Regeling vervallen per 10-01-2024

Algemeen mandaatbesluit gemeente Sliedrecht

Geldend van 07-06-2019 t/m 09-01-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2019

Intitulé

Algemeen mandaatbesluit gemeente Sliedrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SLIEDRECHT en de BURGEMEESTER van de gemeente SLIEDRECHT, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet;

BESLUITEN

Vast te stellen het navolgende

Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Sliedrecht

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouder van Sliedrecht.

  • b.

    De burgemeester: de (loco-)burgemeester van Sliedrecht als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte.

  • c.

    De directie: adviserend orgaan voor het college en aansturend orgaan voor de ambtelijke organisatie, gevormd door de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de adjunct-directeur.

  • d.

    De algemeen directeur: de (loco-)gemeentesecretaris van Sliedrecht, in zijn rol van eindverantwoordelijke voor de ambtelijke organisatie en die onderdelen van de gemeente aanstuurt, overeenkomstig een door de directie vastgestelde portefeuilleverdeling.

  • e.

    De adjunct-directeur: de hiërarchisch leidinggevende direct onder de algemeen directeur en die onderdelen van de gemeente aanstuurt, overeenkomstig een door de directie vastgestelde portefeuilleverdeling.

  • f.

    De griffier: de griffier van de gemeente Sliedrecht.

  • g.

    De gemeente: de gemeente als publiekrechtelijk lichaam alsmede de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon.

  • h.

    De raad: de gemeenteraad van Sliedrecht.

  • i.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen.

  • j.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • k.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • l.

    Budgethoudersregeling: de regeling, waarin de verantwoordelijkheden omtrent budgetten zijn geregeld. Onder meer zijn in die regeling opgenomen de drempelbedragen voor het aangaan van verplichtingen tot levering van goederen en diensten of werken en het betalen van facturen. De budgethoudersregeling en dit mandaatbesluit dienen in samenhang met elkaar gelezen te worden.

  • m.

    Budgethouder: de budgethouder als bedoeld in de budgethoudersregeling.

  • n.

    Teammanager: functionaris die eindverantwoordelijk is voor het team en de daarbinnen vallende clusters.

  • o.

    Cluster: organisatieonderdeel dat is belast met de ontwikkeling en uitvoering van werkzaamheden en/of ontwikkelen van beleid op daartoe door het college vastgestelde werkterreinen.

  • p.

    Opzichter: functionaris die binnen één van de clusters van het team Beheer en Openbare Ruimte als zodanig is aangewezen.

Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris/algemeen directeur en adjunct-directeur

  • 1.

    Aan de algemeen directeur en de adjunct-directeur (en hun plaatsvervangers) wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden, met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in bijlage 1.

  • 2.

    De algemeen directeur is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hem en de adjunct-directeur ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college verzonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 3 Mandaat overige functionarissen

  • 1.

    De aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de adjunct-directeur gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd aan:

    • a.

      teammanagers en hun plaatsvervangers,

    • b.

      budgethouders,

      met uitzondering van de bevoegdheden, genoemd in bijlage 2.

  • 2.

    De algemeen directeur en de adjunct-directeur maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die krachtens de door de directie vastgestelde portefeuilleverdeling aan één van hen toebehoren. De taken waarvan uit de Gemeentewet (in het bijzonder hoofdstuk VII, paragraaf 1 en 2) volgt dat deze toebehoren aan de gemeentesecretaris behoren tot In ieder geval de portefeuille van de algemeen directeur. De overige in het eerste lid genoemde functionarissen maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van het betreffende team of de betreffende budgethouder.

  • 3.

    Indien de teammanager van een team afwezig is en de terugkomst van de teammanager niet afgewacht kan worden, kan hij worden vervangen door elke andere teammanager. De teammanager treedt op dat moment in de bevoegdheden van degene die hij vervangt.

  • 4.

    De mandaten worden gebruikt overeenkomstig het doel van de toegekende budgetten, binnen de financiële grenzen van die budgetten, alsmede overeenkomstig het bepaalde in de budgethoudersregeling.

  • 5.

    De in het eerste lid genoemde functionarissen zijn bevoegd tot het aanbesteden en gunnen van een opdracht, slechts overeenkomstig het bepaalde in de budgethoudersregeling en binnen de kaders van het aanbestedingsrecht en het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden.

  • 6.

    De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de in deze bijlage genoemde functionarissen.

  • 7.

    Bij het gebruik van de bevoegdheden, die conform dit artikel zijn gemandateerd, gelden de hiërarchische lijnen onverkort.

  • 8.

    Het mandaat houdt zowel een beslissings- als ondertekeningsmandaat in.

Artikel 4 Algemene uitzonderingen van mandaat

  • 1.

    Aan het college en de burgemeester blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • a.

      de raad,

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis,

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen,

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie,

    • e.

      de vice-president van de Raad van State

    • f.

      de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft ter zake formele klachten,

    • g.

      enig bestuursorgaan van een provincie of een gemeente,

    • h.

      enig bestuursorgaan van een waterschap of een hoogheemraadschap,

      voor zover geen sprake is van een aanvraag voor een subsidie, vergunning, ontheffing of vrijstelling ten behoeve van de gemeente Sliedrecht.

  • 2.

    Onverminderd het gestelde in het eerste lid en in artikel 8 blijven aan het college en de burgemeester overigens voorbehouden de bevoegdheden als genoemd in bijlage 1.

  • 3.

    Onverminderd het gestelde in het eerste en tweede lid is het mandaat niet van toepassing:

    • a.

      Indien de verantwoordelijke portefeuillehouder namens het college beslist dat de aangelegenheid door het college moet worden afgedaan en indien de burgemeester beslist dat de aangelegenheid door hem moet worden afgedaan. De portefeuillehouder wordt tijdig geïnformeerd over gevoelige kwesties.

    • b.

      Indien de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren en de betreffende portefeuillehouder – na overleg – aangeeft dat het benodigde besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf dient te worden genomen.

    • c.

      Indien de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal burgers, bedrijven, verenigingen of belangengroepen en de betreffende portefeuillehouder – na overleg – aangeeft dat het benodigde besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf dient te worden genomen.

    • d.

      Op het voeren van het overleg met de vakbonden (Georganiseerd Overleg).

Artikel 5 Verhouding met budgethoudersregeling

Het Algemeen mandaatbesluit Sliedrecht en de Budgethoudersregeling zijn aan elkaar gekoppeld. Bevoegdheden die uit dit mandaatbesluit voortvloeien dienen telkens in samenhang met de Budgethoudersregeling gelezen te worden. Het bepaalde in de Budgethoudersregeling, in het bijzonder met betrekking tot de in die regeling opgenomen drempelbedragen, heeft derhalve een aanvullende werking op dit mandaatbesluit. De in de Budgethoudersregeling opgenomen drempelbedragen geven de financiële boven- en ondergrenzen aan van de mandaten van de verschillende functionarissen.

Artikel 6 Nadere regels en instructies

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het opmaken en het ondertekenen van een document, waarin van het verleende mandaat gebruik wordt gemaakt.

  • 2.

    Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

Artikel 7 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    Volmacht.

  • b.

    Machtiging.

Artikel 8 Bezwaarschriften

Op het beslissen op een bezwaarschrift, dat is gericht aan de burgemeester en/of het college, is van toepassing het Uitgebreid Mandaatbesluit tot beslissen op bezwaarschrift van de gemeente Sliedrecht (in werking getreden op 3 oktober 2015).

Artikel 9 Intrekking vorige regeling

Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit wordt het 'Mandatenbesluit Sliedrecht 2013' (waarvan het 'Mandaatregister Sliedrecht 2015') deel van uitmaakt, ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als 'Algemeen mandaatbesluit gemeente Sliedrecht'.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 23 april 2019,

Het college van Burgemeester en Wethouders,

de secretaris de burgemeester,

Sliedrecht, 23 april 2019,

De Burgemeester

Bijlage 1

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2, eerste lid van het Algemeen mandaatbesluit Sliedrecht blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

I. Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld

  • 4.

    Het nemen van een besluit in afwijking van een beleidsregel op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht of met gebruikmaking van een hardheidsclausule in een wettelijke regeling.

  • 5.

    Het nemen van een besluit dat leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid.

  • 6.

    Het nemen van een besluit dat leidt tot overschrijding van budgettaire bevoegdheden en begrotingslijnen.

  • 7.

    Het nemen van een besluit waarbij afgeweken wordt van wettelijk verplichte adviezen.

  • 8.

    Het vaststellen van een andere inspraakprocedure ten behoeve van een beleidsvoornemen dan die is beschreven in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (artikel 4, tweede lid van de 'Inspraakverordening gemeente Sliedrecht 2007').

  • 9.

    Het vaststellen van het eindverslag als bedoeld in Inspraakverordening gemeente Sliedrecht 2007.

  • 10.

    De bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

  • 11.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

  • 12.

    Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

  • 13.

    De bevoegdheid om te weigeren dat de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand op verzoek elders binnen de gemeente ambtsbezigheden verrichten.

  • 14.

    Het aanwijzen van een aangelegenheid als een dienst van algemeen (economisch) belang.

  • 15.

    Het nemen van besluiten tot het vaststellen van openbare ruimten als bedoeld in artikel 6 van de Wet BAG.

II. Privaatrecht

Contracten

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc.

  • 2.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten, indien, op grond van artikel 169, vierde lid Gemeentewet:

    • a.

      Het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht.

    • b.

      De raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben.

    • c.

      De raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 3.

    Het weigeren om toestemming te verlenen voor doorverkoop van percelen op bedrijfsterreinen, indien het vereiste van toestemming contractueel is bedongen.

Civiele en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van civiele procedures.

  • 2.

    Het besluit hoger beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het gemeentebestuur in civiele procedures.

  • 3.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 4.

    Het treffen van een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure, indien hiervoor geen financiële middelen op de vigerende begroting beschikbaar zijn.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang hoger dan € 10.000,00, niet zijnde vorderingen in het kader van belastingheffing of schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure.

  • 3.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen en legaten.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van schenkingen.

  • 5.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 7.

    Het afgeven van borgstellingen, met dien verstande dat de raad met betrekking tot borgstellingen voor meer dan € 50.000,00 vooraf in de gelegenheid wordt gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

Machtiging

Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester een machtiging kan verlenen aan een wethouder.

B. Personeelsaangelegenheden

Bevoegdheden ten aanzien van individuele personeelsleden

  • 1.

    Het nemen van besluiten over de benoeming, schorsing en ontslag van

    • a.

      De algemeen directeur.

    • b.

      De adjunct-directeur.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over de formele arbeidsduur, de totale organisatie betreffende.

  • 3.

    Het jaarlijks aanwijzen van verplichte brugdagen.

  • 4.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek als strafontslag wordt overwogen.

  • 5.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek totdat de uitspraak van de strafrechter of het besluit tot disciplinaire bestraffing onherroepelijk is geworden.

  • 6.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie als bedoeld in artikel 8:3 CAR-UWO.

  • 7.

    Het verlenen van strafontslag, als bedoeld in artikel 8:13 CAR-UWO.

  • 8.

    Het inzetten van ambtenaren in geval van een staking bij een particulier bedrijf.

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Sliedrecht in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 3.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 5.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet (ambtenaar, belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen).

  • 6.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel C van de Gemeentewet (ambtenaar, belast met de invordering van de gemeentelijke belastingen).

  • 7.

    Het besluiten tot afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid, onder de voorwaarde dat vooraf advies wordt ingewonnen bij SCD Inkoop.

  • 8.

    Het uitvoeren van bevoegdheden en verantwoordelijkheden, voor zover die zijn toebedeeld aan het college krachtens het Financieringsstatuut gemeente Sliedrecht.

Bijlage 2

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 3, eerste lid van het Algemeen mandaatbesluit Sliedrecht blijven voorbehouden aan de directie (de algemeen directeur en/of de adjunct-directeur).

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

1. Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, indien het verzoek om informatie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

  • 2.

    Het nemen van besluiten in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), indien het verzoek om informatie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie, vergunning, ontheffing en vrijstelling ten behoeve van de gemeente.

  • 4.

    Het nemen van het besluit om bezwaar, (administratief) beroep of hoger beroep aan te tekenen of om een verzoek om voorlopige voorziening dan wel een verzoek om wijziging of opheffing van een voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke procedures.

  • 5.

    Het ondertekenen van afdoeningsbrieven naar aanleiding van klachten.

2. Privaatrecht

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver ter zake van een aanbestedingsprocedure.

  • 2.

    Het nemen van een gunningsbesluit indien de opdracht niet wordt gegund aan de aanbieder met de meest economische aanbieding of de laagste inschrijfsom.

  • 3.

    Het niet gunnen van een opdracht na een aanbesteding.

Contracten

Het aangaan van een mantelcontract ten behoeve van meer dan één organisatieonderdeel van de gemeente, voor zover hiervoor geen geldend mandaat bestaat voor de manager van het Juridisch Kenniscentrum en Inkoop van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden.

Civiele en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het bij de rechtbank aanhangig maken van een vordering tot het betalen van een geldsom ≥ € 5.000,00.

  • 2.

    De beslissing dat de gemeente zich voegt in een strafzaak.

  • 3.

    Het besluit tot het voeren van verweer in civiele en strafrechtelijke procedures, inclusief het hiervoor benodigde procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende volmacht, met de instructie dat de betreffende portefeuillehouder hierover vooraf dient te worden geïnformeerd.

  • 4.

    Het treffen van een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure, indien hiervoor financiële middelen op de vigerende begroting beschikbaar zijn.

Overige privaatrechtelijke handelingen

  • 1.

    Het kwijtschelden en buiten vordering stellen van vorderingen met een financieel belang lager dan € 10.000,00, niet zijnde de vorderingen in het kader van belastingheffing of een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding, voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moeten worden overgedragen.

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot aanstelling van teammanagers.

  • 2.

    Het nemen van overige besluiten ten aanzien van teammanager, niet zijnde besluiten als bedoeld in bijlage 1, onder B.

  • 3.

    Het toekennen van een persoonlijke schaal.

  • 4.

    Het verlenen van ontslag wegens gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 8:4 en artikel 8:5 CAR-UWO.

  • 5.

    Het verlenen van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de functie als bedoeld in artikel 8:6 CAR-UWO.

  • 6.

    Het verlenen van ontslag op de gronden als genoemd in artikel 8:7 CAR-UWO.

  • 7.

    Het opleggen van de disciplinaire straffen als bedoeld in artikel 16:1:2, eerste lid CAR-UWO.

  • 8.

    Het opleggen van de volgende ordemaatregelen:

    • a.

      het ontzeggen van de toegang tot de kantoren, werkplaatsen of andere arbeidsterreinen, dan wel het verblijf aldaar, als bedoeld in artikel 15:1:19 CAR-UWO;

    • b.

      Het opleggen van de schorsing, als bedoeld in artikel 8:15:1 CAR-UWO, met of zonder geheel of gedeeltelijke inhouding van bezoldiging.

  • 9.

    Het weigeren van toestemming om nevenwerkzaamheden te verrichten.

  • 10.

    Het toekennen van een waarnemingsvergoeding in bijzondere situaties.

  • 11

    Het weigeren van verzoek om roostervrije uren te mogen sparen (functies vanaf schaal 11).

  • 12

    Het vaststellen van een overwerkvergoeding in bijzondere situaties (oorlog, rampen e.d.).

  • 13

    Het overplaatsen naar een ander organisatieonderdeel zonder instemming van de betreffende ambtenaar.

  • 14

    Het opdragen van andere werkzaamheden onder andere in tijden van oorlog.

  • 15

    De uitvoering van de Regeling melding vermoeden misstand Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid 2015.

  • 16

    Het benoemen van de (plv.) leden van de Centrale toetsingscommissie functiewaardering.

  • 17

    Het toepassen van hardheidsclausules van alle door het college vastgestelde (uitvoerings)regelingen, inclusief de CAR-UWO.

  • 18

    Het verlenen van ontslag op eigen verzoek als bedoeld in artikel 8:1 CAR-UWO, waarbij al dan niet een ontslagvergoeding wordt toegekend.

  • 19

    Het verlenen van ontslag op overige gronden, als bedoeld in artikel 8:8 CAR-UWO, waarbij al dan niet een ontslagvergoeding wordt toegekend.

  • 20

    Het toekennen van overwerkvergoeding in bijzondere situaties.

  • 21

    Het opleggen van een verplichting tot het vergoeden van door de gemeente geleden schade.

  • 22

    Het verlenen van toestemming tot het dragen van een uniform of dienstkleding bij het deelnemen aan betogingen of optochten.

  • 23

    Het bepalen van functies waarvoor uniformkleding verplicht is.

  • 24

    Het opleggen van een verplichting in of nabij zijn standplaats te gaan wonen.

  • 25

    Het opleggen van de verplichting tot het betrekken van een dienstwoning.

  • 26

    Het opleggen van een verbod om werkzaamheden te vervullen in verband met het in contact staan of kort geleden heeft gestaan met een persoon met een infectieziekte.

  • 27

    Het verlenen van een schadeloosstelling en vergoeding van kosten in niet elders voorziene gevallen.

  • 28

    Het uitvoeren van de rechtspositieregeling vrijwillige brandweer.

  • 29

    Het uitvoeren van de rechtspositieregeling bijzondere groepen ambtenaren.

  • 30

    Het nemen van beslissingen ten aanzien van overlijdensuitkeringen aan nagelaten betrekkingen van overleden ambtenaren.

  • 31

    Het uitvoeren van de wachtgeldregeling en de suppletieregeling zoals deze gelden voor wachtgelders die voor 1 januari 2001 zijn ontslagen.

  • 32

    Het nemen van beslissingen omtrent het wel of niet doorbetalen van de volledige bezoldiging in individuele gevallen van terminale ziekte.

  • 33

    De praktische uitvoering van het Georganiseerd Overleg.

Bijlage 3

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 3, vijfde lid van het Algemeen mandaatbesluit Sliedrecht blijven voorbehouden aan de in deze bijlage genoemde functionarissen.

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Aan de Wabo-coördinator van het team Dienstverlening en de teammnager van dit team blijven voorbehouden:

    • -

      Alle bevoegdheden die betrekking hebben op een (aanvraag om) omgevingsvergunning, zoals het beschikken op een aanvraag, het aanhouden van de aanvraag, het verlengen van proceduretermijnen, het buiten behandeling laten van aanvragen, het bevestigen van de ontvangst van de aanvraag, het wijzigen en intrekken van een omgevingsvergunning, het verrichten van procedurehandelingen waarop de reguliere dan wel uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, het geven van schriftelijke informatie, het verzoeken om advies van het Bureau Integriteitsbeoordelingen en het ondertekenen van een aanvraag om een verklaring van geen bedenkingen en van een aanvraag om een advies inzake een aanvraag om omgevingsvergunning.

    • -

      Alle bevoegdheden die voortvloeien uit het Bouwbesluit, zoals die met betrekking tot de sloopmelding, de melding brandveilig gebruik, het nemen van een besluit tot gelijkwaardigheid en het instemmen met een programma van eisen voor brandveiligheidsinstallaties.

  • 2.

    Aan de toezichthouder en de Wabo-coödinator van het team Dienstverlening en de teammanager van dit team blijven voorbehouden alle bevoegdheden met betrekking tot het toezicht in het kader van handhaving en omgevingstaken, zoals het toepassen van (spoedeisende) bestuursdwang.

  • 3.

    Aan de opzichters van het team Beheer en Openbare Ruimte en de teammanager van dit team blijven voorbehouden de bevoegdheid om hulpdiensten in te schakelen alsmede om uitgaven te doen tot een bedrag van € 5.000,00 voor bijzondere handelingen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken en waarbij het niet mogelijk is om tijdig overleg te voeren met de teammanager van het team Beheer en Openbare Ruimte dan wel indien een nader overleg met de teammanager onevenredige kosten met zich mee brengt.

  • 4.

    Aan de beleidsadviseur van het cluster Verkeer van het team Ruimtelijke Ontwikkeling en Economie en de teammanager van dit team blijven voorbehouden:

    • -

      Het nemen van verkeersbesluiten.

    • -

      Het verlenen van ontheffingen voor exceptioneel transport over één of meer wegen van het grondgebied van de gemeente Sliedrecht. Deze beleidsadviseur heeft de mogelijkheid ter zake ondermandaat te verlenen aan medewerkers van de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW).

  • 5.

    Aan de coördinator Basisregistratie Vastgoed en de medewerker Basisregistratie Vastgoed van het team Dienstverlening en de teammanager van dit team blijven voorbehouden:

    • -

      De volgende bevoegdheden, zoals bedoeld in artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en artikel 2 en 3 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Sliedrecht:

      • Die ten aanzien van het afbakenen van panden en verblijfsobjecten en het benoemen en afbakenen van standplaatsen en ligplaatsen.

      • Die ten aanzien van het vaststellen van nummeraanduidingen.

    • -

      De bevoegdheden ten aanzien van de vaststelling van geometrische gegevens van panden en verblijfsobjecten zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

    • -

      De bevoegdheden ten aanzien van het opmaken van documenten waarin constateringen zijn vastgelegd zoals bedoeld in artikel 10, onder b, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

    • -

      De bevoegdheden ten aanzien van het opstellen van een verklaring, zoals bedoeld in artikel 7, onder m, van het besluit basisregistratie adressen en gebouwen.

    • -

      Met toepassing van artikel 10.12 van de Algemene wet bestuursrecht, de volgende zorgplichten, zoals bedoeld in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen:

      • Het houden van een geautomatiseerde basisregistratie adressen en gebouwen, conform hetgeen daarover in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen en de Regeling basisregistratie adressen en gebouwen is bepaald (artikel 2).

      • Zorgdragen dat brondocumenten waaraan een in de basisregistratie opgenomen gegeven is ontleend, blijvend bewaard worden (artikel 13).

      • Zorgdragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de basisregistratie adressen en gebouwen.

      • Onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistratie adressen en gebouwen (artikel 31).

      • Het op verzoek aan een ieder verlenen van inzage in de basisregistratie adressen en gebouwen, alsmede het aan een ieder verstrekken van de in de basisregistratie opgenomen gegevens (artikel 32, eerste lid, onder a).

      • Het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen (artikel 37) en verzoeken (artikel 38), inclusief de verwerking daarvan (artikelen 31, 39, 40, 41).

    • -

      Met toepassing van artikel 10.12 van de Algemene wet bestuursrecht, de volgende zorgplichten, zoals bedoeld in de Wet basisregistratie grootschalige topografie

      • Zorgdragen dat de geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie worden bijgehouden (artikel 11).

      • Zorgdragen voor afstemming met andere in die wetgenoemde bronhouders over de begrenzing en de onderlinge aansluiting van de geografische objecten (artikel 12).

      • Zorgdragen dat voldaan wordt aan de kwaliteitseisen, gesteld in de catalogus (artikel 13).

      • Zorgdragen dat een in de basisregistratie grootschalige topografie weergegeven geografisch object in overeenstemming is met de fysieke werkelijkheid (artikel 14).

      • Het, na een melding, beslissen over de wijziging dan wel opneming van het betreffende authentiek gegeven, alsmede de voorbereidende handelingen voor die beslissing (artikel 27).

      • Levering van authentiek gegeven aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers alsmede de mededeling aan voornoemde dienst dat het authentiek gegeven niet langer in onderzoek is (artikel 28).

  • 6.

    Aan de in het 'Financieringsstatuut gemeente Sliedrecht' genoemde functionarissen blijven voorbehouden de in dat statuut aan hen toegekende verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Privaatrecht

  • 1.

    Aan de beleidsadviseur Grondzaken van het team Dienstverlening (cluster Vastgoed en Grond) en de teammanager van dit team blijft voorbehouden het geven van toestemming voor doorverkoop, verhuur of ingebruikgeving van percelen op bedrijfsterreinen, indien het vereiste van voorafgaande toestemming door B&W contractueel is bedongen jegens de eigenaar. De toestemming wordt enkel gegeven indien het beoogde gebruik in overeenstemming is met het vigerend bestemmingsplan c.q. het planologisch kader en na akkoord van de beleidsadviseur Economie.