Beleidsregels kleine binnenspeeltuinen

Geldend van 28-11-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kleine binnenspeeltuinen

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen,

gelet op artikel 4 lid 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor),

mede gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),

overwegende dat:

  • -

    bij de gemeente verzoeken zijn binnengekomen voor het vestigen van een binnenspeeltuin;

  • -

    de vestiging van een binnenspeeltuin niet in de bestemmingsplannen is voorzien;

  • -

    er behoefte bestaat aan praktische regels ten aanzien van de toelaatbaarheid van binnenspeeltuinen;

  • -

    binnen de kaders van het ruimtelijk beleid de vestiging van een binnenspeeltuin het meest voor de hand ligt op sport –en leisurelocaties, zoals met name Glanerbrook en het Fortunastadion en omgeving en ‘t Anker;

  • -

    vestiging van een binnenspeeltuin minder gewenst is op bedrijventerreinen, in woonwijken of stadscentra;

  • -

    de vestiging van een binnenspeeltuin binnen gebieden waarvoor expliciet beleid is vastgesteld, zoals veiligheidszones en Gardenz, ongewenst is;

  • -

    om enige duidelijkheid te verschaffen het gewenst is om beleidsregels vast te stellen;

  • -

    de beleidsregels beperkt zijn tot verzoeken voor een binnenspeeltuin met een maximaal bedrijfsvloeroppervlak (bvo) tot 1500 m2;

  • -

    hiermee invulling wordt gegeven aan artikel 4 lid 9 van bijlage II van het Bor voor zover het een binnenspeeltuin tot 1500 m2 bvo betreft;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

1 Begripsbepalingen

Binnenspeeltuin: een inpandige speelplaats met speelvoorzieningen.

Gardenz: het gebied dat is aangewezen als huis- en tuinboulevard gelegen tussen de Mauritsweg/Einighauserweg, Urmonderbaan en het Hof van Limburg.

Veiligheidszone: zone die of gebied dat is aangewezen vanwege het beperken van het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, over de weg of door buisleidingen of vanwege een inrichting aangewezen op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen of het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, hieronder begrepen de Veiligheidszone Chemelot en de Spoorzone.

Vergunning: een vergunning als bedoeld onder artikel 2:12 lid 1 onder a onder 20 Wabo.

2 Een vergunning wordt geweigerd indien het verzoek betrekking heeft:

  • a.

    op een gebouw dat op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst staat vermeld of

  • b.

    op een gebouw dat in het buitengebied ligt of

  • c.

    op een gebouw dat op Gardenz ligt of

  • d.

    op een gebouw dat binnen de PRzone(10-6) of in een veiligheidszone ligt.

3 A. Een vergunning kan worden verleend indien:

  • -

    het een initiatief betreft dat betrekking heeft op een bestaand gebouw;

  • -

    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;

  • -

    er wordt voldaan aan de vereisten van welstand;

  • -

    het initiatief passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;

  • -

    de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt of kan worden beïnvloed;

  • -

    parkeren plaatsvindt op eigen terrein;

  • -

    de gemeente is gevrijwaard van planschade;

  • -

    geen onevenredige toename van de verkeersbelasting in de omgeving ontstaat;

  • -

    er geen onevenredige negatieve milieueffecten worden veroorzaakt voor de omgeving en

  • -

    de toename van het groepsrisico is verantwoord.

B. In afwijking van hetgeen is vermeld onder lid 2 onder c kan een vergunning worden verleend indien:

  • -

    het verzoek betrekking heeft op een gebouw dat in hoofdzaak een andere bestemming heeft en de binnenspeeltuin daaraan ondergeschikt is met dien verstande dat de binnenspeeltuin maximaal 500m2 bvo mag zijn en

  • -

    er geen sprake is van een zelfstandige vestiging en

  • -

    de openingstijden van de binnenspeeltuin zijn gekoppeld aan de openingstijden van de andere functie en

  • -

    aan hetgeen is gesteld onder A wordt voldaan.

4 Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

5 Citeertitel

De beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels kleine binnenspeeltuinen.”

Ondertekening

Aldus vastgesteld tijdens de vergadering van burgemeester en wethouders op 12 november 2013

burgemeester
drs. G.J.M.Cox
secretaris
mr. J.H.J.Höppener

Toelichting

Bij de gemeente zijn enkele verzoeken binnengekomen voor het vestigen van een binnenspeeltuin. In de gemeente ontbreekt een binnenspeeltuin. De gemeente staat in beginsel positief tegenover dergelijke initiatieven.

De vestiging van een binnenspeeltuin is niet in de bestemmingsplannen voorzien. Binnen de kaders van het ruimtelijk beleid ligt het vestigen van een binnenspeeltuin het meest voor de hand op sport –en leisurelocaties, zoals met name Glanerbrook en het Fortunastadion en omgeving.

Minder gewenst, dan bij leisurelocaties , is de vestiging van een binnenspeeltuin op bedrijventerreinen, in woonwijken of stadscentra.

Ongewenst is de vestiging van binnenspeeltuinen binnen gebieden waarvoor expliciet beleid is opgesteld, zoals bijvoorbeeld beleid dat in het kader van externe veiligheid is vastgesteld. Op grond van dat beleid is het ongewenst om kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten toe te staan, zeker waar het een zo kwetsbare groep als jonge kinderen betreft.

Tevens moet hieronder de retailstructuurvisie worden begrepen. In die visie is Gardenz aangewezen als de locatie voor grootschalige winkels binnen de branches tuin en woninginrichting en grootschalige DHZwinkels. Om deze concentratiewens niet te frustreren is het noodzakelijk om de nog beschikbare ruimte voor grootschalige winkels beschikbaar te houden.

Om enige duidelijkheid te verschaffen is het gewenst om beleidsregels vast te stellen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de beleidsregels beperkt zijn tot die gevallen die betrekking hebben op een maximaal bedrijfsvloeroppervlak tot 1500 m2. Tot 1500 m2 geldt immers de reguliere procedure.

Verzoeken die een groter vloeroppervlakte betreffen vallen niet onder de beleidsregels. Voor die verzoeken is een projectafwijkingsbesluit nodig. Als handvat worden ook voor die grotere initiatieven dezelfde criteria gehanteerd. Deze criteria gelden tot de nieuwe structuurvisie is vastgesteld.

De Wabo onderscheidt twee voorbereidingsprocedures; de reguliere en de uitgebreide.

Regel bij het bepalen van de te volgen procedure (regulier of uitgebreid) is dat alles de reguliere voorbereidingsprocedure volgt, tenzij anders is bepaald. In artikel 3.10 staat expliciet aangegeven wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd.

Omdat art. 2.12 Wabo (de binnenplanse en buitenplanse afwijkingen) niet in artikel 3.10 Wabo wordt genoemd, betekent dit simpelweg dat deze planologische afwijkingsmogelijkheden onder de reguliere voorbereidingsprocedure vallen.