Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting 2012

Geldend van 23-12-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN HONDENBELASTING 2012

De raad van de gemeente Smallingerland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van november 2011;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN HONDENBELASTING 2012

Artikel 1

Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van één of meer honden binnen de gemeente.

Artikel 2

Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3

  • Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor honden:

  • a.

    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon wordt gehouden;

  • b.

    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel of pension als bedoeld in artikel 1, onderdeel c en d, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel of pension is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • f.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

  • g.

    waarvan de houder geen ingezetene der gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft.

Artikel 4

  • Heffingsgrondslag

De grondslag voor de belasting is het aantal honden, dat de belastingplichtige houdt.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaf en het tarief opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7

Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.

  • 4.

    Belastingaanslagen van minder dan € 10 worden niet opgelegd.

  • 5.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet

    verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 9

  • Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Indien voor de inning van de gemeentelijke belastingaanslagen een machtiging wordt afgegeven is betaling van het totaal bedrag van de aanslag in acht termijnen mogelijk, mits het totaalbedrag van de aanslag meer bedraagt dan € 80. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de overige termijnen steeds een maand later.

  • 3.

    Indien de machtiging wordt ingetrokken, de rekening waarvoor de machtiging is afgegeven onvoldoende saldo bevat, of indien afschrijvingen worden geweigerd of gestorneerd, wordt het restant van de belastingschuld, conform de termijnen genoemd onder 1, opeisbaar.

Artikel 10

  • Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening hondenbelasting 2011 van 7 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 6 december 2011,
griffier, voorzitter,

Tarieventabel 2012

behorende bij de “Verordening Hondenbelasting 2012”

Maatstaven en tarieven hondenbelasting

1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

  • a.

    voor de eerste hond € 45

  • b.

    voor iedere hond boven het aantal van één € 68

    • 2.

      In afwijking van het voorgaande lid bedraagt de belasting

      voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de

      Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel € 113

    • 3.

      Het tweede lid blijft buiten toepassing als belastingplichtige

      schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar

      het werkelijk aantal honden als blijkt dat dit bedrag lager is dan het

      op voet van de tweede lid bepaalde bedrag.

Behoort bij raadsbesluit van 6 december 2011.

De griffier van Smallingerland,