Regeling vervallen per 12-02-2019

Verordening op de sportraad

Geldend van 11-09-2009 t/m 11-02-2019

Intitulé

Verordening op de sportraad

De raad der gemeente Sliedrecht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 1994;

gelet op de eerste afdeling, titel IIA, alsmede op artikel 149 der Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de volgende VERORDENING op de sportraad.

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Sportraad: de commissie ex artikel 82 der Gemeentewet, welke tot doel heeft, op grondslag van de grootst mogelijke samenwerking van alle betrokkenen de lichamelijke opvoeding (buiten schoolverband), de sportbeoefening en de recreatiesport, alsmede de verbetering van de mogelijkheden daartoe te bevorderen.

  • b.

    de raad: de raad der gemeente Sliedrecht;

  • c.

    het college: burgemeester en wethouders van Sliedrecht;

  • d.

    sportverenigingen: verenigingen, waar de amateursport bedreven wordt en welke geen binding hebben met het bedrijfsleven

Artikel 2

De sportraad tracht het in artikel 1a genoemde doel te bereiken door:

  • 1.

    Het bestuderen van de vraagstukken, die verband houden met de ontwikkelingen op het gebied van de lichamelijke opvoeding, de sport en de recreatiesport in de gemeente;

  • 2.

    Het bevorderen van het overleg en de samenwerking tussen organisaties, instellingen en personen, die op het gebied van de lichamelijke opvoeding, de sport en de recreatiesport in de gemeente werkzaam zijn, alsmede behartiging van hun daarvoor in aanmerking komende belangen.

  • 3.

    Het verstrekken van adviezen -desgevraagd of uit eigen beweging- aan de raad of aan het college, ten aanzien van de exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties, ten aanzien van het stichten van nieuwe sportterreinen en een algemeen reglement voor het gebruik van sportaccommodaties; inzake het systeem van subsidiering van de sport; over de recreatiesport; over de schoolsportactiviteiten en over de sportwensen in het algemeen.

  • 4.

    Het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigen beweging- aan organisaties, instellingen en personen, die op het terrein van de lichamelijke opvoeding, de sport en de recreatiesport in de gemeente werkzaam zijn.

  • 5.

    Het geven van voorlichting en informatie onder andere door middel van een sportagenda en publicaties en het verlenen van bemiddeling op het terrein van de lichamelijke opvoeding, de sport en de recreatiesport.

  • 6.

    Het onderhouden van contacten met organen, organisaties, instellingen en personen die buiten de gemeente op het terrein van de lichamelijke opvoeding, de sport en de recreatiesport werkzaam zijn.

  • 7.

    Het stimuleren van en mede vorm geven aan activiteiten op het gebied van de recreatiesport.

  • 8.

    Het waar mogelijk mede bevorderen van de training van bestuurs- en vrijwilligerskader.

  • 9.

    Al het overige wat de Sportraad nodig acht om het in artikel 1 gestelde doel te bereiken.

Samenstelling en benoeming

Artikel 3

  • 1.

    In de Sportraad kunnen alle sportverenigingen zich laten vertegenwoordigen door maximaal twee leden. een van deze afgevaardigde in het algemeen bestuur moet bij voorkeur een bestuursfunctie hebben in het bestuur namens wie hij./zij zitting neemt in het AB.

  • 2.

    De Sportraad kan aan het college, ter benoeming als lid van de Sportraad, personen voordragen die de doelstelling van de Sportraad kunnen ondersteunen tot een maximum van vier personen.

  • 3.

    De benoeming van de in lid 1 van dit artikel bedoelde leden van de Sportraad geschiedt door het college, na hiertoe aanbevelingen te hebben ontvangen van de sportverenigingen. Aan de indiening van de aanbevelingen kan de voorwaarde worden verbonden, dat deze meerdere namen moet bevatten.

  • 4.

    De Sportraad kan in het huishoudelijk reglement nadere voorwaarden stellen waaraan verenigingen moeten voldoen om aan het stellen van kandidaten voor de Sportraad deel te kunnen nemen.

  • 5.

    De raad benoemt uit zijn midden een lid van de Sportraad.

  • 6.

    De wethouders Sportzaken maakt als adviserend lid deel uit van de Sportraad.

  • 7.

    De Sportraad kan personen uitnodigen als adviserend lid tijdelijk aan zijn werkzaamheden deel te nemen.

  • 8.

    Het college kan beleidsambtenaren afvaardigen indien noodzakelijk ter advisering Sportraad.

Zittingsduur

Artikel 4

  • 1.

    De zittingsduur van de leden van de Sportraad valt samen met de zittingsperiode van de raad. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 2.

    Een lid van de Sportraad kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft hiervan schriftelijk kennis aan de Sportraad en aan de organisatie, welke hij in de Sportraad vertegenwoordigt. Het lid, dat ontslag heeft genomen, blijft lid van de Sportraad tot zijn ontslag aanvaard is.

  • 3.

    Indien een vertegenwoordiger geen lid meer is van de aangesloten vereniging wordt ook het lidmaatschap van de Sportraad beëindigd.

  • 4.

    Bij tussentijdse vacatures geschiedt de benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode.

  • 5.

    Een lid, dat zonder aanvaardbare redenen veelvuldig de beraadslagingen van de Sportraad, waarin hij zitting heeft, niet bijwoont of om andere voor de Sportraad gewichtige redenen voor ontslag in aanmerking komt, kan op advies van het dagelijks bestuur van de Sportraad ongevraagd tussentijds door het college worden ontslagen. Het ontslag wordt bij een met redenen omkleed besluit verleend nadat de betrokkene en de vereniging die hem afvaardigde, in de gelegenheid zijn gesteld, door het college te worden gehoord.

  • 6.

    In de conform het gestelde het gestelde in de voorafgaande leden van dit artikel ontstane vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Dagelijks bestuur

Artikel 5

  • 1.

    De Sportraad kiest uit zijn midden een oneven aantal leden voor het Dagelijks Bestuur van minimaal 5 personen.

  • 2.

    De wethouder belast met sportzaken maakt als adviserend lid deel uit van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is belast met de in artikel 2 van deze verordening vermelde taken.

Secretaris

Artikel 6

Het bestuur van de Sportraad wordt door een ambtenaar der gemeente als secretaris bijgestaan.

Tekenbevoegdheid

Artikel 7

  • 1.

    Alle stukken, die van de Sportraad uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2.

    De sportraad kan aan bepaalde personen een algemene of bijzondere machtiging verlenen tot het tekenen van bepaalde stukken.

Werkgroepen

Artikel 8

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan zich bij de vervulling van de hem opgedragen taak doen bijstaan door werkgroepen, waarin behalve leden van de Sportraad ook niet-leden zitting kunnen hebben.

  • 2.

    De werkgroep kiest uit haar midden een voorzitter. Deze is verantwoordelijk voor de rapportage aan het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De leden van de werkgroepen worden benoemd door het dagelijks bestuur, voor zover daartoe aanleiding bestaat, in overleg met de organisaties en instellingen, die op het betrokken terrein werkzaam zijn.

  • 4.

    De leden van het dagelijks bestuur hebben te allen tijd toegang tot de vergaderingen van de werkgroepen.

Werkwijze

Artikel 9

De Sportraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders behoeft. Hierin worden nadere regels vastgesteld omtrent de wijze van vergaderen , de verdere werkwijze van de Sportraad, het dagelijks bestuur, de werkgroepen, alsmede al hetgenen dat daarmee samenhangt, zulks met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a.

    De Sportraad vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitting of tenminste een derde deel van de aangesloten verenigingen het nodig oordeelt; in het laatste geval wordt de vergadering binnen veertien dagen gehouden;

  • b.

    De werkgroepen vergaderen zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een derde deel van de leden het nodig oordeelt; in het laatste geval wordt de vergadering binnen veertien dagen gehouden.

  • c.

    Vergaderingen vinden geen doorgaan indien niet meer dan een derde van de aangesloten verenigingen aanwezig is.

  • d.

    Indien een vergadering krachtens het bepaalde onder c geen doorgang kan vinden, wordt binnen veertien dagen een nieuwe vergadering belegd, waarin slechts wordt beraadslaagd en besloten over de agenda vermelde onderwerpen. Deze vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. Tussen de rondzending der oproepbriefjes en het uur van de vergadering moet tenminste een dag verstrijken.

  • e.

    Stemrecht hebben de leden zittend namens een vereniging, een aangesloten afdeling van een omnivereniging, en leden volgens artikel 3,lid 2 en 5. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken mondeling. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • f.

    Ingeval bij stemming over een zaak de stemmen staken, wordt deze in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. In deze alsmede in een voltallige vergadering wordt bij staken van stemmen het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • g.

    Ingeval bij stemming over personen de stemmen staken vindt op de eerstvolgende vergadering een herstemming plaats. Bij wederom staken der stemmen beslist terstond het lot.

  • h.

    De voorzitter zorgt, dat, tegelijk met de convocatie van de vergadering plaats, dag en uur van de vergadering ter openbare kennis wordt gebracht. De oproepingsbriefjes vermelden zoveel mogelijk de zaken waarvoor de vergadering is belegd.

  • i.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

Openbaarheid en geheimhouding

Artikel 10

  • 1.

    De vergaderingen van de Sportraad en van alle onderdelen vinden plaats in het openbaar.

  • 2.

    De deuren van de vergaderingen worden evenwel gesloten wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De Sportraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe bhoeft de stemmen van tweederde der aanwezige leden.

  • 3.

    De voorzitter kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, welke aan de Sportraad worden overlegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden als degenen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de voorzitter haar opheft.

Bekendmaking adviezen en besluiten

Artikel 11

Bekendmaking van de daarvoor in aanmerking komende adviezen en besluiten van de Sportraad geschiedt -tenzij het college anders bepaalt- op de voor de besluiten van de raad gebruikelijke wijze.

Toezicht, verantwoording en evaluatie

Artikel 12

  • 1.

    De Sportraad verstrekt aan het college en de raad alle gewenste inlichtingen over zijn werkzaamheden. De Sportraad brengt elk jaar voor 1 mei, over het daaraan voorafgaande jaar, verslag uit van zijn werkzaamheden, welk verslag aan de raad wordt overlegd.

  • 2.

    Het verslag, genoemd in het vorige lid, bevat een evaluatie van werkzaamheden van de Sportraad.

  • 3.

    De Sportraad mag bij een onderbesteding van zijn begroting gelden reserveren tot een maximum bedrag van f 5.000,--

Ontwerp-begroting

Artikel 13

De Sportraad dient jaarlijks voor 1 mei bij het college voor het daaropvolgende jaar de ontwerpbegroting van de Sportraad, met toelichting, in.

Opheffing

Artikel 14

Opheffing van de Sportraad kan slechts geschieden bij besluit van de raad, gehoord de Sportraad.

Wijziging verordening

Artikel 15

Voorstellen tot wijziging van de verordening kunnen slecht na overleg met de Sportraad aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.

Slotbepalingen

Artikel 16

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Sportraad 1998

  • 4.

    Alsdan vervalt de "Verordening Sportraad", vastgesteld bij raadsbesluit van 30 mei 1994.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der
gemeente Sliedrecht op 29 juni 1998.
De secretaris, De voorzitter.