Regeling vervallen per 22-07-2014

Beleid inzake Victoria (bevoegdheid burgemeester m.b.t. sluiting woningen c.a.)

Geldend van 19-09-2002 t/m 21-07-2014

Intitulé

Beleid inzake Victoria Artikel 174A Gemeentewet

Toepassingscriteria inzake de bevoegdheid van de burgemeester om woningen te sluiten.

Inleiding

Overlast als gevolg van handel in drugs vanuit woningen is een maatschappelijk probleem dat het afgelopen decennium sterk in omvang en ernst is toegenomen. De rust in omliggende woningen wordt dag en nacht verstoord doordat er sprake is van een continu stroom van verslaafden gedurende 24 uur per dag. Deze 'bezoekers' houden zich vaak gedurende vele uren in de buurt van een drugspand op, bellen dikwijls verkeerd aan (ook 's nachts) en roepen hiermee bij omwonenden een gevoel van onbehagen en onveiligheid op. Dat gevoel wordt versterkt door regelmatig plaatsvindende geweldsdelicten in de directe omgeving van het drugspand en een verhoogde verkrijgingscriminaliteit in de wijk. Omwonenden hebben niet zelden problemen om hun eigen huis binnen te komen doordat drugsverslaafden in hun portieken bivakkeren dan wel daar hun spuiten en lichaamsbehoeften achterlaten.

De drugspanden zelf verdienen nauwelijks het predikaat woning. Veelal verkeren zij in een desolate toestand en functioneren zij hooguit als slaapadres hetgeen blijkt uit matrassen op de grond. Essentiële voorzieningen ontbreken dikwijls: geen sanitair, geen energie en geen of zeer gebrekkige keukenfaciliteiten. De invloed die van deze panden op de buurt uitgaat is desastreus voor het woon- en leefklimaat.

De Opiumwet biedt de mogelijkheid om strafrechtelijk op te treden. Na binnentreding van de woning en waarneming van strafbare feiten, kan soms in directe zin een einde aan de overlast worden gemaakt. De handelaren kunnen opgepakt worden en de gebruikers weggestuurd worden. Maar hiermee wordt niet voor lang een einde aan de overlast gemaakt; meestal trekt het verlaten pand een nieuwe ongewenste bewoner aan en herhaalt de geschiedenis zich weer.

De oplossing die gemeenten zelf hadden gevonden, was het opnemen van een sluitingsbepaling in de APV om drugsoverlast vanuit woonhuizen tegen te gaan in het belang van het woon- en leefklimaat. In deze bepaling werden B&W bevoegd verklaard om een inrichting, een perceel of enige andere ruimte gesloten te verklaren indien de eigenaar of gebruiker daarin middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 Opiumwet gebruikten, afleverden, aanwezig hadden of vervaardigden of als zij gedoogden dat anderen dit deden.

Op 28 augustus 1995 maakte de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State echter definitief een einde aan de toepasbaarheid van de autonome sluitingsverordening op woningen. ‘Een geslotenverklaring als bedoeld in artikel 35b APV(...) vormt een beperking van het recht, bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Grondwet. Een dergelijke beperking is slechts toegestaan op basis van een wet in formele zin. Zulk een grondslag ontbreekt’.

De kritiek op deze uitspraak kwam met name van gemeentebestuurders. Zij vonden dat de rechter te weinig rekening had gehouden met de positie waarin zij verkeerden op het terrein van bestrijding van drugsoverlast want; "gemeenten worden de laatste jaren geplaagd door de overlastproblemen als gevolg van het gebruik van en de handel in drugs. Bij brede lagen van de bevolking stuit dit veelal op onbegrip en misverstand. Nu hadden gemeenten zelf een effectief instrument ontwikkeld om de drugsoverlast vanuit woonpanden tegen te gaan en dan wordt dit door de rechter onderuit gehaald...

De regering zag de ernst van dit probleem in en stelde in de Drugsnota (1995) ook voor om een bevoegdheid tot sluiting in de Gemeentewet op te nemen. Als gevolg hiervan is het wetsvoorstel Victoria tot stand gekomen.

Het uiteindelijke artikel 174a Gemeentewet luidt als volgt:

  • 1.

    De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde bevoegdheid komt de burgemeester eveneens toe in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde op de grond dat de rechthebbende op de woning, het lokaal of het erf, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat die woning, dat lokaal of dat erf op grond van het eerste lid gesloten is en er aanwijzingen zijn dat betrokkene de woning, het lokaal of het erf ten aanzien waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken.

  • 3.

    De burgemeester bepaalt in het besluit de duur van de sluiting. In geval van ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde kan hij besluiten de duur van de sluiting tot een door hem te bepalen tijdstip te verlengen.

  • 4.

    Bij bekendmaking van het besluit worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de verstoring van de openbare orde wordt beëindigd. De eerste volzin is niet van toepassing, indien voorafgaande bekendmaking in spoedeisende gevallen niet mogelijk is.

  • 5.

    De artikelen 127, 128, 131 en 132 zijn van overeenkomstige toepassing.

Inhoud artikel 174a Gemeentewet

Eerste lid: voorwaarden voor sluiting

Voordat de burgemeester een woning kan sluiten, moet aan de voorwaarde ‘verstoring van de openbare orde’ zijn voldaan. In het artikel is gekozen voor een objectieve redactie: niet het subjectieve oordeel van de burgemeester dat ordeverstoringen als gevolg van drugshandel plaatsvinden is maatgevend, maar de omstandigheid of de wanordelijkheden zich al of niet voordoen. Het verschil in formulering is met name van belang voor de toetsingsmogelijkheid door de rechter; die kan nu zelfstandig de rechtmatigheid van de sluiting beoordelen.

Een richtlijn geeft de regering wel al mee: de enkele verkoop van harddrugs in een woning is niet voldoende. Een dergelijk feit kan een beperking op het recht van privacy niet rechtvaardigen.

Alvorens tot een “voornemen tot sluiting” over te gaan, is het raadzaam om een schriftelijke waarschuwing te geven aan de eigenaar en de huurders van de overlastgevende woning.

Tweede lid: preventieve sluiting

De wetgever opent hier expliciet de mogelijkheid van een soort preventieve bestuursdwang. Volgens de huidige jurisprudentie is die in ‘normale’ gevallen niet toegestaan

Er zullen duidelijke, verifieerbare indicaties moeten zijn waaruit de te verwachten herhaling van verstoring van de openbare orde blijkt.

Dit lid moet dan ook zeer terughoudend worden toegepast.

Derde lid: sluitingsduur

De burgemeester bepaalt de duur van de sluiting. Die dient volgens de Memorie van Toelichting in verband met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit beperkt te zijn tot een periode waarin de openstelling van de woning, het erf of het lokaal daadwerkelijk een bedreiging vormt voor de openbare orde.

Vierde lid: begunstigingstermijn

Belanghebbenden moeten voor de daadwerkelijke sluiting in de gelegenheid zijn gesteld om de verstoring zelf op te heffen. Belanghebbenden dienen zelf aan te geven welke vrijwillige maatregelen zij hebben genomen om een einde te maken aan de verstoring.

Vijfde lid: (bestuurs)dwangmiddelen

In de gekozen constructie zijn geslotenverklaring en het besluit tot toepassing van bestuursdwang al het ware in een vorm van één besluit gegoten. De gemeentelijke bepalingen over bestuursdwang zijn dan ook niet automatisch toepasbaar. Zij moeten expliciet genoemd worden.

Aan de gemeenteraad is slechts een bescheiden rol toebedacht. Op het gebied van strafrechtelijke sanctionering kan bij verordening worden bepaald dat het verboden is een gesloten pand te betreden.

De uitgangspunten bij de toepassing van artikel 174a Gemeentewet dienen volgens de Circulaire van 16 april 1997 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken steeds te zijn:

· Het huisrecht en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zijn in het geding. Hierdoor moet de sluiting noodzakelijk zijn: dus moet de sluiting voldoen aan de eisen van subsidiariteit (is er een ander afdoende middel dat in mindere mate ingrijpt in de privacy van de bewoners) en proportionaliteit (staat de maatregel in verhouding tot de overlast).

  • ·

    Het sluitingsmiddel moet slechts als ultimum remedium worden ingezet

  • ·

    Er moet sprake zijn van verstoring van de openbare orde, die de veiligheid en de gezondheid van mensen in de omgeving van de betrokken woning in ernstige mate aantast. Hierbij moet met name worden gedacht aan drugsoverlast (door hard- en softdrugs). Maar ook denkbaar is overlast door handel in wapens en in geval van prostitutie.

  • ·

    Het bevel tot sluiting is een besluit in de zin van de Awb en moet voldoen aan de bepalingen die in deze wet zijn opgenomen.

Beleid omtrent toepassing artikel 174a Gemeentewet

Voorgesteld wordt de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester op basis van artikel 174a uitsluitend van toepassing te laten zijn in geval van verstoring van de openbare orde gerelateerd aan het betreffende pand indien uit schriftelijke bewijsstukken blijkt dat er handel in verdovende middelen1plaatsvindt.

Voor toepassing van de sluitingsbevoegdheid dient bovendien te blijken dat er ernstige overlast in de woonomgeving aanwezig is al dan niet gepaard gaande met gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij omwonenden. Dit moet blijken uit schriftelijke bewijsstukken waaronder processen verbaal, politierapporten, brieven met klachten en verklaringen van omwonenden.

De overlast kan aanwezig zijn ten gevolge van geweldsdelicten en/of verhoogde verkrijgingscriminaliteit en/of intimidatie en/of geluidsoverlast en/of risico’s voor de gezondheid.

Gevoelens van onbehagen en onveiligheid blijken uit angst voor geweld, chantage, besmetting, uit stress, verstoorde nachtrust etc.

Voorbereiding

Er is doelbewust gekozen voor een objectieve redactie van de bepaling van lid 1: niet het subjectieve oordeel van de burgemeester is maatgevend, maar de omstandigheid of de wanordelijkheden zich al dan niet voordoen. Het is aan de rechter om te oordelen of de overlast de woningsluiting rechtvaardigt.

Coördinatie met politie, woningverenigingen, verslavingszorg en gemeente is geboden. De gemeente is de eerste aangewezene om dit overleg op te starten of -indien er een regulier overleg is- de zaak aan te kaarten.

Het is zaak om van elke klacht een mutatierapport te maken. Een goed opgebouwd dossier heeft uiteindelijk een grotere kans van slagen bij de rechter. De feiten die in het dossier opgenomen worden moeten voldoende concreet zijn en plaats, tijd, omstandigheden en soort overlast dienen vermeld te worden. 2

Besluitvorming Awb

Vervolgens moet de burgemeester schriftelijk waarschuwen dat hij voornemens is een besluit tot sluiten te nemen. Tevens worden belanghebbende uitgenodigd voor een zitting. (Zie bijlage) Belanghebbenden (bewoners, eigenaar) moeten in de gelegenheid worden gesteld over het voornemen tot sluiten hun zienswijze te kunnen geven. (art. 4:8 Awb) Van het horen dient een verslag gemaakt te worden.

In de “voornemensbrief” zijn in ieder geval de volgende onderwerpen opgenomen:

  • ­

    voornemen tot sluiting voor bepaalde duur;

  • ­

    plaats, datum en tijdstip hoorzitting;

  • ­

    namen van leden die de hoorzitting leiden;

  • ­

    verzoek om huurovereenkomsten mee te brengen;

  • ­

    mededeling dat men zich dient te legitimeren;

  • ­

    mogelijkheid om zich te laten vertegenwoordigen door een raadsman/vrouw.

De Awb schrijft voor dat de belanghebbenden over alle stukken moeten kunnen beschikken die aan de besluitvorming ten grondslag liggen. Zij moeten voorafgaand aan de hoorzitting dan ook de gelegenheid krijgen het gehele dossier in te zien. Ten einde de anonimiteit van de klagers te garanderen moet het dossier eerst grondig op anonimiteit gecontroleerd worden. Ook voor de (vertrouwelijke) politierapporten en de eventuele processen verbaal geldt dat een extra controle op inhoud en anonimiteit moet plaatsvinden.

In de hoorzitting staan twee vragen centraal:

  • ­

    Wat is de reactie van de belanghebbenden op het voornemen van de burgemeester?

  • ­

    Zijn er nog feiten of omstandigheden in relatie tot de onderhavige zaak waarvan de burgemeester kennis dient te nemen, alvorens hij een besluit neemt?

Het verslag van de hoorzitting vormt een bijlage bij het besluit.

Verandert er vervolgens niets in de situatie en blijft de overlast voortduren dan wordt het besluit tot sluiting genomen. (zie bijlage ) Dit besluit is een beschikking in de zin van artikel 1:3 Awb. De algemene zorgvuldigheidseisen van de Awb zijn dan ook van toepassing.

In dit besluit geeft de burgemeester aan dat hij heeft besloten om over te gaan tot sluiting van het pand. Verder geeft hij de duur van sluiting aan en de begunstigingstermijn. Daarnaast worden de overwegingen opgenomen die aan het besluit ten grondslag liggen. Hierbij wordt in ieder geval aandacht besteed aan de overlastproblematiek in de betreffende buurt en wat het bestuur heeft gedaan om die overlast te bestrijden, de problematiek rondom het betreffende pand en argumenten die onderbouwen waarom de burgemeester geen vertrouwen meer in de eigenaar heeft.

Begunstigingstermijn

Het besluit treedt in werking direct na ontvangst, maar voor de effectuering is een begunstigingstermijn vastgesteld. Uit de voorlopige voorzieningprocedure Gemeente Geleen/Wetzels blijkt dat de rechter een termijn van 14 dagen redelijk acht. De begunstigingstermijn houdt in dat de eigenaar zelf maatregelen kan treffen om “rustig” het pand te ontruimen. Geeft de eigenaar geen gehoor aan hetgeen in het besluit is vastgelegd, dan wordt de sluiting geëffectueerd door de gemeente, op kosten van de eigenaar (art. 5:25 en 5:26 Awb). In de brief wordt tevens opgenomen dat de eigenaar gedurende de gehele sluitingsperiode verantwoordelijk is voor een afdoende sluiting; blijkt op enig moment dat de fysieke sluiting niet meer effectief is, dan treft de gemeente maatregelen om het pand te sluiten en ook die zijn voor rekening van de eigenaar.

Daadwerkelijke sluiting

Op het moment dat de begunstigingstermijn is verstreken, wordt de sluiting geëffectueerd. Daartoe hebben personen die zijn aangewezen door de burgemeester toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is (art. 5:27 Awb) De burgemeester verleent de benodigde machtiging aan een ambtenaar van de gemeente en/of een politieambtenaar. Deze gemachtigde ambtenaar maakt de sluiting van de woning bekend. Dat gebeurt door het bekendmakingsbesluit aan te plakken op de (afgesloten) toegang tot het pand. (zie bijlage)

Bij de daadwerkelijke sluiting kunnen de volgende diensten worden ingeschakeld:

  • ­

    gemeentelijke reinigingsdienst om het pand te ontruimen, zonodig te ontsmetten en dicht te timmeren;

  • ­

    energiebedrijf om water, elektriciteit en gas af te sluiten en eventueel de meters weg te halen;

  • ­

    de politie die toeziet dat alles zonder problemen verloopt en om de woning eventueel te verzegelen.

De verantwoordelijkheid voor het zoeken van vervangende woonruimte ligt in principe bij de eigenaar van het pand. Het sluitingsbevel maakt de burgemeester geenszins tot partij van de overeenkomst tussen huurder en verhuurder.

Duur van de sluiting

De wet geeft geen aanwijzing voor de duur van sluiting. Bepalend is de ernst van de overlast en de tijd die gemoeid is om de loop van de klanten naar het pand er uit te krijgen. Van geval tot geval zal bekeken moeten worden wat reëel is. In Rotterdam waar dit artikel het meest wordt toegepast wordt in het algemeen uitgegaan van een sluiting voor een periode van 12 maanden.

Voorgesteld wordt om in het District Sittard in principe een termijn van 6 maanden te nemen voor de duur van de sluiting. Aangezien ook in het District Sittard regelmatig buitenlandse drugstoeristen komen, is deze termijn nodig om de loop naar het pand er uit te krijgen. Er kunnen echter redenen zijn om hier van af te wijken.

Indien de sluitingsperiode te kort is gebleken, kan de burgemeester de termijn verlengen.

Handhaving

De eigenaar is verantwoordelijk om de woning gedurende de gehele sluitingsperiode afdoende afgesloten te houden. De controle op de sluiting kan uitgevoerd worden door de politie. Indien blijkt dat de woning niet meer gesloten is, volgt een verzoek aan de burgemeester om de sluiting weer te effectueren. De handhaving van de sluiting dient versterkt te worden door invoering van een artikel in de APV:

lid 1: Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijke plaats of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden

lid 2: De burgemeester is bevoegd van het in het eerste lid genoemde verbod ontheffing te verlenen.

Jurisprudentie

Uit de geringe jurisprudentie die op dit onderwerp betrekking heeft3, blijkt dat een besluit van de burgemeester op grond van artikel 174a Gemeentewet een besluit in de zin van de Awb is, met hieraan verbonden bestuursrechtelijke rechtsbescherming. De rechter heeft wel te kennen gegeven een precieze aanduiding van de desbetreffende pandgedeelten te verwachten, zodat duidelijk is welke woning het sluitingsbevel betreft. Ook blijkt een officieel leegstaand appartement niet onder het begrip woning te vallen en kan dan ook niet gesloten worden. Daarnaast benadrukt de rechter dat gedragingen, die zich niet in de openbaarheid afspelen de openbare orde kunnen raken, omdat zij hun weerslag hebben op het openbare leven.

Beleidsregels toepassing artikel 174a Gemeentewet

  • 1.

    Voordat gebruik wordt gemaakt van de sluitingsbevoegdheid dient eerst middels andere middelen (die in mindere mate ingrijpen in de privacy van bewoners) getracht te worden een einde aan de overlastsituatie te maken;

  • 2.

    Voor toepassing van de sluitingsbevoegdheid op basis van artikel 174a Gemeentewet dient uit schriftelijke bewijsstukken te blijken:

    dat er ernstige overlast in de woonomgeving aanwezig is (ten gevolge van geweldsdelicten en/of verhoogde verkrijgingscriminaliteit en/of intimidatie en/of geluidsoverlast en/of risico’s voor de gezondheid) al dan niet gepaard gaande met gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij omwonenden;

  • 3.

    De begunstigingstermijn bedraagt 14 dagen na de bekendmaking van het besluit waarbij de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om maatregelen te treffen. De vrijwillig te treffen maatregelen dienen als resultaat te hebben de uitvoering van het besluit, dus de sluiting van de woning;

  • 4.

    Uitvoering van het besluit tot sluiten vindt plaats door fysieke afsluiting van de woning, lokaal of erf door middel van dichttimmeren en/of verzegelen;

  • 5.

    De sluitingsduur bedraagt in principe 6 maanden. Al naar gelang de omstandigheden kan deze termijn langer of korter worden bepaald.

Bijlage Modellen aanschrijvingen

“Waarschuwing vooraf”

Aan...........

De gemeente...... houdt zich in samenwerking met de politie nadrukkelijk bezig met de actieve aanpak van drugsoverlast. Met name de overlast van straathandel en vanuit dealpanden vormen een zeer ernstige inbreuk op de leefbaarheid van een wijk en hebben een negatieve invloed op de veiligheidsgevoelens van bewoners.

Naar aanleiding van binnengekomen klachten en uit onderzoek van de politie is gebleken dat vanuit de woning ....... waarvan u de eigenaar(dan wel namens deze bevoegd bent het beheer over dit pand te voeren)/huurder bent, ernstige overlast wordt veroorzaakt. Sinds ..... kan gesproken worden van een constant aanwezige overlastsituatie. Zo worden er verdovende middelen verhandeld, is er aanloop van verslaafden zowel op de dag als in de nacht en is sprake van samenscholing van verslaafden, vervuiling en verloedering van de directe omgeving van het pand.

Met dit schrijven wil ik u formeel in kennis stellen dat uw pand wordt gebruikt voor doeleinden, in casu het handelen en gebruiken van drugs, die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn. U als eigenaar/beheerder/huurder bent verantwoordelijk voor een ongestoord woongenot van bewoners rondom de genoemde woning.

Voor de eigenaar/beheerder:

Indien u, om herhaling te voorkomen, op korte termijn geen passende maatregelen treft tegen de bewoners van de woning, kunt u worden vervolgd wegens medeplichtigheid aan een strafbaar feit.

Bovendien zal ik niet schromen om, bij het niet met spoed beëindigen van de overlast, gebruik te maken van mijn bevoegdheid op basis van artikel 174a Gemeentewet om tot sluiting van de woning over te gaan.

Gelet op het bovenstaande verzoek ik u alles in het werk te stellen om aan de geconstateerde overlast een einde te maken. Gaarne pleeg ik met u overleg omtrent de te treffen maatregelen ter beëindiging van de overlast. Hiervoor kunt u binnen twee weken een afspraak maken met mijn secretaresse die tijdens kantooruren bereikbaar is op nummer.....

Hoogachtend,

De burgemeester van.....

Voornemen tot sluiting

Aan.....

Bij brief van (datum waarschuwing vooraf) heb ik u gewaarschuwd dat ik bij herhaling van gedragingen die de openbare orde verstoren niet zou aarzelen om gebruik te maken van mijn bevoegdheid op grond van artikel 174a Gemeentewet uw woning te sluiten.

Uit waarnemingen van de politie is gebleken dat gedurende de afgelopen periode geen einde is gemaakt aan de overlast zoals deze veroorzaakt wordt vanuit uw woning.

.....aangeven vormen overlast.

Daarom ben ik voornemens gebruik te maken van mijn bevoegdheid op basis van artikel 174a Gemeentewet om uw pand te sluiten voor een periode van 6 maanden.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:8 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt u in de gelegenheid gesteld hierover uw zienswijze naar voren te brengen. De hoorzitting zal plaatsvinden.......U kunt zich daarbij doen vergezellen door een raadsman of -vrouw. De stukken betrekking hebbend op mijn voornemen tot sluiting treft u bijgaand aan.

Mocht u geen gebruik willen maken van bovengenoemde procedure, dan dient u mij zulks schriftelijk te bevestigen, vóór.....

Hoogachtend,

De burgemeester van.....

Bekendmaking besluit tot sluiting woning

Aan......

Hierbij doe ik u toekomen mijn besluit tot sluiting van de woning.....(adres etc.) waarvan u de eigenaar/huurder bent.

Dit bevel heb ik gegeven op grond van het bepaalde in artikel 174a Gemeentewet. De sluiting gat in op.....en geldt voor de periode van zes maanden.

Mijn bevel tot sluiting is gebaseerd op de rapportages van politie en de vele klachten betreffende overlast veroorzaakt vanuit deze woning. Hieruit is mij gebleken dat in deze woning sprake is van gedragingen waardoor de openbare orde wordt verstoord. Door het langdurig en hardnekkig gebruik van bovengenoemde woning als dealpand, is reeds lange tijd sprake van ernstige overlast voor omwonenden. Een uitgebreide motivatie treft u aan in mijn besluit.

Ik acht de sluitingsperiode van zes maanden noodzakelijk om de bekendheid van de appartementen als plaats waar verdovende middelen gekocht, verkocht en gebruikt kunnen worden alsmede de aantrekkingskracht daarvan op dealers, gebruikers en runners op te heffen. Teneinde nu een langere periode van rust voor de woonomgeving te kunnen garanderen, acht ik sluiting van deze duur essentieel.

Ik stel u in de gelegenheid om zelf maatregelen te treffen waardoor mijn bevel tot sluiting wordt geëffectueerd. Deze vrijwillig te treffen maatregelen dienen als eindresultaat te hebben de uitvoering van mijn bevel tot sluiting. Meer concreet: u dient de woning leeg te halen, voor zover nodig alle leidingen af te sluiten en vervolgens alle deuren en ramen deugdelijk fysiek af te sluiten door middel van het aanbrengen van houten platen. Deze begunstigingstermijn gaat in de dag na verzending van deze beschikking en loopt af op...... om 11:00 uur.

Indien u de begunstigingstermijn niet gebruikt om mijn bevel tot sluiting zelf ten uitvoer t brengen, zal ik de sluiting van gemeentewege laten effectueren. De kosten daarvan zullen ingevolge artikel 5:25 en 5:26 Awb geheel op u verhaald worden.

Ik wijs u erop dat dit besluit impliceert dat u gedurende de gehele sluitingsperiode verantwoordelijk bent voor het afdoende gesloten houden van de woning. Indien de sluiting op enig moment niet meer fysiek verzekerd mocht zijn, loopt u de kans dat de gemeente wederom op uw kosten de feitelijke maatregelen daartoe zal moeten treffen.

Tenslotte wijs ik u nog op de mogelijkheid van bezwaar, zoals vermeld aan het eind van mijn beschikking. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking.

Hoogachtend,

De burgemeester van....

Besluit tot sluiting

Gelet op artikel 174a van de Gemeentewet;

Gelet op de beleidsregels van de burgemeester van.....d.d......

Overwegende dat naar aanleiding van klachten en uit onderzoek van de politie gebleken is dat in het pand........gedragingen plaatsvinden waardoor de openbare orde rond de woning wordt verstoord.

Overwegende dat deze gedragingen blijken uit bewijsstukken en betreffen:

.............

Overwegende dat er dientengevolge ernstige overlast in de woonomgeving aanwezig is en dat er gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij omwonenden aanwezig zijn;

Overwegende dat betrokkene op......zijn zienswijze kenbaar heeft gemaakt zonder dat dit aanleiding heeft gegeven het aanvankelijk standpunt te wijzigen;

of

Overwegende dat betrokkene geen gebruik heeft gemaakt van de op ....geboden gelegenheid zijn zienswijze kenbaar te maken

BESLUIT

tot sluiten van het pand......voor de duur van 6 maanden met ingang van het tijdstip waarop dit besluit wordt bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan belanghebbende. De tekst van dit besluit wordt aan het pand gehecht.

Hoogachtend,

De burgemeester van.......

Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na de dagtekening van de verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift worden ingediend bij de burgemeester van.....

Tevens kunt u in het kader van artikel 8:81 Awb een verzoek indienen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Daartoe dient u zich te richten tot de president van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht, sector Bestuursrecht........

Bekendmaking

Dit pand,...................

is op last van de burgemeester

gesloten.

De sluiting is het gevolg van

voortdurende, ernstige overlast

veroorzaakt door drugshandel

in en om het pand.

Betreden van het pand is verboden

De sluiting is gebaseerd op artikel

174a Gemeentewet en geldt

voor de periode van zes maanden.

De burgemeester van.......

Datum.......

Machtiging

De burgemeester van........

Gelet op artikel 127 van de Gemeentewet en artikel 3 lid 2 van de Algemene Wet op het binnentreden;

gelet op het besluit d.d....... bevattende mijn bevel tot sluiting van de woning...... met gebruikmaking van mijn bevoegdheid ex artikel 174a Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is ter uitvoering van dit besluit binnen te treden in bovengenoemd pand;

MACHTIGT

tot binnentreden in de woning..................., zo nodig zonder toestemming van de eigenaar:

De heer/mevrouw......., ambtenaar van de gemeente......, belast met de leiding over het binnentreden en aangewezen om de sluiting gestand te doen. Hij kan zich door anderen doen vergezellen, voor zover dit voor het doel van het binnentreden redelijkerwijs is vereist.

De burgemeester voornoemd......


Noot
1

Deze nota met bijbehorende beleidsregels heeft alleen betrekking op situaties waarin sprake is van handel in verdovende middelen. Voor andere vormen van overlast (prostitutie of wapenhandel) dient telkens een ad hoc beslissing te worden genomen. De beleidsregels c.a. kunnen dan wel mutatis mutandis worden gebruikt.

Noot
2

Subsidiariteitsbeginsel: de burgemeester kan 174a slechts toepassen indien hij het doel niet op een andere wijze heeft kunnen bereiken.

Noot
3

Rb. Rotterdam, 10 september 1998, Rb. Zwolle, 7 augustus 1998 (JG 98.0162), Rb. Roermond, 22 januari 1999 (99/10,99/11, 99/14 en Pres. Rb. Maastricht 12 augustus 1999 (99/1050 Gemw vv)