijke gevolgen kan hebben;

    • b.

      een besluit tot consequenties kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld;

    • c.

      het een besluit betreft waaruit onvoorziene financiële of andere consequenties voortvloeien die tot overschrijding kunnen leiden van beschikbare budgets of begrotingsposten;

    • d.

      de burgemeester of het college de wens daartoe kenbaar hebben gemaakt.

Artikel 6. Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage, in ondermandaat opdragen aan personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn.

  • 2. De artikelen 3, 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 7. Machtiging en volmacht

  • 1. Aan de directeur wordt volmacht verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van de vervulling van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde opdracht.

  • 2. De directeur kan ondervolmacht en machtiging verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen.

  • 3. Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met mandaat en ondermandaat gelijk gesteld (onder)volmacht en machtiging.

Artikel 8. Ondertekening

  • 1. De ondertekening van besluiten, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, luidt:

    College van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel

    namens deze,

    [naam directeur], directeur

    Omgevingsdienst Brabant Noord

    gevolgd door de handtekening van de directeur.

    De burgemeester van de gemeente Sint-Michielsgestel

    namens deze,

    [naam directeur], directeur

    Omgevingsdienst Brabant Noord

    gevolgd door de handtekening van de directeur.

  • 2. Indien ondermandaat is verleend, als bedoeld in artikel 6, luidt de ondertekening:

    College van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel

    namens deze,

    gevolgd door naam, functie en handtekening van de functionaris.

    De burgemeester van de gemeente Sint-Michielsgestel

    namens deze,

    gevolgd door naam, functie en handtekening van de functionaris.

  • 3. Indien gebruik wordt gemaakt van volmacht of machtiging, respectievelijk ondervolmacht en ondermachtiging als bedoeld in artikel 7, luidt de ondertekening:

    De gemeente Sint-Michielsgestel,

    namens deze,

    gevolgd door de naam, functie en handtekening van de functionaris.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Brabant Noord 2016.

  • 3. Het eerder genomen Mandaatbesluit dat werd aangehaald als: Mandaatbesluit Brabant Noord 2014 komt met de inwerkingtreding van dit besluit te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten door,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel,
de secretaris,
drs. D. van Deurzen
de burgemeester,
mr. J.C.M. Pommer
Voor akkoord de directeur a.i. van de Omgevingsdienst Brabant Noord,
dhr. J.D. Nijkamp

Bijlage. Gemandateerde bevoegdheden

Bevoegdheden

Mandaat

Voorwaarden

Ondermandaat toegestaan aan

Vergunningen

1.

Verzoeken om aanvraag om omgevingsvergunning milieu voor inrichting op grond van artikel 4:5 Awb aan te vullen.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager vergunningen of teammanagers vergunningen

2.

Het ingevolge artikel 8.41 Wm behandelen van meldingen ingevolge een op artikel 8.40 Wm gebaseerde algemene maatregel van bestuur.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager vergunningen of teammanagers vergunningen

3.

Besluit over het stellen van maatwerkvoorschriften op grond van de Wet milieubeheer of een mede daarop gebaseerde algemene maatregel van bestuur.

Directeur OBDN

Tenzij zienswijzen en/of een negatief advies door wettelijke adviseurs zijn/is ingebracht.

Afdelingsmanager vergunningen

4.

Het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning milieu op grond van artikel 2.4 Wabo voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op artikel 2.1, lid 1, onder e en i Wabo.

Directeur OBDN

Tenzij zienswijzen Zijn ingediend c.q. negatief advies is uitgebracht door wettelijke adviseurs of vvgb wordt geweigerd.

Afdelingsmanager vergunningen

5.

Het beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning milieu als bedoeld in artikel 2.6 Wabo (revisievergunning), uitsluitend voor zover die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo.

Directeur OBDN

Tenzij zienswijzen zijn ingediend c.q. negatief advies is uitgebracht door wettelijke adviseurs of vvgb wordt geweigerd.

Afdelingsmanager vergunningen

6.

Het vragen van adviezen als bedoeld in artikel 2.26 Wabo en hoofdstuk 6 van het Bor.

Directeur OBDN

Teammanagers vergunningen

7.

Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo en hoofdstuk 6 van het Bor.

Directeur OBDN

Teammanagers vergunningen

8.

Het ambtshalve of op aanvraag beslissen met betrekking tot het wijzigen van voorschriften of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 respectievelijk 2.33 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder een i van de Wabo.

Directeur OBDN

Tenzij zienswijzen zijn ingediend c.q. negatief advies is uitgebracht door wettelijke adviseurs.

Afdelingsmanager vergunningen

9.

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van artikel 4:5 Awb voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e en i van de Wabo.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager vergunningen

10.

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevings(revisie)vergunning op grond van artikel 2.6 Wabo voor zover deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder e van de Wabo.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager vergunningen

11.

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van artikel 3.18 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1.,lid 1, onder e van de Wabo.

Directeur OBDN

Coördinatie met Waterwet bij IPPC inrichtingen.

Afdelingsmanager vergunningen

12.

Intrekken van een

omgevingsvergunning op grond van artikel 3.23 Wabo.

Directeur OBDN

Coördinatie met Waterwet bij IPPCInrichtingen. Tenzij zienswijzen c.q. een negatief advies is uitgebracht door wettelijke adviseurs.

Afdelingsmanager vergunningen

Toezicht en Handhaving

13.

Het aanwijzen van toezichthouders van de ODBN.

Directeur OBDN

Ter vervulling van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde Opdracht.

14.

Het uitvoeren van

toezichthoudende bevoegdheden en taken, waaronder in ieder geval:

-het verzamelen en registreren van gegevens;

-het behandelen van klachten van derden;

-het uitvoeren van bedrijfscontroles en bezoeken;

het corresponderen ten aanzien van de hiervoor genoemde onderdelen.

Directeur OBDN

De uitvoering heeft betrekking op de in artikel 2, lid 1 bedoelde opdracht.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving en teammanagers toezicht en handhaving

15.

Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving waaronder begrepen:

-de aanschrijvingsbrieven en het voornemen tot oplegging van een last onder bestuursdwang of dwangsom gericht op naleving van:

·artikel 2.1 lid 1 , onder e en i Wabo en de op grond van dit artikel verleende omgevingsvergunningen;

·het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb's;

·het Besluit bodemkwaliteit;

·overige (milieu)regelgeving met betrekking tot bodemsanering van bedrijfsterreinen en het ketentoezicht met betrekking tot gevaarlijke (afval)stoffen.

Directeur OBDN

De correspondentie heeft betrekking op de in artikel 2 lid 1 bedoelde opdracht.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving en teammanagers toezicht en handhaving

16.

Het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom, gericht op naleving van:

-artikel 2.1, lid 1, onder e en i Wabo en de op grond van dit artikel verleende omgevingsvergunningen;

-het gestelde in de artikelen 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb's; het Besluit bodemkwaliteit.

Directeur OBDN

Tenzij de last onder bestuursdwang betrekking heeft op op gehele of gedeeltelijke sluiting van een inrichting in de zin van artikel 1.1 eerste lid, Wet milieubeheer. Uitoefening van deze bevoegdheid dient afgestemd te worden met het college.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

17.

Mededelen van het voldoen aan een aanschrijving het intrekken van een last onder bestuursdwang/ dwangsom.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

18.

Beslissen tot het stopzetten van handhaving (bestuursdwang o f dwangsom) met betrekking tot besluiten zoals genoemd onder punt 16.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

19.

Het beslissen op verzoeken om handhaving gericht op de naleving van:

-artikel 2.1, lid 1, onder e en i Wabo en de op grond van dit artikel verleende omgevingsvergunningen,

-het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb's; het Besluit bodemkwaliteit.

Directeur OBDN

Uitoefening van deze bevoegdheid dient afgestemd te worden met het college.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

20.

Besluiten op een verzoek tot het toepassen van bestuursdwang (artikel 5.31a Awb) met betrekking tot een bestuursdwangbesluit genoemd onder punt 16.

Directeur OBDN

Uitoefening van deze bevoegdheid dient afgestemd te worden met het college.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

21.

Nemen van een beschikking omtrent de invordering van een dwangsom (artikel 5:37 Awb).

Directeur OBDN

Uitoefening van deze bevoegdheid dient afgestemd te worden met het college.

Afdelingsmanager toezicht en handhaving

Bodem

22.

Melden van onderzoeksgevallen en gevallen van (vermoedelijk)ernstige bodemverontreiniging aan GS van de provincie.

Directeur OBDN

Teammanagers Pardo

23.

Het in behandeling nemen, beoordelen en registreren van meldingen ingevolge het Besluit bodemkwaliteit.

Directeur OBDN

Teammanagers Pardo

24.

Het beoordelen van meldingen en onderzoeksrapportages ingevolge vergunningvoorschriften.

Directeur OBDN

Teammanagers Pardo

Sloopmeldingen

25.

Het in behandeling nemen en beoordelen van meldingen ingevolge artikel 1.26 bouwbesluit 2012 inclusief het verzenden van een ontvangstbevestiging.

Directeur OBDN

Afdelingsmanager toezicht en handhaving, teammanagers toezicht en handhaving, medewerkers die ressorteren onder de teammanager toezicht en handhaving