Regeling vervallen per 31-12-2009

Beleidsregels subsidiering binnensport voor amateurs

Geldend van 01-07-2005 t/m 30-12-2009

Intitulé

BELEIDSREGELS SUBSIDIËRING OP HET GEBIED VAN BINNENSPORT VOOR AMATEURS

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

overwegende dat het noodzakelijk is aanvullende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot subsidieverlening op het gebied van de BINNENSPORT VOOR AMATEURS;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening;

mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels subsidiëring op het gebied van binnensport voor amateurs.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1.1.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

  • 1.2.

    vereniging: een sportvereniging die rechtspersoon is en die statutair gevestigd is in de gemeente Sittard-Geleen en waarvan de sportactiviteiten in of vanuit de gemeente Sittard-Geleen plaatsvinden;

  • 1.3

    jeugdleden: leden sportvereniging, welke op de peildatum de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 1.4

    leden: jeugdleden en overige leden van een sportvereniging;

  • 1.5

    gehandicapte leden: jeugdleden en overige leden van een sportvereniging, welke door een chronische functiebeperking niet zelfstandig kunnen deelnemen aan de activiteiten van de sportvereniging en/of waarvoor extra voorzieningen noodzakelijk zijn.

  • 1.6

    binnensporten onder binnensporten wordt in het kader van deze beleidsregels verstaan:

    badminton, basketbal, boksen, gymnastiek, judo/budo, karate, tafeltennis, korfbal, watersporten, ijshockey handbal, volleybal, zaalvoetbal. Overige binnensporten vallen onder de “beleidsregels subsidiering op het gebied van amateursport.

  • 1.7.

    sportaccommodatie de voor de feitelijke sportbeoefening benodigde accommodatie

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

De binnensportvereniging moet voldoen aan de volgende criteria:

  • 2.1

    de vereniging moet aangesloten zijn bij een overkoepelende organisatie, die is aangesloten bij het NOC*NSF en heeft als doelstelling het beoefenen van de sport door leden in clubverband en die geen bedrijfsorganisatie is of een specifieke jeugdorganisatie en

  • 2.2

    minimaal 50% van de actieve (sportende) leden is woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen en

  • 2.3

    de vereniging biedt sportactiviteiten aan de leden aan, in ieder geval ook in competitieverband onder auspiciën van de overkoepelende organisatie en

  • 2.4

    de vereniging is in de gemeente gevestigd (verenigingsadres) en werkzaam (meest bespeelde accommodatie) en

  • 2.5

    de activiteiten en trainingen staan onder deskundige leiding (gediplomeerd/geschoold technische kader) en

  • 2.6

    de vereniging dient op 1 januari voorafgaande aan de subsidieperiode tenminste 15 contributie betalende en actieve jeugdleden tot 18 jaar te hebben woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen en

  • 2.7

    peildatum voor bepaling van het subsidiabele ledenaantal is 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft. Het subsidiabele ledenaantal wordt bepaald aan de hand van de lijst van de overkoepelende organisatie en

  • 2.8

    een vereniging met een minder aantal jeugdleden, maar wel met één of meer gehandicapte leden, kan in aanmerking komen voor een subsidiebedrag per contributie betalend gehandicapt lid, woonachtig in Sittard-Geleen en

  • 2.9

    alleen voor de in de gemeente Sittard-Geleen woonachtige jeugdleden wordt subsidie toegekend.

  • 2.10

    een vereniging kan, ongeacht het aantal jeugdleden, in aanmerking komen voor een bijdrage in de huurkosten van de in de gemeente gelegen sportaccommodatie.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERLENING

  • 3.1

    Een basisbedrag per vereniging van € 1.000 indien het aantal in Sittard-Geleen woonachtige jeugdleden van 15 tot en met 100 bedraagt; € 1.500 indien het aantal in Sittard-Geleen woonachtige jeugdleden van 101 tot en met 200 bedraagt; € 2.000 indien het aantal in Sittard-Geleen woonachtige jeugdleden van 201 tot en met 500 bedraagt; € 3.000 indien het aantal in Sittard-Geleen woonachtige jeugdleden 501 of meer bedraagt;

  • 3.2

    Het basisbedrag genoemd onder 3.1 wordt verhoogd met een bedrag van € 20 per contributiebetalend actief jeugdlid tot 18 jaar woonachtig in Sittard-Geleen;

  • 3.3

    Het basisbedrag onder 3.1 wordt verhoogd met een bedrag van € 10 per contributiebetalend gehandicapt lid woonachtig in Sittard-Geleen;

  • 3.4

    Een bijdrage van 36% in de door de gemeente goedgekeurde huurkosten van in de gemeente gelegen sportaccommodaties.

    In afwijking van het hiervoor gestelde kan alleen subsidie worden verstrekt in de huur van een gemeentelijke sportaccommodatie, tenzij naar het oordeel van het college laatstbedoelde accommodatie niet voorhanden is of daarin naar het oordeel van het college geen geschikte uren worden aangeboden. In laatstbedoeld geval moet tevens het huurbedrag vooraf door het college worden goedgekeurd. Het college kan daarbij het voor subsidie in aanmerking komend huurbedrag lager vaststellen dan het werkelijk verschuldigde bedrag.

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIEVERLENING EN - VASTSTELLING

  • 4.1

    Subsidieverlening vindt plaats op basis van een vóór 1 april voorafgaand aan het subsidiejaar ingediende aanvrage. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van die termijn.

  • 4.2

    Subsidievaststelling vindt plaats op basis van een vóór 1 april na afloop van het subsidiejaar ingediende aanvrage. Het college kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van die termijn. Het definitief subsidiebedrag kan niet hoger zijn dan het bedrag van de subsidieverlening, tenzij de veranderingen in de gegevens, waarop de subsidieverlening is gebaseerd, vooraf schriftelijk door het college zijn goedgekeurd.

  • 4.3

    Het bedrag van subsidieverlening wordt bij wijze van voorschot in termijnen uitbetaald volgens een door het college vast te stellen betalingsschema.

HOOFDSTUK 5 BIJZONDERE GEVALLEN

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

HOOFDSTUK 6 WERKINGSSFEER

  • 6.1

    Verenigingen die voor het eerst een beroep doen op een structureel subsidie komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.

  • 6.2

    De subsidiering kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de vereniging onvoldoende actief is

HOOFDSTUK 7 SUBSIDIEPLAFOND

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de gemeentebegroting voor het betreffende begrotingsjaar opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen kan het subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort worden met een percentage dat gelijk is aan het percentage waarmee het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

HOOFDSTUK 8 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

“Beleidsregels subsidiëring op het gebied van binnensport voor amateurs”.

HOOFDSTUK 9 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2005.

  • 2.

    Verenigingen die er door deze regeling op achteruitgaan ten opzichte van 2004 ontvangen op basis van de overgangsregeling:

    • a.

      in 2005:Indien het nadeel meer bedraagt dan € 5 per lid per jaar een compensatie, gelijk aan het verschil tussen het nadeel 2005 en een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 5.

    • b.

      in 2006: Indien het nadeel meer bedraagt dan € 20 per lid per jaar een compensatie, gelijk aan het verschil tussen het nadeel 2005 en een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 20.

    • c.

      in 2007: Indien het nadeel meer bedraagt dan € 35 per lid per jaar een compensatie, gelijk aan het verschil tussen het nadeel 2005 en een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 35.

    • d.

      In 2008: Indien het nadeel meer bedraagt dan € 50 per lid per jaar een compensatie, gelijk aan het verschil tussen het nadeel 2005 en een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 50.

  • 3.

    Verenigingen die er door deze regeling op vooruitgaan ten opzichte van 2004 ontvangen op basis van de overgangsregeling:

    • a.

      in 2005: Indien het voordeel meer bedraagt dan € 5 per lid, een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 5.

    • b.

      in 2006: Indien het voordeel meer bedraagt dan € 20 per lid, een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 20.

    • c.

      in 2007: Indien het voordeel meer bedraagt dan € 35 per lid, een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 35.

    • d.

      in 2008: Indien het voordeel meer bedraagt dan € 50 per lid, een bedrag gelijk aan het ledenaantal per 1 januari 2005 vermenigvuldigd met 50.

  • 4.

    In 2008 wordt op basis van een evaluatie bezien of het noodzakelijk is voor verenigingen, waarvoor de achteruitgang ten opzichte van 2004 meer bedraagt dan € 50 per lid per jaar of het noodzakelijk is nog aanvullende maatwerkafspraken te maken.

  • 5.

    Op deze beleidsregels is de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2003 van toepassing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 mei 2005

Burgemeester en Wethouders van Sittard-Geleen

De Burgemeester

drs. W.J.A. Dijkstra

De Secretaris

drs. M.J.M. Meijs