Regeling vervallen per 04-08-2011

Regeling gebruik eigen materiaal

Geldend van 12-12-2007 t/m 03-08-2011

Intitulé

Regeling gebruik eigen materiaal

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen

Gelet op het bepaalde in artikel 2.5 lid c juncto artikel 1.5 van de “Marktverordening Sittard-Geleen 2007” zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 11 oktober 2007,

Besluiten:

Ingevolge het bepaalde in artikel 2.5 lid c juncto artikel 1.5 van de “Marktverordening Sittard-Geleen 2007” hebben burgemeester en wethouders een regeling opgesteld inzake het gebruik van eigen materiaal op de weekmarkten in de gemeente Sittard-Geleen.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Verordening: de Marktverordening Gemeente Sittard-Geleen 2007;

  • 2.

    Eigen materiaal: alle verkoopmaterialen niet zijnde de standaardkraam die gehuurd kan worden van de door burgemeester en wethouders voor de betreffende markt aangewezen kramenexploitant. Hieronder wordt mede, doch niet uitsluitend, begrepen een verkoopwagen en een parasol.

  • 3.

    Verkoopwagen: het al dan niet gemotoriseerde voertuig waarin of waarachter verkoop wordt uitgeoefend. Hieronder wordt mede, doch niet uitsluitend, begrepen: een instant kraam, een verrijdbare kraam, een afzetcontainer, een verkoopwagen/truck met oplegger en een gemotoriseerde verkoopwagen.

  • 4.

    Standwerker: de marktvergunninghouder die uitsluitend en daadwerkelijk middels standwerken markthandel uitoefent

  • 5.

    Standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen.

  • 6.

    Meelopers: gegadigden die op de wachtlijst staan ingeschreven en die op de betreffende marktdag een dagplaats krijgen toegewezen.

Artikel 2. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor het gebruik van eigen materiaal dient schriftelijk te worden ingediend en voorzien te zijn van een duidelijke tekening met maatvoering van het eigen materiaal.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een proefopstelling eisen voordat zij op een aanvraag beslissen

Artikel 3. Verkoopwagen

  • 1. Bij het verlenen van toestemming voor het gebruik van een verkoopwagen gelden de volgende voorschriften:

    • A.

      De verkoopwagen dient inpasbaar te zijn op de markt en mag geen overlast voor derden veroorzaken;

    • B.

      De verkoopwagen mag niet langer zijn dan de lengte die volgens de marktvergunning is toegewezen;

    • C.

      De hoogte van de voorste begrenzing van de verkoopwagen dient ten minste 2.00 meter te zijn. De hoogte van de voorklep van de verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats dient ten minste 2.10 te zijn. Het hoogste punt van de verkoopwagen mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkramen (3.00 meter);

    • D.

      De verkoopwagen mag niet breder zijn dan de breedte die voor de huurkramen is toegewezen (2,5 meter);

    • E.

      Dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen mogen in verkoopopstelling niet uitsteken buiten de toegewezen standplaats;

    • F.

      De voorklep van de verkoopwagen mag, aan de zijde van het looppad, oversteken buiten de afmetingen van de toegewezen standplaats. De overschrijding van de standplaats door de voorklep mag ten hoogste de helft bedragen van de breedte van het vrije looppad vóór de standplaats;

    • G.

      De voorklep van een verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats mag alleen buiten de openingstijden van de markt open zijn indien alle in de rij staande vergunninghouders met hun voertuig onder de klep doorkunnen;

    • H.

      Aan of onder het onder lid F omschreven gedeelte van de voorklep dat uitsteekt buiten de standplaats mogen geen zeilen of andere materialen worden bevestigd en mag geen koopwaar worden opgehangen of uitgestald;

    • I.

      Aan de zijkanten van de verkoopwagen mogen geen zeilen of ander materiaal worden aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde hinderen of het uitzicht op de naastgelegen kramen c.q standplaatsen beperken;

    • J.

      De wijze van plaatsen van de verkoopwagen en het tijdstip waarop dit dient te geschieden moet in overleg met de marktmeesters worden bepaald. Het plaatsen en het verwijderen van een verkoopwagen kan slechts plaats vinden op het tijdstip waarop de situatie op de markt dat toelaat en gebruikers van kramen niet onnodig worden belemmerd in het op- en afrijden;

    • K.

      Indien een vergunninghouder die gebruikt maakt van een verkoopwagen voornemens is zijn standplaats op een bepaalde marktdag niet in te nemen, dient hij zich tijdig af te melden bij de marktmeesters, zodat er huurkramen voor meelopers kunnen worden geplaatst op de betreffende verkoopplaats. Deze afmelding dient tijdens kantooruren te worden doorgegeven, en vóór aanvang van de opbouw van de markt.

  • 2. Indien reeds op voorhand gerede twijfel bestaat of voldaan kan worden aan de in lid 1 genoemde voorschriften, wordt geen ontheffing verleend, behoudens het gestelde in artikel 7 lid 3 en 4.

Artikel 5. Ander eigen materiaal

  • 1. Voor het gebruik van een parasol kan een ontheffing worden verleend indien het gebruik van een huurkraam door burgemeester en wethouders onmogelijk wordt geacht gelet op de aard van de standplaats, het assortiment of in gevallen waarin de standhouder tevens standwerker is. Parasols van standhouders, niet zijnde standwerkers, mogen niet uitsteken buiten de gegunde lengte en mogen niet breder zijn dan de breedte van een standaardkraam (2,5 meter). De hoogte van de parasol dient ten minste 2.00 meter te zijn en het hoogste punt van de parasol mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkramen (3 meter).

  • 2. Voor het gebruik van de volgende soorten eigen materiaal wordt in principe geen toestemming verleend:

    • a.

      een eigen kraam;

    • b.

      verlengers, verbreders of verhogers voor zover deze hulpmiddelen ruimte innemen boven de voor het publiek bestemde loopruimte (tevens doorgang voor de hulpdiensten);

    • c.

      de marktmeester kan per afzonderlijk geval ontheffing verlenen.

  • 3. Voor het gebruik van eigen materiaal dat niet beschreven is in deze regels, wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de inhoud en strekking van deze regels.

Artikel 6. Kramengeld

  • 1. Indien een marktvergunninghouder met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 t/m 5 voornemens is over te stappen van huurmateriaal op eigen materiaal, dient hij een opzegtermijn van 3 maanden in acht te nemen richting de voor dat deel van de markt aangewezen kramenexploitant, dan wel drie maanden volledig door te betalen.

  • 2. Indien gebruik wordt gemaakt van eigen materiaal, behoeft geen kramengeld aan de voor dat deel van de markt aangewezen kramenexploitant te worden betaald, behoudens het bepaalde in lid 1.

Artikel 7. Overgangsbepalingen

  • 1. Marktvergunninghouders die sinds een tijdstip gelegen vóór de inwerkingtreding van deze regels gebruik maken van eigen materiaal waarvoor geen expliciete ontheffing is verleend, moeten voor het gecontinueerd gebruik van dit materiaal binnen twee maanden na inwerkingtreding van deze regels een ontheffing aanvragen.

  • 2. Indien de aanvraag om ontheffing als bedoeld in lid 1 niet binnen 2 maanden na inwerkingtreding van deze regels is ingediend, zal handhavend worden opgetreden tegen het gebruik van het betreffende eigen materiaal.Bij tijdige indiening van de aanvraag zal ook tijdens de behandeling van de aanvraag om ontheffing niet handhavend worden opgetreden tegen het gebruik van het betreffende eigen materiaal.

  • 3. Voor verkoopwagens voor het gecontinueerd gebruik waarvan ingevolge lid 1 een ontheffing wordt aangevraagd, vormt een maatvoering die afwijkt van de maten zoals voorgeschreven in artikel 4 lid 1 sub c, d, e en f geen belemmering voor het verlenen van een ontheffing. Indien onder deze omstandigheden een ontheffing wordt verleend, is deze echter slechts tijdelijk van aard, zolang de feitelijke situatie ongewijzigd blijft. Zodra de feitelijke situatie ter plaatse een wijziging ondergaat, bijvoorbeeld door vervanging van het gebruikte materiaal of inname door een nieuwe vergunninghouder, vervalt de tijdelijke ontheffing en dient een nieuwe aanvraag voor een ontheffing te worden ingediend. Aan de tijdelijke ontheffing kunnen geen rechten worden verleend voor de toekomst.

  • 4. Voor parasols voor het gecontinueerd gebruik waarvan ingevolge lid 1 een ontheffing wordt aangevraagd, vormt een maatvoering die afwijkt van de maten zoals voorgeschreven in artikel 5 lid 1 geen belemmering voor het verlenen van een ontheffing. Indien onder deze omstandigheden een ontheffing wordt verleend, is deze echter slechts tijdelijk van aard, zolang de feitelijke situatie ongewijzigd blijft. Zodra de feitelijke situatie ter plaatse een wijziging ondergaat, bijvoorbeeld door vervanging van het gebruikte materiaal of inname door een nieuwe vergunninghouder, vervalt de tijdelijke ontheffing en dient een nieuwe aanvraag voor een ontheffing te worden ingediend. Aan de tijdelijke ontheffing kunnen geen rechten worden verleend voor de toekomst.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in geval de implementatie van deze regels naar hun oordeel leidt tot overwegend onbillijke situaties, afwijken van het bij deze regels gestelde.

Artikel 9 Intrekking oude regeling

De “Regeling gebruik eigen materiaal Sittard-Geleen 2005, vastgesteld op 26 mei 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Dit besluit treedt in werking op datum publicatie van de Marktverordening Sittard-Geleen 2007 en deze beleidsregel (d.d.31-10-07 in de Trompetter).

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald onder de titel: Regeling gebruik eigen materiaal Sittard-Geleen 2007.

Ondertekening

Sittard-Geleen, 11 september 2007

Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen,

burgemeester

drs. G.J.M. Cox

secretaris

mr. M.E.J. Goldsmits-Brouns