Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Maatschappelijke Participatie gemeente Sluis 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening Maatschappelijke Participatie gemeente Sluis 2012

Verordening Maatschappelijke Participatie gemeente Sluis 2012

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: begripsbepaling

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      college: het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;

    • c.

      Sociaal culturele activiteiten: alle activiteiten die burgers ondernemen op sociaal cultureel gebied om deel te nemen aan de maatschappij;

    • d.

      Maatschappelijke participatie: deelname van burgers aan de samenleving, zoals het hebben van werk, volgen van onderwijs, verrichten van vrijwilligerswerk en betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen omgeving, op een voor de persoon zinvolle manier.

  • 3. Rechthebbenden: Voor de bepaling van de kring van rechthebbenden wordt aangesloten bij de bepalingen in artikel 11 Wwb. Daarnaast dient de rechthebbende ten tijde van de aanvraag woonachtig te zijn in de gemeente Sluis. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij de Gemeentelijke Basisadministratie.

  • 4. Inkomensbegrip: Voor de bepaling van het inkomen wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 31 lid 1 Wwb. De inkomsten bedoeld in artikel 31 lid 2 wordt bij de bepaling van dit inkomen buiten beschouwing gelaten.

  • 5. Vermogensbegrip: Voor de bepaling van het vermogen wordt aangesloten bij het gestelde in artikel 34 lid 1 en 2 Wwb.

  • 6. Er wordt geacht geen draagkracht aanwezig te zijn indien:

    • a.

      Het inkomen als bedoeld in artikel 1, lid 4 niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, hierbij wordt aangesloten bij het gestelde in artikel 35 lid 9 Wwb;

    • b.

      Er geen vermogen als bedoeld in artikel 1, lid 5 aanwezig is.

Hoofdstuk 2: Maatschappelijke participatie

Artikel 2: Maatschappelijke participatie

  • 1. Het college kan bijdragen toekennen voor de stimulering van maatschappelijke participatie via:

    • -

      Sociaal culturele activiteiten;

    • -

      Computerlessen;

    • -

      Computer voor gezinnen met schoolgaande kinderen.

  • 2. De kosten voor de in het eerste lid genoemde voorzieningen dienen betrekking te hebben op het jaar waarin wordt aangevraagd. De toekenning voor het gestelde in lid 1a, geschiedt per de eerste dag van de maand waarin de aanvraag door het college ontvangen is.

  • 3. De bijdragen voor de in het eerste lid genoemde voorzieningen dienen schriftelijk te worden aangevraagd.

Artikel 3: Sociaal culturele activiteiten

  • 1. De vergoeding bedraagt, op aanvraag, voor belanghebbende(n) die voldoen aan artikel 1, lid 3 tot en met 6:

    • a.

      € 125,- per jaar per gezinslid van 18 jaar of ouder;

    • b.

      € 175,- per jaar per gezinslid jonger dan 18 jaar.

  • 2. De vergoeding is persoonsgebonden en wordt, na toekenning, volledig betaalbaar gesteld. Het college heeft het recht om steekproefsgewijs na te gaan of de toegekende vergoeding voor sociaal culturele activiteiten wordt ingezet.

  • 3. Het college behoudt het recht om de bijdrage, zoals genoemd in artikel 3, lid 1.b beschikbaar te stellen via het jeugdsport- en het jeugdcultuurfonds.

Artikel 4: Computerlessen

De cursus bestaat uit 12 computerlessen en wordt toegekend aan belanghebbenden die voldoen aan artikel 1, lid 3 tot en met 6.

Artikel 5: Computer voor gezinnen met schoolgaande kinderen

  • 1. Gezinnen met schoolgaande kinderen van 12 tot 18 jaar, die voldoen aan artikel 1, lid 3 tot en met 6, komen in aanmerking om, op aanvraag, één keer in de zes jaar een gratis computer in natura te krijgen. De aanvraag geschiedt door of namens de ouders.

  • 2. Er dient op de aanvraagdatum minimaal één schoolgaand kind in de leeftijd van 12 tot 18 jaar op uw adres ingeschreven te staan.

  • 3. De computer dient noodzakelijk te zijn voor studiedoeleinden van het kind/de kinderen.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 6: Overgangsrecht

Indien op grond van de huidige Nota Minimabeleid ultimo 2011 een voorziening is verstrekt die doorloopt in 2012, kan gedurende de looptijd van deze voorziening niet een zelfde voorziening worden verstrekt op basis van deze verordening en/of Nota minimabeleid gemeente Sluis 2012.

Artikel 7: Hardheidsclausule

  • 1. In bijzondere gevallen kan door het college worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid;

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 8: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Maatschappelijke participatie 2012.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, gelijktijdig met de nota minimabeleid Sluis 2012, in werking met ingang van 1 januari 2012.

Toelichting

Artikel 1: begripsbepaling

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen, die als zodanig niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Artikel 2: Maatschappelijke participatie

In lid 3 wordt ingegaan op de aanvraag. De aanvraag moet schriftelijk gebeuren met het daarvoor bestemde formulier, opgesteld door het college. Op het formulier wordt ten minste aangegeven wat de aanvrager wil aanvragen, de inkomsten het vermogen. Er kan geen aanvraag gedaan worden voor kosten die al gemaakt zijn.

Artikel 3: Sociaal culturele activiteiten

In lid 1 wordt ingegaan op het doel. In de praktijk blijkt, dat personen die rond moeten komen van een minimaal inkomen geen of weinig ruimte in het inkomen hebben om in de kosten van deelname aan sociaal-, culturele- en sportieve activiteiten te voorzien. Met deze bijdrage wordt actieve deelname bevorderd. De bijdrage kan ingezet worden voor:

  • -

    Contributie voor het lidmaatschap van één of meerdere gezinsleden van een sport- of muziekvereniging;

  • -

    Aanverwante kosten zoals voetbalschoenen of (sport)kleding;

  • -

    Een krant of tijdschrift;

  • -

    Een hobby.

In lid 1wordt ingegaan op de hoogte van de vergoeding. Voorbeeld: een gezin met een vader, moeder en drie thuiswonende kinderen waarvan één kind 18 jaar of ouder is, ontvangt tweemaal een vergoeding van € 175,- en driemaal een vergoeding van € 125,00.

In lid 2 wordt aangegeven dat het college steeksproefgewijs een controle zal uitvoeren of de aangevraagde vergoeding voor de juiste doeleinden wordt ingezet. Dit mede ter voorkoming van oneigenlijk gebruik van middelen en ter voorkoming van doorkruising van het rijksbeleid inzake inkomenspolitiek. De aanvrager dient daarom betaalbewijzen minimaal een jaar te bewaren. Dit is een wijziging ten aanzien van de voorgaande regeling en komt ten goed van de klant omdat men automatisch de volledige bijdrage ontvangt.

Artikel 4: Computerlessen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5: Computer voor gezinnen met schoolgaande kinderen

Het College heeft voor deze regeling een overeenkomst gesloten met een bedrijf dat deze computers inclusief een basis aan software bij betrokkenen thuis levert en installeert. Daarnaast is datzelfde bedrijf verantwoordelijk voor de service. De computer wordt in eigendom verstrekt.

Artikel 6, 7 en 8:

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012