Regeling vervallen per 27-05-2015

Beleidsregels subsidiëring topsportverenigingen

Geldend van 01-01-2010 t/m 26-05-2015

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring topsportverenigingen

Beleidsregels subsidiëring topsportverenigingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

gelet op de vastgestelde kaders en doelen zoals vastgelegd in de Programmabegroting;

overwegende dat het noodzakelijk is in het kader van de uitvoering van de nota “Sportvernieuwing in Sittard-Geleen” d.d. 22 september 2008 aanvullende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot subsidieverstrekking in de richting van topsportverenigingen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen;

mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels subsidiëring topsportverenigingen.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

1.

Competitiejaar:

het jaar, zoals dat door de betreffende sportbond wordt gehanteerd, (in beginsel) lopend van 1 juli tot en met 31 juni;

2.

Sportvereniging:

een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die statutair gevestigd is in de gemeente Sittard-Geleen en waarvan de sportactiviteiten in of vanuit de gemeente Sittard-Geleen plaatsvinden. Organisaties, die het topsportteam hebben ondergebracht in een afzonderlijke stichting worden hiermee gelijk gesteld;

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

  • 1.

    Op deze beleidsregels zijn de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen van toepassing.

  • 2.

    De sportvereniging moet voldoen aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      men moet aangesloten zijn bij een overkoepelende organisatie, die is aangesloten bij het NOC*NSF, en heeft als doelstelling het beoefenen van de sport door leden in clubverband en is geen bedrijfsorganisatie en

    • b.

      het seniorenteam dient deel te nemen aan de competitie in de hoogste landelijke klasse van een bij het NOC*NSF aangesloten sportbond en

    • c.

      de sportvereniging dient te beschikken over een jeugdplan en

    • d.

      minimaal 20% van de selectie van het seniorenteam komt voort uit de eigen jeugdopleiding of uit de jeugdopleiding van organisaties, waarmee een samenwerkingsverband is aangegaan en heeft minimaal 3 jaar de eigen jeugdopleiding gevolgd en

    • e.

      de sportvereniging verzorgt op jaarbasis minimaal 5 presentaties/clinics/ demonstraties/trainingen ten behoeve van onderwijs, verenigingen of sportstimuleringsprojecten.

  • 3.

    Betaald Voetbal Organisaties komen niet voor deze regeling in aanmerking.

  • 4.

    De bedragen die genoemd worden in deze beleidsregels zijn de vastgestelde subsidiebedragen 2005. Deze worden jaarlijks geïndexeerd

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING

  • 1.

    Het subsidie bedraagt 100% van de door het college goedgekeurde huisvestingskosten toe te rekenen aan de selectie van het seniorenteam dat deelneemt aan de hoogste landelijke competitie tot een maximum van de goedgekeurde huisvestingskosten van 400 uur accommodatiegebruik op jaarbasis;

  • 2.

    Seniorenteams, welke degraderen naar het een na hoogste niveau, kunnen in het jaar na degradatie nog aanspraak maken op een subsidie van 50% van het reguliere topsportsubsidie, dit onder de voorwaarde dat men voorafgaande aan de degradatie 3 jaar op het hoogste niveau heeft gespeeld;

  • 3.

    Een seniorenteam, dat op grond van de eindstand van de nationale competitie deelneemt aan een door de Europese bond georganiseerde internationale competitie kan vanaf de tweede ronde van deze internationale competitie een bijdrage ontvangen in de kosten van deelname. De bijdrage is gelijk aan 50% van de door het college goedgekeurde reiskosten van de uitwedstrijd tot een maximum van € 2.133 per ronde.

HOOFDSTUK 4 TERMIJNEN, SUBSIDIEVERLENING EN -VASTSTELLING

  • 1.

    Subsidieverlening op grond van het gestelde in art. 3.1 en artikel 3.2 vindt plaats op basis van een voor 1 april voorafgaande aan het competitiejaar ingediende aanvraag.

  • 2.

    Subsidievaststelling op grond van het gestelde in art. 3.1 en art. 3.2 vindt plaats op basis van een voor 1 november na afloop van het competitiejaar ingediende aanvraag.

  • 3.

    Subsidievaststelling, zonder voorafgaande subsidieverlening, vindt plaats voor aanvragen op grond van het gestelde in artikel 3.3. Aanvragen hiervoor dienen ingediend te worden uiterlijk 1 week voordat de betreffende uitwedstrijd plaatsvindt.

HOOFDSTUK 5 BIJZONDERE GEVALLEN

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEPLAFOND

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de productbegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt het subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage waarmee het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

HOOFDSTUK 7 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

“Beleidsregels subsidiëring topsportverenigingen”.

HOOFDSTUK 8 INWERKINGSTREDING EN OVERGANGSRECHT

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2010. Met ingang van het subsidiejaar 2010 vervallen de bestaande beleidsregels subsidiering topsportverenigingen d.d. 18 november 2008.

  • 2.

    Verenigingen, die er door deze beleidregels op jaarbasis (ten opzichte van de subsidie voor het seizoen 2008/2009) meer dan € 5.000 op achteruitgaan komen in aanmerking voor een overgangsregeling. Deze verenigingen kunnen voor het subsidiejaar 2010 bovenop het subsidie voortvloeiende uit de nieuwe regeling nog een bijdrage ontvangen gelijk aan 1/3 van het verschil tussen het subsidiebedrag op grond van de nieuwe regeling en de bijdrage voor het seizoen 2008/2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 april 2009

Het college voornoemd,

De Burgemeester
Drs. G.J.M.Cox
De Secretaris
Mr. M.E.J.Goldsmits-Brouns