Regeling vervallen per 19-06-2014

Verordening Rekenkamercommissie Sittard-Geleen juli 2011

Geldend van 21-07-2011 t/m 18-06-2014

Intitulé

Verordening Rekenkamercommissie Sittard-Geleen juli 2011

De raad van de gemeente Sittard-Geleen;

Gelezen het voorstel van het presidium van 28 juni 2011,

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T

Vast te stellen de navolgende gewijzigde Verordening Rekenkamercommissie Sittard-Geleen juli 2011:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamercommissie: een commissie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet;

  • b.

    Lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3 tweede lid door de raad is benoemd;

  • c.

    Gemeentebestuur: de gemeenteraad, het college en de burgemeester;

  • d.

    Doelmatigheid of efficiëntie: de mate waarin een organisatie erin slaagt met een zo beperkt mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • e.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • f.

    Rechtmatigheid: de mate waarin de uitvoering van beleid voldoet aan externe en interne wet- en regelgeving.

Artikel 2 Taak van de Rekenkamercommissie

  • 1. De Rekenkamercommissie doet onderzoek naar de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur; zij voert onderzoek uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid, van het financiële beheer en van de gemeentelijke organisatie alsmede naar het beheer van de gemeentelijke organisatie. Een door de Rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213 tweede lid van de Gemeentewet.

  • 2. De Rekenkamercommissie is bevoegd onderzoek te doen als bedoeld in artikel 184 van de Gemeentewet bij naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en bij privaatrechtelijke rechtspersonen waarvan de gemeente middels subsidie, lening of garantie ten minste vijftig procent van de baten bekostigt.

Artikel 3 Zittingsduur, samenstelling en benoeming van de Rekenkamercommissie

  • 1. De Rekenkamercommissie wordt ingesteld voor de zittingsduur van de gemeenteraad. De raad kan een andere zittingsduur vaststellen. De gewijzigde zittingsduur geldt voor nieuw te benoemen en her te benoemen leden.

  • 2. De Rekenkamercommissie bestaat uit drie leden onder wie de voorzitter. De voorziter wordt van buiten de kring van leden van de gemeenteraad benoemd. De voorzitter en de leden kunnen door de gemeenteraad één keer worden herbenoemd voor een gelijke periode.

  • 3. De leden leggen, voordat zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de gemeenteraad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welke voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik).”.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 4 Besluitvorming in de Rekenkamercommissie

  • 1. In de vergaderingen van de Rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2. Voor het nemen van besluiten moeten ten minste twee leden van de Rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig zijn.

  • 3. Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 5 Einde van lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid tevens raadslid, houdt op lid te zijn zodra het lidmaatschap van de raad is geëindigd.

  • 3. De leden van de Rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 5a Non-activiteit

  • 1. De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 2. De raad kan een lid van de Rekenkamercommissie op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 5, eerste lid, onder a, en artikel 5 tweede lid zouden kunnen leiden.

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 6 Verboden handelingen

  • 1. Het is de leden van de Rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de Rekenkamercommissie, een lid van de Rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

  • 2. Leden overleggen aan de gemeenteraad periodiek een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de Rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de Rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden:

    • a.

      De voorzitter van de Rekenkamercommissie ontvangt een presentiegeld van 250 euro bruto per vergadering.

    • b.

      De leden van de Rekenkamercommissie benoemd van buiten de kring van de gemeenteraad ontvangen een presentiegeld van 200 euro bruto per vergadering.

    • c.

      De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadslid zijn, ontvangen een vergoeding van vijf procent van de raadsvergoeding op jaarbasis.

    • d.

      De uurvergoeding aan de leden van de Rekenkamercommissie benoemd van buiten de kring van de gemeenteraad, voor het verrichten van onderzoek bedraagt 125 euro bruto.

    • e.

      De onder a, b en d genoemde bedragen worden vanaf 1 januari 2012 jaarlijks vermeerderd met het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 14.

Artikel 8 Reglement van orde

De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden en haar vergaderingen vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 9 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. De Rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks voor 1 januari van het daarop volgend jaar als onderzoeksprogramma ter kennisneming aan de raad voorgelegd.

  • 3. De in lid 1 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 10 Verzoek tot onderzoek door de gemeenteraad

Als de gemeenteraad besluit tot een verzoek tot een onderzoek aan de Rekenkamercommissie, dan bericht de Rekenkamercommissie de raad binnen één maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Uitvoering van onderzoek en rapportage

  • 1. De Rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De Rekenkamercommissie informeert de raad zo veel als mogelijk tussentijds.

  • 3. De Rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtelijk secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijke medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5. De Rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen en door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 6 formuleert de Rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De Rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de Rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies vast.

  • 10. De Rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 12 Ambtelijk secretaris

  • 1. De griffier is verantwoordelijk voor de vervulling van een functioneel onafhankelijk secretariaat dat de Rekenkamercommissie ondersteunt.

  • 2. De secretaris is in iedere vergadering van de Rekenkamercommissie aanwezig en staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de Rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de begeleiding van externe onderzoekers, de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 13 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De Rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14 tijdelijk onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamercommissie.

  • 3. De Rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 14 Budget

  • 1. De Rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de leden van de Rekenkamercommissie;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de Rekenkamercommissie zijn ingeschakeld; en

    • e.

      de mogelijke overige uitgaven die de Rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De Rekenkamercommissie dient elk jaar voor 1 april een financiële verantwoording over haar werkzaamheden over het afgelopen jaar bij de gemeenteraad in.

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie Sittard-Geleen juli 2011.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking. Op die dag vervalt de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Sittard-Geleen 2011.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 6 juli 2011.

De griffier
drs. J.Vis
De voorzitter
drs. G.J.M.Cox