Regeling vervallen per 27-10-2011

Verordening inzake de winkeltijden gemeente Sluis 2004

Geldend van 01-04-2004 t/m 26-10-2011

Intitulé

Verordening inzake de winkeltijden gemeente Sluis 2004

Verordening inzake de winkeltijden gemeente Sluis 2004

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Winkeltijdenwet;

b. feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

c. het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen acht weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdragen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

1.Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

2.In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen eter bescherming waarvan de ontheffing is vereist.

c.het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d.de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e.van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij

f.de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Ontheffing voor afzonderlijke situaties

1.Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werk- en feestdagen, ten behoeve van:

  • a.

    bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

  • b.

    het uitstallen van goederen.

2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in gevallen van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

3. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel o ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 6 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 7 Toerisme

De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente niet voor het gehele grondgebied van de gemeente:

  • a.

    op zon- en feestdagen van 09.00 tot 21.00 uur voor een winkel of voor de uitoefening van straathandel;

  • b.

    op Goede Vrijdag van 19.00 tot 21.00 uur voor een winkel

Artikel 8 Overige aanvragen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag waarop het besluit tot vaststelling bekend gemaakt is.

  • 2. De Verordening winkeltijden gemeente Oostburg (vastgesteld bij raadsbesluit van 15 augustus 1996) en de Verordening winkeltijden Sluis-Aardenburg (vastgesteld bij raadsbesluit van 31 oktober 1996) worden ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden gemeente Sluis 2004”.

A ALGEMENTE TOELICHTING

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken.

De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet.

Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet.

In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen

  • 06.

    00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden.

  • 3.

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

4.Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

1.1Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels

In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangende komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.

Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon- en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.

1.2Gemeentelijke bevoegdheden.

Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan.

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan.

In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.

In verband met mogelijke overlast, geen aantoonbare behoefte (gezien het feit dat er de afgelopen jaren geen aanvraag daartoe bij beide voormalige gemeenten zijn binnengekomen) en de lange openingstijden van de meeste aanwezige supermarkten, zijn er geen bepalingen over avondwinkels in deze verordening opgenomen. Eventuele aanvragen zullen worden getoetst aan de Winkeltijdenwet en op basis hiervan worden afgewezen.

Wel wordt middels artikel 6 de mogelijkheid geboden om bij bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard (bijvoorbeeld de publicatie van een boek of verkoop van concert- en voetbalkaartjes) ontheffing van het openingsverbod te verlenen.

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon- en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Op grond van het toeristische karakter van de gemeente Sluis, is van deze mogelijkheid tot aanwijzing van koopzondagen geen gebruik gemaakt; op grond van artikel 3, derde lid, van de wet is het toegestaan om alle winkels in de gemeente Sluis toegestaan op zondag op te hebben.

Feestdagen

Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste en tweede Kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder b, van de Winkeltijdenverordening. De 19uur dagen vallen daar niet onder.

Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon- en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als ‘koopzondagen’ kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.

Avondwinkels

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.00 inwoners mag aan één winkels een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in de plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank- en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn. Zoals eerder vermeld, wordt er geen aanleiding gezien om een dergelijke avondwinkel in de gemeente Sluis toe te staan.

In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

De gemeente behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 7 van de verordening.

Zondagopening van campingwinkels kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied.

Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen.

Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.

Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.

Kunstateliers en galeries

In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 5 van de verordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Indien wordt besloten tot het verlenen van ontheffing voor kunstateliers en galeries, kan het tweede lid van artikel 5 van de verordening worden aangevuld met ‘kunstateliers en galeries’. Bij de totstandkoming van de verordening is gemeend genoemde uitbreiding niet op te nemen. In voorkomende gevallen biedt artikel 8 van de verordening een oplossing.

1.3Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon- en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de hele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:

·Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken- en verpleeghuizen).

De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

·Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart).’

De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

·Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • ·

    Bepaalde soorten winkels (winkels in musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken).

  • ·

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, zoals indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • ·

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken.

Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan, zoals gesteld in artikel 6 van de verordening.

  • ·

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • ·

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • ·

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen , indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto’s ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • ·

    Verkoop van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • ·

    Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang en zonsondergang gedurende de Ramadan.

  • ·

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • ·

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

    1.4Handhaving

Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijke bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

B ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de omschrijving van het begrip “feestdagen” is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Beslistermijn

Op de behandeling van aanvragen (om ontheffingen) is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Het college beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen acht weken. Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Onder “de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel’ kan verstaan worden: de uitoefening van kleinhandel, anders dan in een waarbij goederen aan willekeurige voorbijgangers op of aan de openbare weg worden aangeboden (“standplaats”). Het kenmerk is dat de verkoper op vaste dagen en/of tijdstippen met zijn waren is te vinden op een bepaalde plaats op of aan de openbare weg. Op dat punt verschilt het van andere vormen van straathandel, zoals het venten.

Artikel 5 Avondopenstelling werk- en feestdagen

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet en vormt een combinatie van artikelen 7 en 9 van de modelverordening van de VNG.

Artikel 6 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Artikel 2 van de wet geeft aan dat het verboden is om op bepaalde dagen en tijden een winkel voor publiek geopend te hebben. Artikel 12, eerste lid, van het Vrijstellingenbesluit geeft aan dat dit verbod (voor zover het betreft de zon- en feestdagen) niet geldt ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit biedt de mogelijkheid om per verordening te regelen dat de in het eerste lid genoemde vrijstelling niet geldt voor de gemeenten of delen er van.

Deze bepaling is opgenomen zodat, indien een situatie zich voor doet waarbij een verbod op straatverkoop van eten en drinken gewenst is, dit ook verboden kan worden in (delen van) de gemeente.

Artikel 7 Toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. In deze verordening is de keuze gemaakt om alle winkels in de gemeente Sluis vrijstelling te verlenen van het verbod in artikel 2 van de wet, voor zover gericht tegen de openstelling op zondagen.

In de verordeningen van de voormalige gemeenten Oostburg en Sluis-Aardenburg werd een onderscheid gemaakt tussen winkels op kampeerterreinen en overige winkels. Aangezien het kampeerseizoen steeds langer wordt en kampeerterreinen de mogelijkheid hebben om ook ’s winters gasten te ontvangen, wordt genoemd onderscheid niet meer wenselijk geacht.

Dit artikel komt in de plaats van artikel 5 van de modelverordening, gericht op artikel 3, eerste lid, van de wet, die de gemeenteraad of het college de mogelijkheid biedt tot het aanwijzen van 12 “koopzondagen”.

Artikel 8 Overige aanvragen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De wet kent geen overgangsregeling. Ook in de modelverordening is geen overgangsbepaling opgenomen: Aangezien de regeling op grond van de Winkelsluitingswet en de Winkeltijdenwet voor deze onderwerpen niet veranderd is, kan een overgangsbepaling regelen dat de ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend geacht worden ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening. Betrokkenen hoeven dan geen nieuwe ontheffing aan te vragen en de gemeente kent minder bestuurslasten en ontheffingen.

Het tijdstip van in werking treden van de verordening zal om de bestaande ontheffingen en vrijstellingen te kunnen laten doorlopen moeten worden gekoppeld aan het tijdstip van in werking treden van de wet.

Artikel 10 Citeertitel.

Dit artikel behoeft geen toelichting.