Regeling vervallen per 31-12-2019

Kermisverordening gemeente Sluis

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-12-2019

Intitulé

Kermisverordening gemeente Sluis

Kermisverordening gemeente Sluis 2010;

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    kermis: een openbare gelegenheid tot vermaak, genot of vertier in vijf of meer kermis-inrichtingen;

  • 2.

    kermisinrichtingen: kermisvermakelijkheden, kinder- en familievermaakzaken, oefening-spelen en verkoopzaken, bestemd tot vermaak, genot en vertier op kermissen;

  • 3.

    organisatie: de vereniging van kermisvakgenoten, waarbij de vergunninghouder is aangesloten;

  • 4.

    consumptiezaken: inrichtingen waarin artikelen voor consumptie worden verkocht;

  • 5.

    standplaats: de locatie van een kermisinrichting en consumptiezaak op de kermis;

  • 6.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis.

 

Artikel 2 Reguliere kermissen

  • 1.

    Het college is bevoegd locaties en data aan te wijzen waar en wanneer kermisinrichtingen geplaatst kunnen worden.

  • 2.

    Het college is bevoegd locaties en data aan te wijzen waar en wanneer rij- en voertuigen en woonwagens van vergunninghouders geplaatst mogen worden.

  • 3.

    Het college is bevoegd het aantal, de samenstelling en de opstelling van de te plaatsen kermisinrichtingen te bepalen.

  • 4.

    Deze verordening is niet van toepassing op het plaatsen van maximaal vier kermisinrichtingen als bijkomende aankleding of versiering ter gelegenheid van tentoonstelling, jubileum, openingsfeest, dorpsfeest en soortgelijke samenkomsten van beperkte omvang en strekking, met een zodanige samenstelling en opstelling van de kermisinrichtingen dat naar algemeen erkend inzicht daaraan niet het karakter van een kermis kan worden toegekend.

 

Artikel 3 Overdekte kermis

  • 1.

    De gemeente Sluis kent een overdekte kermis op het adres Nieuwstraat 83a te Sluis; de duur van deze kermis is het gehele jaar door.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde kermis betreft onder andere de exploitatie van kermisautomaten die vallen onder de speelautomaten(hallen) verordening  gemeente Sluis 2004.

  • 3.

    Deze kermis wordt geëxploiteerd door een particulier.

  • 4.

    De burgemeester is belast met het verlenen van een vergunning aan de exploitant. Hij is bevoegd in de vergunning nadere voorwaarden te stellen betreffende de openingstijden van deze kermis, het aantal van de op te stellen automaten en de voorschriften over de toelating van publiek tot gebruik van deze automaten.

Artikel 4 Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, is het college bevoegd een besluit te nemen.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

 

Paragraaf 2 Vergunningen

 

Artikel 6 Standplaatsen

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een standplaats op een kermis in te nemen.

  • 2.

    De standplaatsen worden alleen vergund aan hen die kermisinrichtingen beroepsmatig als kermisbedrijf exploiteren en als zodanig bekend staan bij een organisatie of als zodanig ingeschreven staan in het Handelsregister.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op consumptiezaken.

  • 4.

    De standplaats moet worden ingenomen door degene aan wie de plaats is vergund en alleen voor de in de vergunning vermelde kermisinrichting of consumptiezaak. Het exploiteren van een kermisinrichting dient te geschieden door degene aan wie de standplaats vergund is of, onder zijn verantwoordelijkheid, door een door hem op contractbasis aangewezen bedrijfsleider. Genoemd contract moet op verzoek kunnen worden getoond.

  • 5.

    Vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 6.

    Het college kan de vergunning voor een periode van maximaal drie jaren verlenen.

 

Artikel 7 Aanvraag voor standplaatsen

  • 1.

    De aanvraag voor standplaatsen voor kermisinrichtingen geschiedt via door het college vastgestelde en uit te reiken aanvraagformulieren of op aanvraagformulieren die uitgegeven worden door de kermisbonden en die minimaal dezelfde informatie moet bevatten als de formulieren die het college vaststelt.

  • 2.

    Het aanvraagformulier beperkt zich tot één kermisinrichting en één locatie.

 

Artikel 8 Niet in behandeling te nemen aanvraagformulier

Het college neemt, met inachtneming van artikel 4:5 Awb, een aanvraagformulier niet in behandeling, indien:

  • 1.

    die is voorzien van het beding “zonder concurrentie” of “onder voorbehoud”;

  • 2.

    die afwijkt van de door de gemeente gestelde voorwaarden (zoals gesteld in de artikelen 5, 6 en 7 van deze verordening);

 

Artikel 9 Datum van inlevering aanvraagformulier

Het aanvraagformulier voor een standplaats op een kermis in de gemeente Sluis moet uiterlijk 1 februari van het jaar waarvoor de aanvraag geldt op het gemeentehuis ontvangen zijn.

 

Artikel 10 Vereisten aanvrager

De aanvrager is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen, evenals de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, ter verzekeren. De aanvrager is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden.  Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

 

Artikel 11 Aanvangs- en sluitingstijden

  • 1.

    De kermisinrichtingen mogen niet vroeger geopend worden dan om 13.00 uur, met dien verstande dat het college consumptiezaken kan toestaan deze hoogstens twee uren vroeger te openen.

  • 2.

    Met uitzondering van de consumptiezaken moeten de kermisinrichtingen gesloten worden om 1.00 uur; na die tijd tot aan het eerstvolgend openingsuur mag daarin geen publiek aanwezig zijn. Consumptiezaken moeten worden gesloten om 2.00 uur.

  • 3.

    Het college kan kindervermaakzaken toestaan om hoogstens 2 uur voor het in het tweede lid genoemde tijdstip te sluiten.

  • 4.

    Het gestelde in de Zondagswet is onverminderd van toepassing.

 

Artikel 12 Inname standplaats

  • 1.

    De standplaatsen en de locatie voor stroomaggregaten en compressorenop het kermisterrein zijn aangeduid op een situatietekening, die het college voor elke kermis opstelt en deel uitmaakt van de vergunning.

  • 2.

    Degene aan wie een standplaats op de kermis vergund is, mag de standplaats niet eerder innemen dan de werkdag voorafgaande aan de kermis.

  • 3.

    Het opbouwen van de kermisinrichtingen mag niet geschieden op erkende zon- en feestdagen.

  • 4.

    Met het opbouwen van kermisinrichtingen mag niet eerder worden begonnen, indien van toepassing, dan na afloop van de weekmarkt.

  • 5.

    Wanneer door de vergunninghouder op de werkdag, voorafgaande aan de aanvangsdatum van de kermis, om 16.00 uur nog geen aanvang is gemaakt met het oprichten van de kermisinrichting, verliest hij zonder enige ingebrekestelling alle recht op de vergunde standplaats en heeft het college het recht over de standplaats te beschikken. De vergunninghouder heeft dan geen recht op teruggaaf van betaald kermisgeld of schadeloosstelling, terwijl hij wel verplicht blijft tot betaling van wat hij ter zake nog verschuldigd is.

 

Artikel 13 Inname andere standplaats

  • 1.

    Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de door of namens het college vergunde standplaats.

  • 2.

    Afstand en overdracht van het recht op de vergunde standplaats en ruiling of verwisseling van vergunde standplaatsen is niet toegestaan, tenzij met toestemming van of namens het college.

 

Artikel 14 Ontruiming standplaats

  • 1.

    Degene aan wie een standplaats op de kermis is vergund, is verplicht die standplaats minimaal een half uur na sluiting van de kermis tot uiterlijk 1 dag na de sluiting te (doen) ontruimen, tenzij het college, bij wijze van uitzondering, verlenging van die termijn heeft toegestaan.

  • 2.

    Het afbouwen van kermisinrichtingen moet, indien van toepassing, gereed zijn vóór 6.00 uur voorafgaande aan de weekmarkt.

  • 3.

    Het afbouwen van de kermisinrichtingen mag niet geschieden op erkende zon- en feestdagen.

  • 4.

    Na het afbouwen van kermisinrichtingen moet de standplaats in dezelfde toestand waarin deze is vergund ter beschikking van de gemeente worden gesteld.

 

Artikel 15 Voorzieningen

  • 1.

    De gemeente zal zodanig voor het onderhoud van de standplaatsen zorg dragen dat deze locatie niet door stof, water of modder, behoudens in geval van overmacht, in een voor de exploitatie van inrichtingen onbruikbare toestand geraakt.

  • 2.

    De gemeente zal zorg dragen voor één of, voor zo veel nodig en voor zover mogelijk, meerdere wateraftapkranen en bakken voor het storten van huisvuil op of in de onmiddellijke nabijheid van de standplaatsen en de locaties voor rij- en voertuigen en woonwagens.

  • 3.

    De gemeente zal zorg (laten) dragen voor plaatsing van voldoende elektriciteitskasten ten behoeve van de kermisinrichtingen. Indien dat niet mogelijk blijkt, is het plaatsen van geluidgedempte stroomaggregaten toegestaan.

 

Artikel 16 Opstelling kermisinrichtingen

  • 1.

    Bij de opstelling van de kermisinrichtingen zal er door of vanwege de gemeente worden zorggedragen, dat

  • 1.

    op het kermisterrein niet een zodanig groot aantal kermisinrichtingen wordt toegelaten dat ten gevolge van een te dichte opstelling daarvan geen voldoende ruimte voor doorstroming van het publiek aanwezig is en aldus een behoorlijke exploitatie wordt belemmerd.

  • 2.

    op het kermisterrein de inrichtingen zodanig worden geplaatst, dat (rekening houdende met de ervaring) deze onder de aandacht van het publiek kunnen komen.

  • 3.

    Bij het bepalen van de opstelling van de kermisinrichtingen betrekt het college zonodig adviezen van de politie en de brandweer.

 

Artikel 17 Kermisgeld

Het tarief per m² in te nemen grond, waarnaar het kermisgeld wordt berekend, is nader geregeld in een afzonderlijke verordening.

 

Artikel 18 Overige verboden

Het is verboden:

  • 1.

    in vermaakzaken consumptieartikelen of andere voorwerpen te verkopen of uit te geven.

  • 2.

    vanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke vorm dan ook, al dan niet aangehecht of gevuld, te verkopen;

  • 3.

    in nougatkramen speelgoed in welke vorm dan ook aangehecht met snoepgoed, behalve de zogenaamde vulartikelen zoals trompetten, wandelstok, paraplu en flesjes met speen, te verkopen;

  • 4.

    vóór het sluitingsuur van de kermis kermisinrichtingen te sluiten of onverlicht te laten, behoudens in bijzondere gevallen, dit ter beoordeling door of namens het college.

 

Artikel 19 Geluidsoverlast

  • 1.

    Op het kermisterrein mag door of vanwege de vergunninghouder geen overlast veroorzakende muziek of ander geluid ten gehore worden gebracht.

  • 2.

    De geluidsinstallaties, inclusief de luidsprekers, mogen zich uitsluitend binnen de kermisinrichtingen bevinden, waarbij de voorzijde van de luidsprekers uitsluitend gericht mag zijn, op het centrum van de kermislocatie.

  • 3.

    De luidsprekers mogen in geen geval op de omringende woonbebouwing zijn gericht.

  • 4.

    De geluidsinstallaties moeten zodanig zijn afgesteld dat op één meter van de kermisinrichting het equivalente geluidsniveau (LAeq) de 80 dB(A) en het maximale geluidsniveau (Lmax) de 95 dB(A) niet overschrijdt.

  • 5.

    Het gebruik van niet-geluidgedempte stroomaggregaten is niet toegestaan.

  • 6.

    Het is verboden:

    • 1.

      muziek te maken buiten de openingsuren van de kermis, behoudens voor het afstellen of testen gedurende een half uur voor aanvang van de kermis;

    • 2.

      gebruik te maken van sirenes, hoorns en dergelijke instrumenten, anders dan om begin en einde van een rit aan te kondigen, alsook van andere overmatig lawaaimakende apparaten;

    • 3.

      in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers.

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 20 Strafbepalingen

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 21 Intrekking en schorsing kermisvergunning

Het college kan een vergunning voor een standplaats op een kermis, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • 1.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • 2.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • 3.

    niet of niet tijdig het verschuldigde kermis voldoet of heeft voldaan, dat wordt geheven op grond van artikel 15 van deze verordening.

Artikel 22 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de kermis te verwijderen indien hij:

  • 1.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • 2.

    zich op de kermis schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 23 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 24 Intrekking oude regeling

De “Kermisverordening 1975” van de gemeente Oostburg, door de gemeenteraad op 25 november 2004 van toepassing verklaard voor de gemeente Sluis, wordt ingetrokken.

Artikel 25 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in het vorige artikel genoemde verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in het vorige artikel genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Kermisverordening gemeente Sluis 2010.