Uitvoeringsregeling rioolheffing 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling rioolheffing 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gelet op artikel 5, vierde lid, en artikel 11 van de Verordening rioolheffing;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling rioolheffing 2019

Artikel 1 Agrarisch gebruik van een perceel

  • 1. Bij medegebruik voor woondoeleinden

    • a.

      melkveebedrijven

      De rioolheffing wordt berekend op basis van een waterverbruik van 300 m3, vermeerderd met 40 m3 per persoon uitgaande van de situatie aan het begin van het belastingjaar of zoveel later als de belastingplicht aanvangt;

    • b.

      overige agrarische bedrijven

      De rioolheffing wordt berekend op basis van een waterverbruik van 50 m3, vermeerderd met 40 m3 per persoon uitgaande van de situatie aan het begin van het belastingjaar of zoveel later als de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Bij uitsluitend bedrijfsmatig gebruik

    • a.

      melkveebedrijven

      De rioolheffing wordt berekend op basis van een waterverbruik van 300 m3;

    • b.

      overige agrarische bedrijven

      De rioolheffing wordt berekend op basis van een waterverbruik van 50 m3.

  • 3. Als het werkelijk waterverbruik lager is dan het ingevolge de voorgaande leden berekende waterverbruik, wordt uitgegaan van het werkelijk waterverbruik.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden wordt, indien op basis van ervaringscijfers, waaronder de gemiddelde verbruikscijfers van Brabant Water N.V., een andere berekening van het waterverbruik meer recht doet aan de werkelijke situatie, het waterverbruik per perceel bepaald op basis van deze ervaringscijfers.

Artikel 2 Percelen zonder eigen watermeter

  • 1. Bij uitsluitend gebruik voor woondoeleinden

    De rioolheffing wordt per perceel berekend op basis van een waterverbruik van 40 m3 per persoon uitgaande van de situatie aan het begin van het belastingjaar of zoveel later als de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Bij uitsluitend bedrijfsmatig gebruik

    De rioolheffing wordt per perceel berekend op basis van het waterverbruik dat resulteert uit de som: waterverbruik, gedeeld door het aantal percelen dat is aangesloten op dezelfde watermeter.

  • 3. Bij zowel gebruik voor woondoeleinden als bedrijfsmatig gebruik

    De rioolheffing wordt per perceel berekend op basis van:

    • a.

      een waterverbruik van 40 m3 water per persoon uitgaande van de situatie aan het begin van het belastingjaar of zoveel later als de belastingplicht aanvangt, als het perceel voor woondoeleinden gebruikt wordt;

    • b.

      het waterverbruik dat resulteert uit de som: waterverbruik, verminderd met het ingevolge het onder a van dit lid berekend waterverbruik, gedeeld door het aantal percelen dat is aangesloten op dezelfde watermeter en uitsluitend bedrijfsmatig wordt gebruikt.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden wordt, indien op basis van ervaringscijfers, waaronder de gemiddelde verbruikscijfers van Brabant Water N.V., een andere berekening van het waterverbruik meer recht doet aan de werkelijke situatie, het waterverbruik per perceel bepaald op basis van deze ervaringscijfers.

Artikel 3 Aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1. Bij uitsluitend gebruik voor woondoeleinden

    De rioolheffing wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van de Verordening rioolheffing, berekend op basis van een waterverbruik van 40 m3 per persoon uitgaande van de situatie bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Bij bedrijfsmatig gebruik al dan niet in combinatie met gebruik voor woondoeleinden

    De rioolheffing wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van de Verordening rioolheffing, berekend op basis van het laatst bekende waterverbruik van het perceel.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden wordt, indien op basis van ervaringscijfers, waaronder de gemiddelde verbruikscijfers van Brabant Water N.V., een andere berekening van het waterverbruik meer recht doet aan de werkelijke situatie, het waterverbruik per perceel bepaald op basis van deze ervaringscijfers.

Artikel 4 Vermindering waterhoeveelheid bij lekkages met betrekking tot percelen die gebruikt worden voor woondoeleinden

  • 1. Indien voor een gedeelte van het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar een eigendom is toegevoerd, door Brabant Water N.V. het zogenaamde lektarief is toegepast, wordt het voor het betreffende perceel in het kader van de rioolheffing berekende waterverbruik verminderd met het aantal kubieke meters water waarvoor het voornoemde lektarief is toegepast.

  • 2. Indien het lektarief als bedoeld in het eerste lid van dit artikel betrekking heeft op een periode die niet gelijk is aan 365 dagen, dient voor de vermindering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel uitgegaan te worden van het aantal kubieke meters water dat verkregen wordt door het aantal kubieke meters waarvoor het voornoemde lektarief is toegepast, her te berekenen op basis van 365 dagen.

  • 3. De vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel kan per perceel voor dezelfde belastingplichtige slechts voor één belastingjaar worden verleend.

Artikel 5 Vermindering waterhoeveelheid bij lekkages met betrekking tot percelen die bedrijfsmatig of zowel bedrijfsmatig als voor woondoeleinden gebruikt worden

  • 1. Indien voor een gedeelte van het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar een perceel is toegevoerd, door Brabant Water N.V. het zogenaamde lektarief zou zijn toegepast indien het betreffende perceel uitsluitend gebruikt zou worden voor het voeren van een particulier huishouden, wordt het voor het betreffende perceel in het kader van de rioolheffing berekende waterverbruik verminderd met het aantal kubieke meters water waarvoor het voornoemde lektarief toegepast zou worden.

  • 2. Indien het lektarief als bedoeld in het eerste lid van dit artikel betrekking heeft op een periode die niet gelijk is aan 365 dagen, dient voor de vermindering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel uitgegaan te worden van het aantal kubieke meters water dat verkregen wordt door het aantal kubieke meters waarvoor het voornoemde lektarief zou zijn toegepast, her te berekenen op basis van 365 dagen.

  • 3. De vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel kan per perceel voor dezelfde belastingplichtige slechts voor één belastingjaar worden verleend.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van dit besluit 1 januari 2019.

Ondertekening

Sint-Michielsgestel, 4 december 2018.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

M. van Rijswijk

de burgemeester,

mr. J.C.M. Pommer