Regeling vervallen per 01-01-2024

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE VAN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND

Geldend van 17-10-2008 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE VAN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND

De raad van de gemeente Smallingerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2008;

gelet op artikel 6.7 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 Besluit ruimtelijke ordening; BESLUIT

vast te stellen de volgende: PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE VAN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND

Artikel 1

  • 1. Begripsbepalingen

    in deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvrager degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;

    • b.

      adviseur : de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;

    • c.

      adviescommissie schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3T vijfde lid, van deze verordening;

    • d.

      besluit Besluit ruimtelijke ordening;

    • e.

      college het college van burgemeester en wethouders;

    • f.

      gemeente : gemeente Smallingerland;

    • g.

      planologische maatregel : oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening;

    • h.

      planschade schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid.

      Wet ruimtelijke ordening;

    • i.

      wet : Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2

De aanvraagen opdrachtverstrekking

1.Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Het college wijst binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een onafhankelijk en deskundig adviseur aan en verstrekt daaraan opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen, tenzij een onvolledige aanvraag niet is aangevuld of de aanvraag kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk is.

Artikel 3

Adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Indien het college, na overleg met de in artikel 2 bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving of waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra specifieke deskundigheid wijst het college een tweede adviseur of indien nodig meer dan twee adviseurs aan.

  • 2.

    Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de in artikel 2 bedoelde adviseur voorzitter en rapporteur is. Alle betrokken adviseurs ondertekenen het rapport. De adviescommissie kan alleen met instemming van het college uit haar midden een ander als rapporteur aanwijzen.

Artikel 4

Deskundigheid en onafhankelijkheid

  • 1.

    Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn op het gebied van planschade of de in artikel 3 lid 1 en 2 bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen.

  • 2.

    Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijk van de raad. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 5

Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:

    • a.

      een adviseur of

    • b.

      een adviescommissie.

  • 2.

    De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.

  • 3.

    Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Ais het college het verzoek tot wraking heeft toegewezen, wijst het naar eigen inzicht een andere adviseur aan.

Artikel 6

Werkwijze adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking Hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2.

    Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseur of de adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

  • 3.

    De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie neemt het beginsel van hoor- en wederhoor in acht door alle belanghebbenden en het college hun visie op de aanvraag te laten geven. Als er sprake is van een belanghebbende in de zin van artikel 6.4a van de wet of een betrokken bestuursorgaan worden belanghebbenden en het betrokken bestuursorgaan in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij alle belanghebbenden met afzonderlijk horen instemmen. Van het horen maakt de adviseur een verslag.

  • 4.

    De adviseur neemt de situatie ter plaatse op en brengt daarover verslag uit.

  • 5.

    De verslagen van het horen en de plaatsopneming maken onderdeel uit van het advies, alsook in voorkomend geval een beschrijving en taxatie van de onroerende zaak, een planologische vergelijking en in geval van schade een onderbouwing van de hoogte van de geadviseerde tegemoetkoming.

  • 6.

    Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a van de wet. Het college kan daartoe verzocht de termijn met 8 weken verlengen.

  • 7.

    De aanvrager, het college, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a van de wet worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren. Het college kan daartoe verzocht de termijn met 4 weken verlengen.

  • 8.

    In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen zes weken na het verstrijken van de in het zevende lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 9.

    In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het zevende lid bedoelde termijn een advies uit aan het college.

Artikel 7

Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op 1 juli 2008 in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Procedureverordening planschade".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 30 september 2008,