Handhavingsbeleid heling van goederen

Geldend van 14-12-2006 t/m heden

Intitulé

Handhavingsbeleid heling van goederen

1. Inleiding

Door de jaren heen is de aanpak van heling van goederen op de achtergrond geraakt. Recente ontwikkelingen (oa. koperroof, fenomeen belwinkels, project Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, aanpak Vrijstaten) hebben ertoe bijgedragen dat de aanpak hiervan weer in de actualiteit is geraakt en noodzakelijk is. Belangrijk hierbij is dat breed ingezet wordt. Overheidsdiensten treden niet meer afzonderlijk, maar in gezamenlijkheid op. Over en weer worden afspraken gemaakt over handhaving. Strafrecht en Bestuursrecht gaan hand in hand, met als doel vergroting van de effectiviteit van toezicht- en handhavingsbeleid. Resultaat hiervan uit zich in een correct naleefgedrag van regelgeving. Hetgeen zich uiteindelijk vertaald in een duurzame/veilige leefomgeving.

De bestrijding van heling is een goede manier om diefstallen en andere misdrijven aan te pakken.

Indien er geen afzetmarkt meer is voor gestolen goederen, heeft het strafbare feit “diefstal” minder nut. Dit heeft direct resultaat voor met name kruimeldiefstallen (de meest voorkomende diefstallen), maar ook voor de grotere (georganiseerde) diefstallen. Indirect werkt dit ook door op de aanpak van overige illegale situaties (uitkeringen, illegale bedrijven etc.), die aan heling gerelateerd zijn.

Gelet op het vorenstaande is in het najaar 2006 de samenwerking met politie opgestart om te komen tot een effectieve aanpak van heling van goederen. Het betreft primair een strafrechtelijke aanpak.

De opstart is in hoofdzaak gericht op de BE Geleen. Na gebleken meerwaarde en resultaat kan uitbreiding plaatsvinden naar de BE Sittard-Born, en het district (Stein, Beek, Schinnen).

2. Hoe uit het fenomeen zich

Bij de start van deze aanpak zijn nog veel gegevens diffuus. Er bestaat zicht op de situatie, maar concrete data moet verder verzamelt worden (hoe groot is het % opkopers, % dat zich niet houdt aan de gestelde verplichtingen, % Geleen, Sittard-Born en district). Op dit moment zijn ca. 75 handelaren bekent binnen de Basiseenheid Geleen. Politie zal gaandeweg controles uitoefenen. Op termijn zal territoriale uitbreiding plaatsvinden binnen het district.

3. De regelgeving

Wetboek van Strafrecht (WvSr)

Het WvSr bevat in hoofdzaak de bepalingen die van toepassing zijn op de bestrijding van heling (artikel 416, 417, 417bis, 417ter, 437, 437bis, 437ter, 437quater en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid).

De binnentredingsbevoegdheid bij handelaren is geregeld in het Wetboek van Strafvordering (artikel 552).

Op wie heeft de helingbepaling betrekking?

Op opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen (platina, goud, zilver, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, en videoapparatuur, en apparatuur voor automatische registratie). Even als handelaren in antiek en curiosa. Ongeregelde goederen zijn goederen die niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend. Dit wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin ze verkeren.

Bij dit soort goederen bestaat de kans dat zij afkomstig zijn van een misdrijf.

Verplichting?

Deze handelaren zijn verplicht tot het bijhouden van een –door of namens de burgemeester gewaarmerkt- doorlopend (chronologisch) inkoopregister. In dat register moeten zij onverwijld aantekening houden van alle door hen gekochte, ingeruilde, als geschenk aangenomen, in het pand aanwezige, in gebruik of bewaring genomen goederen. Verder dienst in dat register vermeld te staan: de koopprijs, andere voorwaarden van verkrijging, naam/woonplaats van degene van wie verkregen, verkocht aan, voor welke prijs verkocht.

Handelaren zijn verplicht dit register op eerste aanvraag ter inzage te vertonen aan hoofd van de plaatselijke politie (controle bevoegde ambtenaar)

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

In aanvulling op het WvSr kan de gemeenteraad (artikel 437ter) in een verordening regels stellen met betrekking tot een verkoopregister voor handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen.

Via de APV (artikel 2.5.2) wordt de verplichting opgelegd een dergelijk (doorlopend) –door of namens de burgemeester- gewaarmerkt verkoopregister bij te houden. De burgemeester kan hiervan vrijstelling verlenen (bv. bepaalde branches). Ook wordt verplicht gesteld (artikel 2.5.3) opgave te doen dat men opkoper is en waar de onderneming gedreven wordt, dienen wijzigingen van adressen te worden doorgegeven, dient aan de hoofdingang de aard van de onderneming kenbaar te worden gemaakt, dient politie in kennis te worden gesteld indien men vermoed dat goederen afkomstig zijn van een misdrijf, dient de administratie op eerste vordering van een ambtenaar te worden overlegd, dient kennisgeving van de beëindiging van de onderneming plaats te vinden.

Strafbaarstelling

Heling is strafbaar gesteld op grond van het Wetboek van Strafrecht (zie hierboven). Hierop zijn diverse strafmaten van toepassing, afhankelijk van aard en omvang.

Overtreding van de regels ten aanzien van het verkoopregister, is strafbaar op grond van artikel 6.1 APV (hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie).

Toezicht en opsporing

Met de opsporing van strafbare feiten zijn belast de algemene (politie) en buitengewone opsporingsambtenaren De algemene opsporingsambtenaren hebben om controle uit te oefenen de vrije toegang tot alle lokaliteiten/plaatsen waarvan redelijkerwijs wordt vermoed dat deze door een handelaar wordt gebruikt. Zij kunnen ook voorwerpen in beslag nemen.

Hoewel ook toezichthouders als buitengewone opsporingsambtenaren kunnen optreden, verzet zich de constructie van de helingbepalingen zich hiertegen. De binnentredingsbevoegdheid in het kader van heling (artikel 552 WvSv) is dan ook alleen verleend aan politie.

Politie kan naast het Wetboek van Strafrecht tevens optreden op grond van de APV. Politie-ambtenaren van de Politieregio Limburg-Zuid zijn aangewezen als toezichthouder voor de APV (artikel 6.2 lid 1). Controletaken kunnen worden uitgeoefend in het kader van de gehele APV.

4. Project BAGC

In januari 2005 is gestart met het project Bestuurlijke Aanpak van de Georganiseerde Criminaliteit.

Aanleiding hiervoor was het feit dat Politie en Justitie onvoldoende in staat waren om illegaal verkregen vermogen te ontnemen. Bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is echter evenzeer een verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur (en Provincie, overige diensten zoals bv. de Belastingdienst). Uit de Euregionale criminaliteitsbeeldanalyse 2004 van criminoloog prof. Fijnaut (quickscan) bleek dat Limburg Zuid, na Amsterdam en Rotterdam, de hoogste criminaliteitsdruk had.

Vanuit het Regionaal Veiligheidsbestuur is het besef gegroeid om de georganiseerde criminaliteit in gezamenlijkheid (gemeenten, Provincie, Politie, Justitie, Belastingdienst, FIOD/ECD/SIOD, KvK, etc.) aan te pakken en hiervoor op termijn een structurele (eu)regionale voorziening te creëren, gericht op integriteit, screening (vergunningaanvragers) en “intelligence” (dataverzameling).

De aanpak is gericht op het voorkomen dat de overheid crimineel gedrag faciliteert, het voorkomen dat de onderwereld zich op ondoorzichtige wijze vermengt met bovenwereld, het voorkomen dat criminele groepen zich nestelen in Z-Limburg en de omliggende euregio, het doorbreken van economische machtsposities opgebouwd met crimineel vermogen, het tegengaan van verloedering en overlast.

Hiertoe is binnen de regio op lokaal niveau een gebiedsgerichte aanpak (centra Sittard en Geleen) ingezet. Deze is gericht op screening van onroerend goed (illegaal verkregen vermogen wordt primair in de vastgoedsector geïnvesteerd) in relatie tot criminele facilitering. Het uiteindelijke resultaat van e Bestuurlijke Aanpak is gericht op een verbetering van de leefbaarheid in de gebieden door het tegengaan van de verloedering en overlast (randverschijnselen als dealen, rondhangen etc.), verbetering van de veiligheid en bevorderen van economische groei, in Limburg-Zuid en de Euregio.

Binnen deze integrale (overheid) misdaadbestrijding past ook de aanpak van heling. Deze spitst zich toe op branches waarin veel gestolen goed wordt verhandeld en georganiseerde criminaliteit een rol speelt (auto-, bromfietshandel, belwinkels etc.).

5. Handhavingsbeleid (uitvoeringsregel)

Het Wetboek van Strafrecht voorziet in diverse helingbepalingen (hogere wetgeving).

De gemeentelijke wetgever is bevoegd regels te stellen waarin hogere wetgeving (nog) niet voorziet. Deze hebben betrekking op het verkoopregister en zijn opgenomen in hoofdstuk 2, afdeling 5 van de APV (zie ook hoofdstuk 3).

5.1 Voorschriften voor de handelaar

De handelaar of een voor hem handelend persoon moet aan een aantal voorschriften voldoen.

5.1.1 Verkoopregister (APV)

De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte en ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register. In dit register (administratie) moet vermeld staan:

  • -

    het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed,

  • -

    de datum van verkoop of overdracht van het goed,

  • -

    een omschrijving van het goed, daaronder begrepen –voor zover dat mogelijk is- soort, merk en nummer van het goed,

  • -

    de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed,

  • -

    naam, adres (identiteit) van degene die het goed heeft verkregen.

Hierbij wordt vooralsnog geen beperking (vrijstelling) ingevoerd naar soort goederen.

In- en verkoopregisters zijn te verkrijgen bij Boekhandel Krings Markt 50 te Geleen.

5.1.2 Voorschriften als bedoeld in het WvSr (artikel 437ter, eerste lid; inkoopregister)

De handelaar/voor hem handelend persoon is verplicht:

  • -

    wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in het WvSr de burgemeester (of door deze aangewezen ambtenaar) schriftelijk ervan in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijk opgave dient te doen van zijn woonadres en van het volledige adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen,

  • -

    onder aanbieding van zijn register(s) de burgemeester/aangewezen ambtenaar, onverwijld doch in ieder geval binnen 3 dagen schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres of adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijn de lokaliteit(en),

  • -

    aan de hoofdingang van de lokaliteit waar de onderneming is gevestigd een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar voorkomen,

  • -

    indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de burgemeester/aangewezen ambtenaar,

  • -

    zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan de burgemeester/aangewezen ambtenaar,

  • -

    wanneer hij heeft opgehouden van het opkopen een beroep/gewoonte te maken, onderscheidenlijk het beroep van handelaar niet langer uitoefent, de burgemeester/aangewezen ambtenaar hiervan onverwijld doch in ieder geval binnen 3 dagen schriftelijk in kennis te stellen.

Deze verplichtingen vinden hun basis in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid WvSr (amvb). Voor het verkoopregister is aansluiting gezocht bij de in deze amvb gestelde regels voor het inkoopregister.

5.1.3 Vervreemding van door opkoop verkregen goed

Ook is het de handelaar (of voor hem handelend persoon) verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste 3 dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.

Bij een regeling tot effectieve helingbestrijding mag een bepaling betreffende de vervreemding van door opkoop verkregen goederen niet ontbreken. Deze regeling sluit aan bij het WvSr (artikel 437, eerste lid, onder d en f).

5.2 Machtiging aan politie voor het waarmerken van de registers

5.2.1 Machtiging aan districtchef

Ingevolge het WvSr en de APV is de burgemeester bevoegd om de registers (in- en verkoop) te waarmerken. Hij kan deze bevoegdheid mandateren aan een ambtenaar ( “door of namens”). Gelet op de strafrechtelijke aard en aanpak van helingbestrijding zal deze bevoegdheid worden gemandateerd aan de districtschef van politie. Deze kan op zijn beurt de bevoegdheid verder ondermandateren binnen zijn organisatie.

Handelaren kunnen op deze wijze de registers in hun buurt laten waarmerken.

Voor het Mandaatbesluit wordt verwezen naar de bijlage.

5.2.2 Administratie bij politie

Uitvoering van de bepalingen in het WvSr en APV ligt bij politie. Zij dient een administratie te voeren ten aanzien van:

  • -

    waarmerken van de juiste in- en verkoopregisters,

  • -

    bijhouden registratie van beroepsmatige opkopers/handelaren (naam, woonadres, adres lokaliteit(en) in gebruik voor de onderneming(en)

  • -

    bijhouden van wijzigingen in deze administratie (en erop toezien dat deze binnen de gestelde termijn worden gedaan)

Indien handelaren ten kantore de registers laten waarmerken kan een brief worden uitgereikt waarin de verplichtingen duidelijk staan opgenomen. Zie bijlage.

5.3 Controles door politie

Politie zal gemiddeld 2 keer per jaar (vaker indien noodzakelijk) controles verrichten op de bepalingen in het WvSr en de APV.

5.4 Afstemming met OM

Handelaren en opkopers zijn wettelijk verplicht tot het bijhouden van een inkoopregister en een verkoopregister. De verplichting tot het bijhouden van een inkoopregister is vastgelegd in art 437 van het Wetboek van Strafrecht. De verplichting tot het bijhouden van een verkoopregister is vastgelegd in artikel 2.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Sittard-Geleen.

Bij het niet voldoen aan een van deze bepalingen is er sprake van een overtreding.

Vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie

Wanneer bij controle door de politie een overtreding wordt geconstateerd van een van beide hiervoor genoemde bepalingen zal, wanneer sprake is van een eerste overtreding, aan de betrokken handelaar of opkoper een sanctie worden opgelegd. Deze kan plaatsvinden in de vorm van een geldboete (richtbedrag € 110,-) of dagvaarding. Wanneer bij herhaalde controle door de politie wordt geconstateerd dat opnieuw sprake is van een overtreding zal de betrokken handelaar of opkoper worden gedagvaard bij de kantonrechter.

Indien sprake is van een misdrijfvariant (opzet/schuld of gewoonteheling) zal conform de geldende richtlijnen gehandeld worden.

Dit beleid is afgestemd met de Hoofdofficier van Justitie (mw. mr. J.M. Penn-te Strake) en de Officier van Justitie (mw. Mr. F. Bruinen).

Dit beleid zal kenbaar worden gemaakt bij de handelaren.

6. Communicatie

Het Handhavingsbeleid heling van goederen zal gepubliceerd worden in De Trompetter (bekendmaking).

Ook zal –bij herhaling- publicatie plaatsvinden waarbij de handelaren worden gewezen op de voor hun geldende verplichtingen (publicatie).

Bij de start van het (her)nieuw(de) toezicht (en handhaving) zal politie starten met het afleggen van een persoonlijk bezoek aan de betreffende ondernemingen. Hierbij zal een brief namens de burgemeester worden uitgereikt waarin de wettelijke verplichtingen die gelden, helder staan beschreven. Zie bijlage ….

Ook wordt een brief van het OM uitgereikt waarin het vervolgingsbeleid staat uitgewerkt.

Bovendien wordt door de politiefunctionaris, namens de burgemeester en politie een eerste exemplaar “in- en verkoopregister” gratis aangeboden.

Deze zijn te verkrijgen bij Boekhandel Krings Markt 50 te Geleen.

7. Effectmeting

Omdat de aanpak van heling sedert lange tijd nu actief wordt opgepakt, is het wenselijk ook inzicht te verkrijgen in de resultaten van deze aanpak. Met politie is afgesproken dat een ½ jaar na inwerkingtreding de resultaten in een rapportage worden vervat. Deze vormt tevens de basis voor doorontwikkeling.

Ingestoken wordt op:

  • -

    inzichtelijkheid beroepstak (hoeveelheid handelaren (legaal/illegaal), welke branches, sanering),

  • -

    wordt toegang verschaft tot de lokaliteiten om te controleren,

  • -

    hoeveel controles,

  • -

    worden de voorschriften nageleefd,

  • -

    hoeveel inbeslagname,

  • -

    welke gerelateerde overtredingen/misdrijven komen “bloot” te liggen (bv. uitkeringsfraude).

Bijlage 1 Mandaatbesluit aan districtschef van politie voor waarmerken registers

De Burgemeester van Sittard-Geleen,

overwegende:

dat artikel 437 en volgende van het Wetboek van Strafrecht en hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen beogen de handel in gebruikte of ongeregelde goederen verantwoord en juist te doen verlopen en de overtreding van voorschriften die de controle op deze handel mogelijk maken, strafbaar stellen;

dat artikel 2.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen en artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht de bevoegdheid toekent aan de burgemeester om de in- en verkoopregisters ten behoeve van de controle op de handel in gebruikte of ongeregelde goederen, te waarmerken;

dat mandaat door de burgemeester aan de districtschef van de regiopolitie Limburg-Zuid zal bijdragen aan de juiste toepassing en handhaving van artikel 437 en volgende van het Wetboek van Strafrecht, alsmede van Hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen;

dat het derhalve van belang is de bevoegdheid tot het waarmerken van de in- en verkoopregisters te mandateren aan de districtschef van de regiopolitie Limburg-Zuid;

gelet op artikel 2.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen, artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 177 van de gemeentewet;

Besluit:

  • 1.

    de districtschef van de regiopolitie Limburg-Zuid, district Sittard, te mandateren om in zijn naam en onder zijn verantwoordelijkheid de in- en verkoopregisters voor de opkopers en handelaren in gebruikte of ongeregelde goederen te waarmerken;

  • 2.

    de districtschef van de regiopolitie Limburg-Zuid te machtigen de aan hem verleende bevoegdheid te ondermandateren aan door hem aan te wijzen ambtenaren van de regiopolitie Limburg-Zuid, waarbij zij de door de districtschef te stellen regels ten aanzien van de uitoefening van het ondermandaat in acht nemen;

  • 3.

    dat dit besluit in werking treedt de dag na publicatie daarvan in het huis-aanhuis blad;

  • 4.

    dat dit mandaatbesluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit waarmerken van in- en verkoopregisters Sittard-Geleen”.

Aldus vastgesteld op ….

De Burgemeester,

drs. G.J.M. Cox

Bijlage 2 Uitreikingsbrief voor handelaren

Geachte handelaar,

In het najaar van 2006 is in nauw overleg met de handhavingspartners (politie en het Openbaar Ministerie) afgesproken dat de controle op het strafbare feit “heling” zal worden geïntensiveerd. De misdrijven heling en diefstal hangen nauw met elkaar samen. Uit het oogpunt van diefstalpreventie en misdaadbestrijding is het aanpakken van heling dan ook een voorname eis.

Om de controle op en de bestrijding van heling echter mogelijk te maken, is het van wezenlijk belang dat de handelaren en opkopers in gebruikte en ongeregelde goederen de bepalingen van zowel het Wetboek van Strafrecht als van de Algemene Plaatselijk Verordening Sittard-Geleen (APV) ter bestrijding van heling naleven. Dit houdt ondermeer in dat een in- en verkoopregister dient te worden bijgehouden.

In de praktijk blijkt dat de algemeen geldende plicht tot het bijhouden van een in- en verkoopregister niet strikt wordt nageleefd door een groot deel van de handelaren en opkopers in gebruikte en ongeregelde goederen. Om u er echter op te attenderen dat deze plicht (nog steeds) bestaat en dat het niet naleven van deze plicht een overtreding oplevert in de zin van het Wetboek van Strafrecht en de APV, is uw onderneming vandaag door ambtenaren van de regiopolitie Limburg-Zuid bezocht.

Volgens de Algemene Maatregel van Bestuur die behoort bij artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt onder de term “handelaren” verstaan:

“de handelaren en opkopers van gebruikte en ongeregelde goederen, platina, goud, zilver, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen foto, film, radio, videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.”

Ongeregelde goederen zijn goederen die niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend. Dit wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin ze verkeren.

Aangezien u in uw onderneming/winkel gebruikte en ongeregelde goederen in- en verkoopt wordt u op grond van deze omschrijving aangemerkt als een handelaar. Gevolg hiervan is dat u op grond van artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2.5.2 van de APV verplicht bent om een in- en verkoopregister bij te houden. In dit in- en verkoopregister dient u aantekening te houden van alle gebruikte en ongeregelde goederen die u koopt, verkoopt, verkrijgt of overdraagt. Van deze goederen dient u tenminste het volgende te vermelden:

  • -

    het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

  • -

    de datum van verkoop of overdracht van het goed;

  • -

    een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voorzover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;

  • -

    de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;

  • -

    de naam en het adres van degene, van wie u het goed heeft verkregen en aan wie verkocht. (vastgesteld aan de hand van een legitimatiebewijs)

Indien u geen in- en verkoopregister bijhoudt dan wel de bovenstaande punten niet op een juiste wijze vermeld, begaat u een strafbaar feit dat kan worden gestraft met een geldboete of een vervangende hechtenis (zie vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie).

Tijdens het bezoek van de politie aan uw winkel is aan u of aan een van uw medewerkers een in- en verkoopregister overhandigd. In dit register staat nog eens precies beschreven welke plichten u heeft als handelaar en welke bevoegdheden de politie heeft in het kader van de controle op heling. In het vervolg dient u er zelf voor te zorgen dat u een in- en verkoopregister aanschaft en zorgdraagt voor de aantekening van de gebruikte en ongeregelde goederen. De in- en verkoopregisters zijn oa. te verkrijgen bij Boekhandel Krings Markt 50 te Geleen.

Tot slot wil ik u er nadrukkelijk op wijzen dat het in- en verkoopregister voordat u het in gebruik neemt, dient te worden gewaarmerkt met een stempel van de politie. U kunt dit bij het politiebureau Geleen laten doen.

Ik vertrouw erop dat ik u met bovenstaande voldoende heb geïnformeerd.

De burgemeester van Sittard-Geleen,

drs. G.J.M. Cox

Bijlage 3 Vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie

Handelaren en opkopers zijn wettelijk verplicht tot het bijhouden van een inkoopregister en een verkoopregister. De verplichting tot het bijhouden van een inkoopregister is vastgelegd in art 437 van het Wetboek van Strafrecht. De verplichting tot het bijhouden van een verkoopregister is vastgelegd in artikel 2.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Sittard-Geleen.

Bij het niet voldoen aan een van deze bepalingen is er sprake van een overtreding.

Vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie

Wanneer bij controle door de politie een overtreding wordt geconstateerd van een van beide hiervoor genoemde bepalingen zal, wanneer sprake is van een eerste overtreding, aan de betrokken handelaar of opkoper een sanctie worden opgelegd. Deze kan plaatsvinden in de vorm van een geldboete (richtbedrag € 110,-) of dagvaarding. Wanneer bij herhaalde controle door de politie wordt geconstateerd dat opnieuw sprake is van een overtreding zal de betrokken handelaar of opkoper worden gedagvaard bij de kantonrechter.

Indien sprake is van een misdrijfvariant (opzet/schuld of gewoonteheling) zal conform de geldende richtlijnen gehandeld worden.

De hoofdofficier van justitie,

Mw. mr. J.M. Penn-te Strake

Bijlage 4 Relevante artikelen APV

Afdeling 5 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen

Artikel 2.5.1 Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  • b.

    verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze overdragen van alle gebruikte en ongeregelde goederen door de handelaar.

Artikel 2.5.2 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

  • 1.

    De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, daaronder begrepen – voorzover dat mogelijk is – soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;

    • e.

      de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

  • 2.

    De burgemeester is bevoegd vrijstelling te verlenen van deze verplichtingen.

Artikel 2.5.3 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

  • a.

    wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar er schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijk opgave te doen van zijn woonadres en van het volledig adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen;

  • b.

    de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, zomede van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;

  • c.

    aan de hoofdingang van de lokaliteit waar de onderneming is gevestigd een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar voorkomen;

  • d.

    indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de onder a bedoelde functionaris;

  • e.

    zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan de burgemeester of een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar;

  • f.

    wanneer hij heeft opgehouden van het opkopen een beroep of gewoonte te maken, onderscheidenlijk het beroep van handelaar niet langer uitoefent, de onder a bedoelde functionaris hiervan onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen.

Artikel 2.5.4 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen

Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.