Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening afvalstoffenheffing 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2009

De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,

Gezien het voorstel van van 28 oktober 2008, gemeenteblad 2008,

nummer 106 ,

Gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer,

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing 2009.

(Verordening Afvalstoffenheffing 2009)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1. Wet milieubeheer;

  • b.

    perceel: een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afval geldt;

  • c.

    groep van percelen: een groep van percelen waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meer containers;

  • d.

    container: een ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval door of vanwege de gemeente per perceel of per groep van percelen ter beschikking gesteld of geplaatst inzamelmiddel;

  • e.

    medische verklaring: een schriftelijke verklaring van een huisarts of medisch specialist

    • -

      waaruit blijkt dat vanuit de particuliere huishouding, waartoe de belastingplichtige behoort, als gevolg van een met name te noemen ziekte of handicap van een lid of leden van dat huishouden gedurende het heffingstijdvak extra afval is of zal worden aangeboden, en

    • -

      waarin een indicatie is opgenomen van de hoeveelheid afval die gedurende het heffingstijdvak naar verwachting als gevolg van de ziekte of handicap is of zal worden aangeboden.

  • f.

    tarieventabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • g.

    inworp: inworp van uit een perceel afkomstig huishoudelijk afval in een per groep van percelen ter beschikking gestelde of geplaatste container;

  • h.

    kennisgeving: een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maakt van een perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan:

      degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1 De belasting wordt geheven:

    • a.

      per perceel per jaar en

    • b.

      naar de hoeveelheid huishoudelijk afval.

  • 2 De belasting wordt berekend naar de tarieven, opgenomen in hoofdstuk I van de tarieventabel, met inachtneming van de in de tarieventabel gegeven aanwijzingen.

Artikel 5. Heffingstijdvak

  • a. Het heffingstijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

  • b. In afwijking van het eerste lid is het heffingstijdvak gelijk aan het kalenderhalfjaar voor de belasting als bedoeld in Hoofdstuk I, onder 3.1 tot en met 3.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • a. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • b. In afwijking van het gestelde onder a wordt de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onder 3.1 tot en met 3.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geheven bij wege van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving.

Artikel 7. Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Voor zover de belasting wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel a, is zij verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Voor zover de belasting wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel b, is zij verschuldigd bij het einde van het heffingstijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is de belasting, voor zover zij wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in artikel 4, eerste lid aanhef en onderdeel a, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het over het gehele heffingstijdvak verschuldigde bedrag als er in het heffingstijdvak na het begin van de kalendermaand waarin de belastingplicht is aangevangen, maanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek naar tijdsgelang ontheffing verleend van de belasting, voor zover zij wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in Hoofdstuk I, onderdeel 2, 2.1 en 2.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. De ontheffing beloopt zoveel twaalfde gedeelten van het over het gehele heffingstijdvak verschuldigde bedrag als er na afloop van de kalendermaand, waarin de belastingplicht eindigt, maanden overblijven.

  • 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel feitelijk in gebruik neemt.

Artikel 8. Termijn van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:

    • a.

      zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, in 8 gelijke betaaltermijnen;

    • b.

      indien automatische betalingsincasso niet mogelijk is, in 2 gelijke betaaltermijnen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, letter a, geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag van deze aanslag, lager is dan € 50,00 of meer is dan € 3.500,00.

  • 3 De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4 In afwijking van het gestelde in de leden 1 tot en met 3 dient de belasting als bedoeld in artikel 6, onder b te worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 5 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10. Kwijtschelding en vrijstelling

  • 1. Voor zover de afvalstoffenheffing wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel b, wordt bij de invordering van de belasting geen kwijtschelding verleend voor zover het aangeboden afval meer is dan:

    • ·

      249 kg per jaar voor eenpersoonshuishoudens.

    • ·

      498 kg per jaar voor meerpersoonshuishoudens.

  • 2. Indien incontinentie- en stomapatiënten zulks onder overlegging van een medische verklaring daarom verzoeken, wordt vrijstelling verleend van de afvalstofheffing, voor zover deze wordt geheven naar de maatstaf, genoemd in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel b en met in achtneming van het bepaalde onder IV van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De "Verordening reinigingsheffingen 2008”, vastgesteld op 12 december 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij met betrekking tot de heffing, van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Afvalstoffenheffing 2009".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van

17 december 2008.

drs. F.T.H.A.Coenen

De voorzitter

drs. G.J.M. Cox