Werkafspraken bijtincidenten honden

Geldend van 24-06-2016 t/m heden

Intitulé

Werkafspraken bijtincidenten honden

Gemeente Smallingerland-politie team 3 Oost Fryslan

Begripsbepalingen

Grondslagen

  • -

    Gemeentewet (Gw), artikel 125

  • -

    Gemeentewet (Gw), artikel 172

  • -

    Algemene Plaatselijke Verordening (APV), artikel 2:59

Overige relevante regelgeving m.b.t. deze werkafspraken

  • -

    Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 4:9

  • -

    Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 6:1

  • -

    Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 7:1

Korte samenvatting van de werkafspraken

Bijtincidenten door honden worden geregistreerd bij de politie.

De politie reikt na een eerste bijtincident een waarschuwing uit aan de eigenaar/houder van de hond of beslist in overleg met de vaste contactpersoon hondengeleiding van het team Oost Fryslan (hierna te noemen: vast contactpersoon) dat dit bijtincident dermate ernstig is, dat meteen tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan.

Na een tweede bijtincident veroorzaakt door dezelfde hond, dient de politie een bestuurlijke rapportage en verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod aan de hond in bij de gemeente. Dit verzoek is gemotiveerd op basis van de bestuurlijke rapportage en geregistreerde gegevens en verloopt via de vaste contactpersoon van het team Oost Fryslan.

Gemeente toetst het verzoek en de bestuurlijke rapportage en legt het voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod van de hond voor aan de eigenaar/houder. De eigenaar/houder krijgt gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.

De zienswijze van de eigenaar/houder kan leiden tot een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond of tot een brief om voor rekening van de eigenaar/houder een gedragstest bij de hond via de daartoe benoemde gedragskeurmeester uit te laten voeren.

Als de eigenaar/houder afziet van een gedragstest, wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod genomen. Een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat. Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd, kan daartegen bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang of dwangsom. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

De burgemeester besluit op grond van artikel 172 onder lid 2 van de Gemeentewet een hond in beslag te nemen als een eigenaar of houder van een hond, die door het college als gevaarlijke hond is aangewezen, in strijd met artikel 2:59 APV houdt en vervolgens een nieuw bijtincident met ernstig letsel veroorzaakt.

Naast bovengenoemd bestuurlijk traject is ook het civielrechtelijke traject beschreven.

Bij overtreding van het korte aanlijn- en/of muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de officier van justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het OM over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het laten inslapen van de gevaarlijke hond

Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. De politie wijst dader en slachtoffer van het bijtincident op rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.

Begripsbepalingen

Bijtincident: van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon bijt of een ander dier, veelal een hond, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, dat gezien de context van de situatie verklaarbaar is.

Ernstig bijtincident: Bij een ernstig bijtincident brengt de hond ernstig letsel toe aan een persoon of een ander dier, veelal een hond. Meerdere bijtincidenten binnen een periode van twee jaar kunnen ook worden aangemerkt als een ernstig bijtincident.

Gevaarlijke hond: Een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

Hinderlijke hond: Een hond, die een bijtincident heeft veroorzaakt.

Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

OM: Openbaar Ministerie.

1.Protocol

Stap 1 Bijtincidenten worden geregistreerd bij Politie

De politie schakelt, zoveel mogelijk, bij elk bijtincident de vaste contactpersoon in. Elk bijtincident moet worden geregistreerd. In de registratie moet minimaal worden vastgelegd:

  • ·

    personalia eigenaar/houder

  • ·

    personalia benadeelde partij

  • ·

    personalia getuige(n)

  • ·

    gegevens van bijtende hond inclusief vermelding van ras, chipnummer, roepnaam hond, kopie van paspoort en/of stamboomgegevens.

  • ·

    indien van toepassing gegevens slachtoffer

  • ·

    indien van toepassing gegevens van gebeten hond of inclusief vermelding van ras, chipnummer, roepnaam hond, kopie paspoort en/of stamboomgegevens

  • ·

    indien van toepassing gegevens van gebeten dier of object

  • ·

    aard en omvang van letsel en schade

  • ·

    omstandigheden en aanleiding waaronder de hond heeft gebeten

  • ·

    of de hond mee naar huis is of in beslag is genomen en op welke grond (straf- of bestuursrecht)

  • ·

    of er andere of ‘oudere’ meldingen (tot 2 jaar terug) over desbetreffende hond in het systeem aanwezig zijn.

Ook andere instanties (toezicht, burgers) doen soms meldingen van bijtincidenten bij de gemeente. De gemeente zorgt dat meldingen van bijtincidenten zo volledig mogelijk worden doorgestuurd naar de vaste contactpersoon.

Indien de gemeente een verzoek om een muilkorfgebod krijgt van een burger voor de hond van een andere burger, dan neemt ze altijd eerst contact op met de vaste contactpersoon.

Stap 2 Politie reikt na eerste bijtincident een waarschuwing uit

De politie reikt (of stuurt) na een eerste bijtincident een waarschuwing uit aan de eigenaar/houder van de hond of beslist in overleg met de vaste contactpersoon dat het eerste bijtincident dermate ernstig is, dat direct tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan. De vaste contactpersoon neemt hiertoe contact op met de contactpersoon van het OM. In voorkomende gevallen vraagt de politie of de eigenaar/houder vrijwillig afstand wil doen van de hond.

BESTUURSRECHTELIJK TRAJECT

Stap 3 Na tweede bijtincident dient Politie een verzoek in bij gemeente

Na een tweede bijtincident door dezelfde hond dient de politie in overleg met de vaste contactpersoon een verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod in bij de gemeente. Dit verzoek is gemotiveerd op basis van een bestuurlijke rapportage van de geregistreerde gegevens.

Stap 4 Gemeente legt voornemen tot muilkorfgebod voor

Gemeente legt voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor aan de eigenaar/houder van de hond . Eigenaar/houder krijgt maximaal tien dagen de gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.

Stap 5 Zienswijze eigenaar

De zienswijze van de eigenaar/houder kan leiden tot:

  • 1.

    De eigenaar is het eens met het verzoek van politie en een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond kan door de gemeente worden opgelegd.

  • 2.

    De eigenaar is het niet eens met het verzoek en is bereid om voor zijn rekening een gedragstest uit te laten voeren via de daartoe bevoegde instantie, aan te wijzen door de gemeente, om aan te tonen dat zijn hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 3.

    De eigenaar is het niet eens met het verzoek en is niet bereid om voor zijn rekening een gedragstest uit te laten voeren.

Stap 6 Besluit tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod

  • 1.

    Als eigenaar het eens is met bestuurlijke rapportage politie en het voornemen van de gemeente wordt een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor een hond, dan is dit een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

  • 2.

    Als de test wel wordt uitgevoerd, dan dient eigenaar de rekening voorafgaande aan de test te voldoen aan de daartoe bevoegde instantie. De kosten van de test komen volledig voor rekening van de eigenaar

    Binnen enkele weken na afname van de test ontvangt de gemeente van de onderzoeker een advies over het gedrag van de hond.

    De gemeente neemt in beginsel het advies van de onderzoeker over in het definitieve besluit aan de eigenaar/houder.

  • 3.

    Als eigenaar/houder afziet van gedragstest, dan wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond genomen. Een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor een hond is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

Stap 7 Bezwaar tegen besluit

De eigenaar kan binnen zes weken bezwaar maken tegen het besluit. Dit bezwaar wordt via de afdeling in behandeling genomen en afgehandeld,

Afhankelijk van de vorm en inhoud etc. van het ingediende bezwaar kunnen de volgende besluiten worden genomen:

  • ·

    niet- ontvankelijk

  • ·

    ontvankelijk

  • ·

    gegrond

  • ·

    gedeeltelijk gegrond

  • ·

    ongegrond

Stap 8 Bestuursrechtelijk optreden na overtreding van een besluit

Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door de gemeente bestuursrechtelijk worden opgetreden met een dwangsom. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.

Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door de gemeente bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang. Onder bestuursdwang wordt verstaan het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan gehouden of nagelaten. Bij bijtincidenten met honden is de situatie veelal dermate spoedeisend dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen en dit dus achteraf plaatsvindt. Spoedeisende bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden toegepast indien inbeslagname van de hond noodzakelijk is, maar er op het moment van de overtreding niet direct sprake is van verstoring is van de openbare orde.

Afhankelijk van de situatie zal een keuze worden gemaakt tussen last onder dwangsom en bestuursdwang.

Stap 9 Inbeslagname door burgemeester

De burgemeester is op grond van artikel 172 lid 2 Gemeentewet bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. De burgemeester besluit tot inbeslagname van de hond indien:

  • ·

    de eigenaar of houder van een hond die door het college als gevaarlijke hond is aangewezen in strijd met artikel 2:59 APV houdt en vervolgens

  • ·

    de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, waarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

De politie neemt contact op met de burgemeester over bevel tot inbeslagname, nadat is gecontroleerd dat alle beschikbare middelen van de APV reeds zijn toegepast. De burgemeester geeft bevel tot inbeslagname.

CIVIELRECHTELIJK TRAJECT

Stap 10

Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. Politie of vaste contactpersoon van team 3 Oost Fryslan wijst dader en slachtoffer van het bijtincident op rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.

Ondertekening

Gemeente Smallingerland
2 juni 2016