Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar

Geldend van 03-02-2010 t/m heden

Intitulé

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    ambtenaar: de ambtenaar, door burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd;

  • c.

    teamleider RBL: ambtenaar in dienst van de gemeente Sittard-Geleen die leiding geeft aan het RBL.

  • d.

    administratief medewerker: de medewerkers van het RBL belast met het bijhouden van de leerlingenadministratie.

  • e.

    functioneel beheerder: ambtenaar die onder andere is belast met de koppeling van de GBA gegevens aan het leerplichtadministratiesysteem.

  • f.

    directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast.

  • g.

    de ouders: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen.

  • h.

    De jongere: een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig of kwalificatie-plichtig is.

Artikel 2. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim (artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1. Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door de administratief medewerker.

  • 2. In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar.

  • 3. De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden wekelijks door de afdeling Dienstverlening doorgeven aan de functioneel beheerder.

  • 4. De administratief medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen en instellingen met betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn. De ambtenaar onderneemt actie naar de directeuren van de scholen die in gebreke blijven, met het oog op een doelmatige uitwisseling van gegevens. Onder scholen en instellingen worden begrepen alle scholen en instellingen waar leerlingen zijn ingeschreven, die woonachtig zijn in Sittard-Geleen en de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek.

  • 5. Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

  • 6. De ambtenaar kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 7. De administratief medewerker controleert aan het begin van het schooljaar voor het voortgezet onderwijs/ middelbaar beroepsonderwijs en daarna maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Met betrekking tot het primair onderwijs geldt dat deze controle plaatsvindt binnen zes weken na aanvang van de lessen van de school en daarna maandelijks. Indien dit niet het geval is, geeft de administratief medewerker de gegevens zo spoedig mogelijk in handen van de ambtenaar, die de acties onderneemt als omschreven in artikel 6 (Absoluut verzuim).

  • 8. De administratief medewerker controleert of een bericht van afschrijving van de ene school gekoppeld is aan een bericht van inschrijving op een andere school. Indien binnen zeven dagen geen bericht van inschrijving is ontvangen, neemt de administratief medewerker contact op met de ouders van de leerplichtige of kwalificatieplichtige of de directeur van de ‘oude’ school.

  • 9. De administratief medewerker draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De ambtenaar bepaalt zonodig welke gegevens uit het leerlingdossier worden overgedragen aan de ambtenaar in de nieuwe woongemeente.

  • 10. Jaarlijks worden voor 1 juni alle scholen in de gemeente Sittard-Geleen en de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek aangeschreven met het verzoek tijdig alle schoolverlaters met de benodigde gegevens door te geven aan de leerplichtadministratie aan het Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek.

Artikel 3. Leerlingdossier

  • 1. De ambtenaar legt slechts een leerlingdossier aan over een jongere indien de ambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden.

  • 2. In de leerlingenadministratie wordt een aantekening gemaakt.

  • 3. In het leerlingdossier neemt de ambtenaar de volgende gegevens op:

    • a.

      burger service nummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • b.

      voornamen en achternaam;

    • c.

      geslacht;

    • d.

      geboortedatum en -plaats;

    • e.

      nationaliteit;

    • f.

      etniciteit;

    • g.

      naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers;

    • h.

      school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

    • i.

      kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • j.

      kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • k.

      aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • l.

      afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • m.

      verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • n.

      aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere;

    • o.

      afschrift van de melding aan de Sociale Verzekeringsbank;

    • p.

      kopie van proces-verbaal.

  • 4. De ambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerlingdossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.

Artikel 4. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden (artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1. De ambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag zo spoedig mogelijk en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2. De ambtenaar geeft de aanvrager een termijn van ten minste een week en ten hoogste drie weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De ambtenaar kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 3. De ambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 4. De ambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de aanvrager bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 5. De ambtenaar kan de jongere in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.

  • 6. De ambtenaar kan bepalen op welke plaats aan de directeur, de aanvrager of de jongere de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen aan hem kenbaar te maken.

  • 7. De ambtenaar legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerlingdossier.

  • 8. De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.

  • 9. De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.

Artikel 5. Relatief verzuim van leerplichtige jongeren (artikelen 21 en 22 Leerplichtwet)

  • 1. De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratief medewerkers. Jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs worden gemeld via de IB-groep. Jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.

  • 2. Binnen een week meldt de administratief medewerker via de IB-groep betreffende jongeren die onderwijs volgen aan het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de ambtenaar binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door de directeur is gedaan, neemt de ambtenaar binnen een vijf werkdagen contact op met de melder.

  • 3. De ambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving zo spoedig mogelijk contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de ambtenaar in beginsel ook contact met de jongere zelf.

  • 4. Zowel van het gesprek met de ouders/verzorgers als met de jongere maakt de ambtenaar een verslag. De ambtenaar verstrekt aan de ouders en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de ambtenaar een notitie in het leerlingdossier.

  • 5. De ambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig, op eigen initiatief dan wel op verzoek, contact met de directeur van de school of de door de directeur aangewezen functionaris(sen) belast met de begeleiding van de jongere, met medewerkers van de instelling voor jeugdzorg die met de jongere en/of de ouders contact hebben, en met andere personen waarmee het contact van belang kan zijn om de verzuimsituatie zo snel mogelijk te beëindigen.

  • 6. De ambtenaar legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

  • 7. De ambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

  • 8. De ambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de ambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, in beginsel ook aan de jongere zelf. De ambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De administratief medewerker sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs, af bij het verzuimloket van de IB-groep.

  • 9. Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de ambtenaar een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. Indien de ambtenaar voornemens is om een melding bij de Sociale Verzekeringsbank te doen, dan roept hij ouders en jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek, waarbij hij betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank.

  • 10. Blijkt uit de gesprekken als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de ambtenaar de ouders, de jongere van 12 jaar of ouder en de directeur op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.

  • 11. De opmaak van een proces-verbaal

    • a.

      De ambtenaar is bevoegd het (laten) opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van

      • verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van een overtreding; én

      • een eerste overtreding; én

      • verzuim van lichte aard is (namelijk kortere dan 16 uur binnen 4 aaneengesloten weken).

    • b.

      De ambtenaar kan bij luxe verzuim tot en met 3 dagen besluiten een schriftelijke waarschuwing naar ouders te zenden of een proces-verbaal op te maken.

    • c.

      De ambtenaar maakt bij luxe verzuim van meer dan 3 dagen altijd proces-verbaal op.

    • d.

      De ambtenaar maakt bij herhaling van luxe verzuim altijd proces-verbaal op.

    • e.

      De ambtenaar neemt een kopie van het proces-verbaal op in het leerlingdossier.

  • 12. De ambtenaar kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 13. Zodra de ambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op en zendt dit naar de officier van justitie.

  • 14. De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom jegens de directeur indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 15. De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het verzuim van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

  • 16. De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

Artikel 6. Absoluut verzuim (artikelen 3 en 4b Leerplichtwet)

  • 1. Indien hem blijkt dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de ambtenaar zo spoedig mogelijk of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt.

  • 2. Indien van een administratieve onvolkomenheid niet is gebleken, zoekt de ambtenaar zo spoedig mogelijk contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven.

  • 3. Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de ambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.

  • 4. Artikel 5, lid 4 tot en met 11, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige (met inbegrip van verwijdering) (artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet)

  • 1. De kennisgevingen van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, de kennisgeving van afschrijving door de administratief medewerker ontvangen. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.

  • 2. De administratief medewerker onderzoekt of van de jongere een leerlingdossier aanwezig is. Zonodig draagt de administratief medewerker er zorg voor dat een leerlingdossier wordt aangemaakt en dat de melding in het dossier wordt opgenomen.

  • 3. De ambtenaar onderneemt alle activiteiten die noodzakelijk zijn om te komen tot een zodanig onderwijsleertraject voor de jongere dat de kans op het behalen van een startkwalificatie zo groot mogelijk is.

  • 4. Artikel 5, lid 3 tot en met 11, is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Zodra de ambtenaar kennisneemt van verwijdering van een jongere dat niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig en nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij proces-verbaal (van bevindingen) aan de officier van justitie (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet).

  • 6. De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

  • 7. De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.

Artikel 8 Vervangende leerplicht (artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

  • 1. De teamleider besluit namens het college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.

  • 2. Blijkt aan de ambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen een zo kort mogelijke periode worden gevoerd.

  • 3. De ambtenaar draagt er zorg voor

    • a.

      dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd;

    • b.

      dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en

    • c.

      dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard tijdig over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

  • 4. De ambtenaar draagt er zorg voor

    • a.

      dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders en de jongere wordt uitgelegd en

    • b.

      dat de ouders het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

  • 5. De ambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b is verleend.

Artikel 9 Vrijstelling van de kwalificatieplicht wegens het volgen van ander onderwijs (artikel 15 Leerplichtwet)

  • 1. De teamleider besluit namens het college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.

  • 2. Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de ambtenaar acht op:

    • de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het bereiken van een startkwalificatie; en

    • de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs bij een programma krachtens de kwalificatieplicht.

Artikel 10 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht (artikel 5 aanhef en onder a, b en c, artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)

  • 1. De ambtenaar neemt namens ons college de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de volledigheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2. Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, draagt de ambtenaar er zorg voor dat de door de burgemeester en wethouders te benoemen onafhankelijk arts, psycholoog of anders academisch gevormde op zo kort mogelijke termijn de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring omtrent de geschiktheid van de jongere geeft.

  • 3. Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders niet langer dan vier weken na ontvangst van de verklaring van de door de burgemeester en wethouders te benoemen onafhankelijk arts, psycholoog of anders academisch gevormde.

  • 4. Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste vier weken. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de ambtenaar deze termijn binnen vier weken aan de ouders mee.

  • 5. Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de ambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

  • 6. In het bericht aan de ouders, bedoeld in het eerste lid, deelt de ambtenaar aan de ouders mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de wet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van de wet.

  • 7. Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de wet voldoet, geeft de ambtenaar de ouders een termijn van maximaal vier weken, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 8. Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de ambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

  • 9. Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overlegd, dan deelt de ambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten/geniet.

  • 10. De ambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren die 16 jaar of ouder zijn.

Artikel 11. Preventie

De ambtenaar beoefent een zorgfunctie naast de toezichthoudende functie. Deze functie komt voort uit het feit dat de ambtenaar geconfronteerd wordt met jongeren die verzuimen of uitvallen op school. Om adequate oplossingen te vinden, samen met het onderwijs, werkt hij samen met instellingen en diensten die een verantwoordelijkheid hebben voor deze jongeren. De uitvoering van deze zorgfunctie omvat de volgende taken:

  • 1.

    Het oppakken van zorgmeldingen.

  • 11.

    Deelname aan alle zorgadviesteams van het voortgezet onderwijs in de gemeente Sittard-Geleen en in de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek.

  • 2.

    Deelname aan relevante netwerken.

  • 3.

    Het bezoeken van scholen in de gemeente Sittard-Geleen en in de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek.

Artikel 12. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 22, lid 5 Leerplichtwet)

Indien de ambtenaar proces-verbaal aan de officier van justitie zendt met betrekking tot ouders dan wel een jongere, zendt hij een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming indien hij dat nodig acht of indien de jongere of zijn ouders/verzorgers reeds eerder een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de jongere de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt wordt tevens een melding aan Bureau Jeugdzorg gedaan, met uitzondering van het proces-verbaal dat naar aanleiding van luxe verzuim wordt opgemaakt.

Artikel 13. Melding aan Bureau Jeugdzorg

Indien de ambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg (AMK) sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ouders. Hij neemt het rapport op in het leerlingdossier.

Artikel 14. Melding aan de Arbeidsinspectie (artikel 23 Leerplichtwet)

De ambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Arbeidsinspectie met betrekking tot:

  • a.

    jongeren waarvoor vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de wet;

  • b.

    jongeren waarvoor vrijstelling van de inschrijfplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b, van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c.

    jongeren waarvan hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 15. Melding aan de Sociale Verzekeringsbank

  • 1. De ambtenaar kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim, meer dan 16 uur per 4 weken bij een jongere van 16 of 17 jaar die geen startkwalificatie heeft, niet staat ingeschreven op een school of deze niet regelmatig bezoekt, tenzij er sprake is van een vrijstelling.

  • 2. De ambtenaar kan besluiten om over te gaan tot een melding indien er sprake is van ver- wijtbaarheid van de ouders en/of jongere, ouders en/of jongere niet willen meewerken aan afspraken om het verzuim te stoppen en/of er sprake is van recidive.

  • 3. Alvorens de ambtenaar een melding doet bij de SVB, roept hij ouders en jongere op om hen van de melding op de hoogte te brengen. Tevens worden er afspraken gemaakt binnen welke termijn onder welke voorwaarden de ouders en jongere de melding ongedaan kunnen laten maken.

  • 4. De ambtenaar zet de volgende afspraken op papier, welke naar ouders en jongere verstuurd worden:

    • het geconstateerde verzuim (minimaal 16 uur per 4 weken);

    • de ondernomen acties om dit verzuim te stoppen, welke niet hebben geleid tot het resultaat (acties van de medewerker leerplicht/RMC, gesprek, waarschuwing, melding ZAT enz.);

    • datum waarop de melding naar de SVB is verstuurd;

    • datum waarop de kinderbijslag stop gezet zal worden

    • voorwaarden waar ouders en/of jongere aan moeten voldoen om de melding ongedaan te maken;

    • evaluatiedatum (als de melding aan de SVB is gedaan, kunnen ouders en/of jongere alsnog voldoen aan de voorwaarden de melding aan de SVB ongedaan maken. Hiervoor wordt een uiterste datum genoemd. Op deze wijze hebben ouders en jongere alsnog de kans de melding ongedaan te maken).

Artikel 16. Jaarverslag (artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB)

  • 1. De ambtenaar doet jaarlijks tijdig een voorstel aan burgemeester en wethouders voor het -jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen - verslag aan de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid, alsmede voor de - jaarlijks voor 1 december uit te brengen - effectrapportage met betrekking tot de RMC-taken.

  • 2. De ambtenaar en de administratief medewerker dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim en de effectrapportage van de bestrijding voortijdig schoolverlaten beschikbaar zijn.

Artikel 17. Samenwerking in de regio (artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

  • 1. De ambtenaar voert ten minste tweemaal per jaar overleg in het harmonisatieoverleg met de ambtenaren van het gewest Zuid-Limburg over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij maakt van dit overleg op enigerlei wijze melding in zijn jaarverslag.

  • 2. De ambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de wet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten.

    Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:

    • ·

      afspraken over het onderhouden van contacten met scholen in de regio waar leerlingen uit meerdere gemeenten uit de regio zijn ingeschreven;

    • ·

      afspraken over de beleidsregels met betrekking tot de scholen in de regio;

    • ·

      afspraken over de adviezen met betrekking tot het beleid die leerplichtambtenaren uit de regio geven aan de scholen in de regio;

    • ·

      afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met de regionaal werkende instellingen op het gebied van jeugdzorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid;

    • ·

      afspraken over de organisatie en inhoud van het overleg met het Openbaar Ministerie.

  • 3. De ambtenaar doet in het regionale overleg zonodig voorstellen over:

    • ·

      de toepassing van artikel 14 van de wet (vrijstellingsgronden);

    • ·

      de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grond van artikel 11 aanhef en onder f en g van de wet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden);

    • ·

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de wet (onderzoek door de ambtenaar).

  • 4. De ambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de ambtenaar in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van Sittard-Geleen en van de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht/RMC Westelijke Mijnstreek.

  • 5. De gemeente Sittard-Geleen is lid van Ingrado, de landelijke vereniging voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten.

Artikel 18. Samenwerking met diensten en instellingen (artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet)

De ambtenaar werkt samen met de instellingen opgenomen in bijlage 2, zo vaak hij, de betrokken ouders of jongere dat nuttig of wenselijk acht met het oog op een zo goed mogelijk verlopende schoolloopbaan van de jongere.

Artikel 19. Beleidsontwikkeling

  • 1. De ambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen de gemeente, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.

  • 2. De ambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van de leerplichttaken van belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.

Artikel 20. Slotbepalingen

  • 1. Het vaststellen van deze instructie wordt bekendgemaakt aan de scholen en instellingen waar leerlingen uit de gemeente Sittard-Geleen en uit de andere gemeenten die deelnemen in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek staan ingeschreven en aan de in bijlage 2 genoemde instellingen, door toezending van dit besluit.

  • 2. Deze instructie treedt in werking 1 dag na de dag van bekendmaking in de daarvoor gebruikelijke kanalen. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de ambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.

  • 3. De regeling wordt aangehaald als “Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Sittard-Geleen 2010”.

  • 4. Met het vaststellen van de instructie komt de”Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Sittard-Geleen 2008” te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, op 02 februari 2010.

Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen,

Burgemeester
drs. G.J.M.Cox
Secretaris
mr. J.H.J.Höppener

Bijlage 1 Toelichting op de ambtsinstructie

De ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar is opgesteld om de gewenste werkwijze met betrekking tot het toezicht op de naleving van de leerplicht zo duidelijk mogelijk, en toegesneden op de situatie in de gemeente Sittard-Geleen, vast te leggen. De situatie in de gemeente Sittard-Geleen komt overeen met de situatie in de andere deelnemende gemeenten van de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek.

In de ambtsinstructie zijn geen bepalingen opgenomen die in de wetgeving zijn opgenomen. De ambtsinstructie moet dan ook in nauwe samenhang met de wetgeving gelezen worden. Met wetgeving wordt hier niet alleen op de Leerplichtwet en de onderwijswetten gedoeld, maar ook andere relevante wetgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht, het Wetboek van Strafrecht en de Wet bescherming persoonsgegegevens.

In de ambtsinstructie wordt de aanduiding “ambtenaar” gebruikt als het gaat om taken die door elke als leerplichtambtenaar beëdigde functionarissen worden uitgevoerd. Er wordt van uitgegaan dat de ambtenaren alle over de bevoegdheid als BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar) beschikken.

In de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek en de daarbij behorende dienstverleningsovereenkomsten wordt verwezen naar deze ambtsinstructie als het gaat om de uitvoering van de taken die hierin zijn afgesproken.

In januari 2010 is de ambtsinstructie gewijzigd conform landelijke richtlijnen. Artikel 15 Melding aan de Sociale Verzekeringsbank is hieraan toegevoegd in verband met de wijziging van de algemene wet Kinderbijslag waardoor de leerplichtambtenaar een nieuw handhavinginstrument heeft voor 16 en 17 jarigen.

Bijlage 2 Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

  • ·

    Interne diensten/afdelingen van de gemeente Sittard-Geleen, Beek, Schinnen en Stein

  • ·

    Scholen voor primair onderwijs

  • ·

    Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

  • ·

    Scholen voor voortgezet onderwijs

  • ·

    Instellingen voor beroepsonderwijs (ROC)

  • ·

    Regionale expertisecentra (so-vso)

  • ·

    Permanente commissie leerlingenzorg

  • ·

    Samenwerkingsverband vo

  • ·

    Inspectie voor het onderwijs

  • ·

    Time-outvoorziening

  • ·

    Herstart

  • ·

    Rebound

  • ·

    Op de Rails

  • ·

    Bureau Jeugdzorg, regio Westelijke Mijnstreek

  • ·

    Raad voor de Kinderbescherming

  • ·

    Prins Claus Centrum

  • ·

    GGD regio Westelijke Mijnstreek – afdeling jeugdgezondheidszorg

  • ·

    Partners in Welzijn

  • ·

    Mondriaan Zorggroep

  • ·

    Bureau Halt

  • ·

    Kantongerecht Sittard

  • ·

    Arrondissementsrechtbank Maastricht

  • ·

    Officier van justitie belast met jeugdzaken

  • ·

    Politie /regiopolitie in de Westelijke Mijnstreek

  • ·

    Centrum voor Werk en Inkomen

  • ·

    Arbeidsinspectie

  • ·

    Sociale Verzekeringsbank

  • ·

    Leerplichtambtenaren regio Parkstad Limburg en regio Maastricht Mergelland