Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR124472
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR124472/1
Regeling vervallen per 01-01-2013
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
jaar: een kalenderjaar;
- b.
maand: een kalendermaand;
- c.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- d.
dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
- e.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een
privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- b.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- c.
voorwerpen bij kleine evenementen, zoals bedoeld in paragraaf 2.1.A van de nota evenementenbeleid.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
-
1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
-
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
-
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
-
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerpen of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
-
5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
-
6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:
- a.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;
- b.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.
- a.
-
7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is
opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk
een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
Artikel 7 Belastingtijdvak
1.In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2.In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 8 Wijze van heffing
-
1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar de jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting, geheven bij aanslag, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
- 2.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het vorige lid, moet de belasting, geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
- 3.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht
De “Verordening precariobelasting 2011” vastgesteld op 23 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Precariobelasting 2012”.
Tarieventabel
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water
Hoofdstuk 2 Terrassen
Hoofdstuk 3 Reclameobjecten
Hoofdstuk 4 Diversen
Hoofdstuk 1 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water
1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
1.1.1 een aftappunt met toebehoren voor motorbrandstof of olie, per
aftappunt, per jaar € 137,50
1.1.2 een aftappunt met toebehoren voor lucht of water per aftappunt,
per jaar € 39,29
1.1.3 een tank voor bewaring van vloeistoffen voor elke m³ inhoud van
de tank, per jaar € 15,71
Hoofdstuk 2 Terrassen
2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven
een terras voor:
2.1.1 de kernen Aardenburg, Eede, Sint Kruis, Draaibrug, Heille en
Sint Anna ter Muiden per m², per maand € 1,41
2.1.2 de Boulevard de Wielingen te Cadzand, en aan het Ledelplein,
Erasmusstraat, de Markt en het Eenhoornplantsoen te Oostburg,
per m² per maand € 2,20
2.1.3 het Spuiplein, Oranjeplein en de Kaaite Breskens per m2,
per maand € 2,41
2.1.4 de bebouwde kom van de kern Sluis per m², per maand € 4,13
2.1.5 in het overige gebied van de gemeente per m², per maand € 1,76
2.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van een incidenteel terras:
2.2.1 per dag per 10 m2 € 18,98
Hoofdstuk 3 Reclameobjecten
3.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
3.1.1 reclameborden, uithangborden, verkoopautomaten, lichtbakken
lichtreclame, vitrines, lampen of lantaarns met opschrift of reclame
e.d. per stuk, per jaar € 31,20
Hoofdstuk 4 Overige voorwerpen
4.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.1.1 zonneschermen en luifels per stuk, per jaar € 26,70
4.1.2 uitgestalde zaken langs en aan gevels, per m² ‘per jaar € 4,01
4.1.3 steigers, stellingen, bouwketen, schaftwagens, containers, afbraak-
en bouwmaterialen of door afrastering t.b.v. de uitvoering van
bouw-, verbouw- of onderhoudswerkzaamheden per m² per week € 1,88
4.1.4 een vetvangput, per stuk per jaar € 47,15
4.1.5 hobbelmachines e.d., per stuk per jaar € 19,80
4.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen t.b.v. een:
4.2.1 vaste standplaats voor de verkoop van waren op één dag per week gedurende meerdere weken per jaar:
4.2.1.1 minder dan 5 m² /per maand € 33,42
4.2.1.2 groter dan 5 m²/per maand € 66,77
4.3 vaste standplaats voor de verkoop van waren:
4.3.1 vaste standplaats voor de verkoop van waren op twee of meer dagen per week, gedurende meerdere weken per jaar:
4.3.1 minder dan 5 m2/per maand € 66,77
4.3.2 groter dan 5 m2/per maand € 133,55
4.4 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen t.b.v. van een:
4.4.1 incidentele standplaats voor de verkoop van waren, anders bedoeld
dan onder 4.2 en 4.3 per plaats per dag per 4 strekkende meter € 8,49
4.5 Het tarief bedraagt voor het innemen van een standplaats, anders dan
voor de verkoop van waren, per 10m2 per dag € 6,12
4.6 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.6.1 maximaal 10 waterfietsen in het kanaal Sluis-Brugge, per jaar € 412,46
4.7 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.7.1 attractries bij evenementen zoals snoepkraam,
draaimolen, schiettent, springkussen etc., per attractie per dag € 8,49
4.8 Het tarief bedraagt voor het innemen van een standplaats voor circussen, stuntgroepen en tenten (bijv. zoals stuntcarshows, luchtacrobatiek, bungyjumping, e.d.);
4.8.1 per attractie per dag tot max. 100 m2 € 74,82
4.8.2 per attractie per dag > 100m2 € 104,05
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl