Reglement Marktcommissie Sittard-Geleen 2011

1. De commissie brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college over marktaangelegenheden. Voorts tracht zij een juiste wijze van functioneren van de markten te bevorderen.

2. Het college neemt geen besluiten als bedoeld in artikel 3 van de Marktverordening, dan nadat de commissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en een aantal leden, zijnde vertegenwoordigers van de standplaatshouders op de markten, de centrumondernemers en de consumenten van de markt.

2. Het college benoemt een neutrale voorzitter.

3. De overige leden worden door het college benoemd, op basis van hun verkiezing uit - respectievelijk op voordracht van - de in lid 1 genoemde groeperingen.

4. De commissie bestaat uit maximaal 9 standplaatshouders die ten minste 6 maanden op een van de markten in de gemeente Sittard-Geleen een standplaatsvergunning hebben en maximaal 6 vertegenwoordigers van centrumondernemers en consumenten.

5. De vertegenwoordigers van de standplaatshouders worden per markt gekozen door en uit de standplaatshouders:

• a.

  door de donderdagmarkt in Sittard en de zaterdagmarkt in Geleen worden elk twee leden gekozen;

• b.

  door de overige weekmarkten wordt per markt één lid gekozen.

6. De vertegenwoordigers van de centrumondernemers en consumenten vormen een afspiegeling van horeca, winkeliers, eigenaren, consumenten en worden benoemd op voordracht van het Centrummanagement.

1. De kandidatenlijst moet zodanig zijn samengesteld dat zoveel mogelijk branches daarop vertegenwoordigd zijn.

2. De verkiezingen van de leden voor de commissie vinden plaats door middel van schriftelijke stemming.

3. Voor deze verkiezing kan iedere standplaatshouder één geldige stem uitbrengen.

4. Kandidaten die bij de verkiezing het hoogste stemmental behalen worden geacht te zijn verkozen.

1. De zittingsduur van de leden eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de gemeenteraad.

2. De aftredende leden kunnen tweemaal worden herbenoemd.

3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door ontslag, overlijden of verlies van hoedanigheid. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

1. Secretaris van de commissie is een daartoe aangewezen ambtenaar die leiding geeft aan marktzaken.

2. Het college draagt zorg voor ambtelijke ondersteuning van de commissie ten behoeve van de verslaglegging van de vergaderingen.

3. Van elke vergadering wordt een beknopt, zakelijk verslag opgemaakt dat wordt toegezonden aan het college.

1. Vaste adviseurs zijn de marktmeesters en één aangewezen hoofdbestuurder als vertegenwoordiger van de Centrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH), één vertegenwoordiger van de Vereniging van Standwerkers en een vertegenwoordiger van de kraamverhuurder.

2. Op uitnodiging van de voorzitter kunnen andere adviseurs de vergaderingen bijwonen en deelnemen aan de beraadslaging.

1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt, of het door een meerderheid der leden schriftelijk met opgave van redenen wordt verzocht.

2. De voorzitter bepaalt vergadertijdstip en -plaats en draagt zorg voor de oproeping van de vergaderingen.

3. Uitnodiging, agenda en voorstellen worden in de regel zeven dagen, doch minimaal drie dagen, voor de vergaderdatum aan de commissieleden en de adviseurs toegezonden.

1. De leden van de commissie en de overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

1. De leden van de commissie en overige aanwezigen voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de voorzitter op verzoek van de commissie anders beslist.

2. De voorzitter kan interrupties toelaten. Deze dienen te bestaan uit korte opmerkingen of vragen zonder inleiding.

3. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

4. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

3. Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

• a.

  de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

• b.

  een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

3. De voorzitter kan, ter handhaving van de orde de vergadering, voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

3. De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

4. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

1. Aan het einde van de beraadslaging formuleert de voorzitter een advies aan het college.

2. De commissie brengt schriftelijk advies uit aan het college, tenzij overlegging van het verslag voldoende wordt geacht.

3. Van het gevoelen van de minderheid van de commissie wordt melding gemaakt in het advies en/of het verslag.

4. Het advies van de commissie wordt meegenomen in het ambtelijk advies aan het college en meegewogen in de besluitvorming.

1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

2. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de publieke tribune de openbare vergaderingen bijwonen, tenzij door de voorzitter een andere plaats wordt aangewezen.

3. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

4. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

1. De voorzitter kan over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van stukken, welke aan de commissie worden overlegd, geheimhouding opleggen met inachtneming van het bepaalde in de Wet openbaarheid van bestuur (artikel 10).

2. De geheimhouding wordt in acht genomen, totdat de voorzitter haar opheft, door hen die bij de behandeling aanwezig waren en door hen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis namen.

3. Van zaken waaromtrent geheimhouding is opgelegd wordt een afzonderlijk verslag gemaakt.