Beleidsregels subsidiering welzijn en zorg

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

1.1.	college:	het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen
1.2.	vrijwilligersorganisatie:	organisatie die uitsluitend met vrijwilligers werkt met als belangrijkste doelen het bevorderen van de sociale cohesie, de sociale integratie en het voorkomen van sociale uitsluiting
1.3.	ouderenvereniging:	een vrijwilligersorganisatie bestaande uit leden van 55 jaar en ouder, die een belangrijke rol dient te vervullen in het leggen en onderhouden van sociale kontakten en het vervullen van een actieve rol in het maatschappelijk leven, evenals het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van de sociale cohesie in buurten en wijken
1.4.	buurtvereniging:	een vrijwilligersorganisatie die zich ten doel stelt de sociale samenhang in de eigen buurt te versterken door middel van buurtgerichte activiteiten
1.5.	minderhedenorganisatie:	een vrijwilligersorganisatie waarvan minimaal 50% van de leden allochtoon zijn, of een andere dan de Nederlandse etnische afkomst hebben en waarvan minimaal 80% van de leden woonachtig is in de gemeente Sittard-Geleen
1.6.	vrouwenorganisatie:	een vrijwilligersorganisatie die zich in hun activiteiten richt op de verbreding van kennis en vaardigheden van de vrouw in algemene zin
1.7.	kerkgenootschap:	een kerkgenootschap als bedoeld in de wet op de Kerkgenootschappen van 10 september 1853 stb 102 of als zelfstandig onderdeel daarvan c.q daaraan door het college van Burgemeester en Wethouders gelijkgestelde godsdienstige organisaties
1.8.	geestelijke:	een tot een kerkgenootschap behorend persoon belast met de bediening van de openbare godsdienstuitoefening of mede de door het college van Burgemeester en Wethouders gelijkgestelde bedienaren

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

2.1 Minimaal 50% van de leden is woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen

2.2 Alleen voor de in de gemeente Sittard-Geleen woonachtige leden wordt subsidie toegekend.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERLENING

3.1. verdere subsidienormen en verplichtingen

Als subsidienormen en bijzondere verplichtingen worden gehanteerd:

3.3.1 voor ouderenverenigingen

• 1.

  Een vast bedrag per ouderenvereniging:

  -tot en met 100 leden	€ 250,00	(met een minimum van 25 leden)
  -van 101 tot en met 200 leden	€ 300,00
  -van 201 tot en met 350 leden	€ 400,00
  -vanaf 351 leden	€ 500,00

• 2.

  Een bedrag van € 13,00 per lid van 55 jaar en ouder.

  De vereniging dient bij voorkeur te zijn aangesloten bij een landelijk, provinciaal of regionaal erkende overkoepelende organisatie.

3.2 voor buurtverenigingen:

Een vastbedrag per buurtvereniging :

-van 25 tot en met 50 leden	€ 100,00	(met een minimum van 25 leden)
-van 51 tot en met 100 leden	€ 150,00
-van 101 tot en met 150 leden	€ 200,00
-vanaf 151 leden	€ 300,00

Bijzondere verplichting:

Men moet een gewaarmerkte ledenlijst overleggen die door de gemeente alleen voor intern gebruik wordt aangewend. Onder leden wordt verstaan aangesloten huishoudens.

3.3.3 voor EHBO - verenigingen

Een vast subsidiebedrag van € 450,00 per vereniging

3.3.4 voor IVN

• 1.

  IVN Born

• 2.

  IVN Sittard

• 3.

  IVN Munstergeleen

• 4.

  IVN Geleen

Een vaste bijdrage van € 900,00.

3.3.5 voor de volgende instellingen

Een vaste bijdrage van :

1.	Zonnebloem (overkoepelende organisatie)	€	2.250,00
2.	Unie van Vrijwilligers Geleen	€	2.875,00
3.	Stichting Burg Geleen	€	2.015,00
4.	Gilde Westelijke Mijnstreek	€	4.500,00
5	Comité Einighausen	€	1.112,00
6.	Rode Kruis afd. Sittard	€	3.630,00
7	Rode Kruis afd. Geleen	€	1.727,00
8.	Stichting Leergeld W.M. Sittard	€	17.285,00
9.	Stichting Horizon	€	5.000,00

3.3.6 voor de adviesraden

1.	Adviesraad ouderenbeleid	€ 7.500,00
2.	Adviesraad Gehandicapten en Chronisch zieken Sittard-Geleen	€ 7.500,00
3.	Stichting Platform Multicultureel	€ 7.500,00
4.	Sociaal Overleg Sittard-Geleen	€ 7.500,00

Bijzondere verplichting:

de adviesraden moeten een convenant (overeenkomst) afsluiten met het gemeentebestuur of moeten in een wet of verordening zijn opgenomen

3.3.7 voor minderhedenorganisaties

• 1.

  De volgende minderhedenorganisaties ontvangen een vast subsidiebedrag:

  (met een minimum van 25 leden)

  -Circulo Sardo Su Nuraghe	€	300,00
  -Centro Espagnol Geleen	€	300,00
  -Comitato Italiano	€	300,00
  -Ermis voor Griekse emigranten	€	300,00
  -Marokkaans-Tunenische ver. Nadha (PIW)	€	300,00
  -Turks soc. Cult. St. i.o. Ihlas Geleen	€	300,00
  -Werkgroep Antillianen en Arubanen Sittard	€	300,00
  -Moluks Welzijnswerk Merpati (PIW)	€	10.105,00
  -St. Vrouw en Welzijn	€	300,00
  -Muyeres Espagnolas Geleen	€	300,00
  -St. Bergaul Geleen	€	300,00
  -Afghaanse Culturele Vereniging Born	€	300,00

• 2.

  naast het verkrijgen van het basissubsidiebedrag als tegemoetkoming voor de organisatiekosten, kan de in het kader van het nog vast te stellen lokaal integratiebeleid een beroep worden gedaan op het fonds ‘integratie- en participatiebeleid’. Vanuit dit fonds zullen, onder nog vast te stellen voorwaarden, projectactiviteiten worden gefinancierd

3.8 voor vrouwenorganisaties

Een vast bedrag per vrouwenorganisatie :

-tot en met 50 leden	€ 150,00	(met een minimum van 25 leden)
-van 51 tot en met 100 leden	€ 250,00
-van 101 tot en met 200 leden	€ 350,00
-vanaf 201 leden	€ 450,00

Jaarlijks dient de vereniging een lijst in te dienen waaruit blijkt uit hoeveel leden de vereniging bestaat. De ledenlijst moet voorzien zijn van naam, adres en woonplaats.

Deze ledenlijst wordt door de gemeente uitsluitend voor intern gebruik aangewend.

Indien er sprake is van een stichtingsvorm dient een lijst met begunstigers te worden overlegd.

3.3.9 voor kerkgenootschappen

Een jaarlijks subsidie van € 1.200 per fulltime kerkbedienaar. Voor de R.K.-Parochies zijn de gegevens van het Bisdom bepalend.

Voor de overige kerkgenootschappen geldt het aantal bedienaren dat door het college van Burgemeester en Wethouders als zodanig wordt aangemerkt.

Bijzondere verplichting:

de activiteiten moeten een bijdrage leveren aan de sociale cohesie, sociale integratie, het voorkomen van sociale uitsluiting en het bevorderen van de zelfredzaamheid van de bij de kerkgenootschappen aangesloten gelovigen

HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE GEVALLEN

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard

HOOFDSTUK 5 WERKINGSSFEER

• 1.

  Niet voor subsidie in aanmerking komt een vereniging of stichting die:

  • a.

    verbonden is aan of onderdeel is van een andere organisatie, instelling, instituut, bedrijf ed. zoals een dienst-, bedrijfs- of beroepsvereniging c.q. of een gezelschap verbonden aan een inrichting, een onderwijsinstelling of kerkgenootschap

  • b.

    Verenigingen c.q stichtingen die voor het eerst een beroep doen op een structureel subsidie komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau

• 2.

  De subsidiering kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de stichting of vereniging onvoldoende actief is

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEPLAFOND

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de gemeentebegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt het subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage dat het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

HOOFDSTUK 7 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels subsidiering op het gebied van WELZIJN EN ZORG 2005

HOOFDSTUK 8 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking met ingang van het subsidiejaar 2005. Met ingang van 2005 vervallen alle bestaande beleidsregels op het gebied van welzijn en zorg

• 2.

  Instellingen die er door deze regeling meer dan 10% op achteruitgaan ontvangen op basis van de overgangsregeling:

  • a.

    in 2005 als extra garantiesubsidie 2/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004

  • b.

    in 2006 als extra garantiesubsidie 1/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004

• 3.

  Instellingen die er door deze regeling meer dan 10% op vooruitgaan ontvangen op basis van de overgangsregeling:

  • a.

    in 2005 2/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004 in mindering gebracht op het berekende subsidie

  • b.

    in 2006 1/3 deel van het verschil tussen 2005 en 2004 in mindering gebracht op het berekende subsidie

• 4.

  Op deze beleidsregels is de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2003 van toepassing