Verordening, regelde de samenstelling, de taak en de werkwijze van de commissie bedrijfsvestigingsbeleid

Geldend van 18-09-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening, regelde de samenstelling, de taak en de werkwijze van de commissie bedrijfsvestigingsbeleid

Burgemeester en wethouders van Sliedrecht;

Gelet op artikel 62, lid 1 van de gemeentewet;

Besluiten:

vast te stellen de volgende verordening, regelde de samenstelling, de taak en de werkwijze van de commissie bedrijfsvestigingsbeleid.

Artikel 1.

  • 1. De commissie adviseert burgemeester en wethouders desgevraagd inzake werkgelegenheids- c.q. bedrijfsaangelegenheden in de meest uitgebreide zin.

  • 2. De commissie is bevoegd uit eigen beweging die voorstellen en adviezen aan burgemeester en wethouders te richten, die zij in het belang van de werkgelegenheid/ het bedrijfsleven nodig acht.

  • 3. De commissie is bevoegd burgemeester en wethouders zelfstandig voorstellen betreffende haar werkwijze en taak te doen.

Artikel 2.

  • 1. De commissie bestaat uit:

    • a.

      het lid van het college van burgemeester en wethouders, dat de portefeuille van economische zaken/ de werkgelegenheid beheert, tevens voorzitter van de commissie

    • b.

      de directeur van gemeentewerken:

    • c.

      maximaal twee leden, aan te wijzen door burgemeester en wethouders, die op grond van hun deskundigheid of belangstelling ten aanzien van de werkgelegenheid en het bedrijfsleven geacht kunnen worden de geschiktheid te bezitten, die nodig is om uitvoering te geven aan de taak van de commissie;

    • d.

      twee vertegenwoordigers van de Vereniging Sliedrechtse Ondernemingen;

    • e.

      een vertegenwoordiger van de Sliedrechtse Middenstandsvereniging;

    • f.

      een vertegenwoordiger van elk der vakbonden FNV/CNV;

    • g.

      een vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Dordrecht en omstreken;

    • h.

      een vertegenwoordiger namens de verzorgende sector.

  • 2. Per genoemd lid wordt een plaatsvervanger aangewezen, die bij verhindering van een gekozen lid als zodanig kan optreden.

  • 3. Als secretaris/ coördinator van de commissie treedt op een door burgemeester en wethouder aan te wijzen ambtenaar der gemeentesecretarie.

Artikel 3.

  • 1. De zittingsperiode van de leden, bedoeld in artikel 2, is gelijk aan de zittingsperiode van de leden van de gemeenteraad. De leden zijn terstond herkiesbaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij een met redenen omkleed besluit de in artikel 2, eerste lid, sub d tot en met h bedoelde leden c.q. plaatsvervangers tussentijds ontslaan.

  • 3. Een lid kan te allen tijde schriftelijk ontslag nemen.

  • 4. In een tussentijds ontstane vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 5. Degene die is aangewezen ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature heeft zitting tot het einde van de zittingsduur van hem, in wiens plaats hij is aangewezen.

Artikel 4.

  • 1. De commissie vergadert tenminste eenmaal per twee maanden en voorts, wanneer de voorzitter dan wel tenminste twee leden zulks nodig achten.

  • 2. De voorzitter draagt er zorg voor, dat elk lid als regel tenminste een week voor het houden van de vergadering hiertoe wordt opgeroepen.

  • 3. De oproepingsbrief vermeldt de te behandelen zaken.

Artikel 5.

  • 1. De commissie mag niet beraadslagen of besluiten, wanneer niet tenminste de helft van het getal der zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer het vereiste aantal leden, genoemd in het eerste lid van dit artikel niet is opgekomen, wordt door de voorzitter een nieuwe vergadering belegd, met dien verstande dat de oproepingsbrieven tenminste twee dagen voor het tijdstip van deze vergadering wordt verzonden.

  • 3. De in lid 2 bedoelde vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

Artikel 6.

  • 1. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het door de commissie uit te brengen advies vermeld.

  • 3. Wanneer over een uit te brengen advies de stemmen staken wordt geen advies uitgebracht doch worden de verschillende standpunten aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

  • 4. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het daarop betrekking hebbende voorstel geacht te zijn aangenomen.

Artikel 7.

Over voorgenomen wijzigingen van deze verordening wordt de commissie gehoord, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening commissie bedrijfsvestigingsbeleid" en treedt in werking op 1 september 1984.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester wen wethouders der gemeente Sliedrecht op 31 juli 1984.
De secretaris, De burgemeester