Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het beleid Verder met zonne-energie in Smallingerland

Geldend van 31-07-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het beleid Verder met zonne-energie in Smallingerland

De gemeenteraad van de gemeente Smallingerland;

overwegende dat het Klimaatakkoord op 28 juni 2019 door het Kabinet is gepresenteerd;

dat zonne-energie een stap is richting een energieneutrale gemeente;

dat de gemeenteraad zich kan verenigen met de motieven die ten grondslag liggen aan het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 10 maart 2020;

B E S L U I T:

Het beleid "Verder met zonne-energie in Smallingerland vast te stellen waarbij op bladzij 19 in de laatste alinea de volgende zin wordt opgenomen "deze afspraken worden met harde financiële garanties onderbouwd".

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd

in zijn openbare vergadering van 19 mei 2020;

griffier ,

voorzitter,

Hoofdstuk 1 Waarom dit beleid?

Nederland wil minder CO2 uitstoten

Nederland heeft in 2016 de internationale afspraken over het klimaat in Parijs ondertekend. Dat betekent dat ons land helpt om de uitstoot van CO2 te verminderen. Het doel is om de uitstoot in 2030 met 49% te verminderen ten opzichte van 1990. De opwarming van de aarde en de nadelige gevolgen zoals langere periodes van droogte, overstromingen en heftige regenval verminderen dan.

Om dit doel ook in Nederland te halen hebben de overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties een Klimaatakkoord gesloten. Er staan afspraken in over elektriciteit, landbouw en landgebruik, gebouwde omgeving, industrie en mobiliteit.

Afspraken over elektriciteit

De afspraken over elektriciteit gaan over het verminderen van het gebruik van elektriciteit en het opwekken van duurzame energie. Duurzame energie is opgewekt op een milieuvriendelijke manier. Er komt geen CO2 vrij. De energie komt van natuurlijke bronnen die steeds worden aangevuld. Dit is energie uit wind, water(kracht), zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa. Fossiele energie en kernenergie vallen niet onder hernieuwbare energie, omdat deze afkomstig zijn uit bronnen die niet worden aangevuld.

afbeelding binnen de regeling

Bij het opwekken van duurzame energie op land krijgt de regio een grote rol. Elke regio krijgt de ruimte om zelf te bepalen hoe zij de doelen haalt om meer duurzame energie op te wekken. Nederland is opgedeeld in dertig regio’s die elk een Regionale Energie Strategie (RES) maken. In maart 2021 moeten de regionale energiestrategieën (RES 1.0) klaar zijn.

Ook Smallingerland wil haar steentje bijdragen

Binnen de RES-regio doet elke gemeente mee met het opwekken van duurzame energie. Hoe groot de opgave wordt voor Smallingerland op korte termijn is op dit moment niet te overzien. Het uiteindelijke doel van Smallingerland is dat zij energieneutraal wil worden in 2050. Daarvoor moet hernieuwbare energie opgewekt worden binnen de gemeentegrens. Alleen zonne-energie is niet genoeg om energieneutraal te worden. Binnen Smallingerland moet een mix ontstaan van verschillende vormen van duurzame energie.

afbeelding binnen de regeling

Zonne-energie is voor Smallingerland nu de belangrijkste vorm van duurzame energie

Naast zonne-energie zijn er ook andere vormen van duurzame energie. Bijvoorbeeld wind. Het bouwen van windmolens groter dan 15 meter is door de provincie niet toegestaan. Ook het ruimtelijk beleid van de gemeente staat windmolens niet toe. Geothermie is een techniek om warmte diep uit de bodem te halen. Energie kan ook gehaald worden uit biomassa, uit oppervlaktewater of uit bedrijven. Deze technieken zijn allemaal nog nieuw en kostbaar. We verwachten niet dat ze op korte termijn op grote schaal toe te passen zijn. Daarom zetten we in op zonnepanelen.

Daarbij is een mix van zonnepanelen op daken en zonnepanelen op de grond noodzakelijk. Daarom hebben we uitgewerkt hoe we omgaan met ideeën om zonnepanelen op de grond te plaatsen. En wat daarbij de rol van de gemeente is.

Wat is het doel van dit beleid op zonne-energie?

We gebruiken het beleid om te beoordelen of plannen en ideeën voor zonnevelden wenselijk en haalbaar zijn.

Dit beleid laat zien:

  • Wat de gemeente belangrijk vindt bij nieuwe plannen voor zonne-energie.

  • Hoe inwoners kunnen meedenken en meedoen bij een nieuw plan voor het opwekken van zonne-energie.

  • Wat wij als gemeente doen om het opwekken van zonne-energie op het dak en de grond te realiseren.

Op basis van de ervaringen kan het zijn dat we het beleid in de toekomst willen aanpassen. Ook landelijke en regionale ontwikkelingen kunnen een aanleiding zijn om het beleid aan te passen.

Wat leest u in dit plan?

  • Hoofdstuk 2 gaat over de stand van zaken van zonne-energie in Smallingerland.

  • In hoofdstuk 3 leest u wat de uitgangspunten zijn van het opwekken van zonne-energie.

  • Hoofdstuk 4 vertelt dat we zonne-energie willen stimuleren, zowel met panelen op daken als in veldopstellingen.

  • In hoofdstuk 5 leest u wat wij doen om de initiatieven makkelijker te maken. Zoals het bieden van ondersteuning.

  • Hoofdstuk 6 beschrijft hoe inwoners kunnen meedenken en meedoen bij een nieuw plan voor het opwekken van zonne-energie.

  • In hoofdstuk 7 leest u wat de procedures zijn.

Hoofdstuk 2 Wat is de stand van zaken?

Zonne-energie in Smallingerland

In de Klimaatmonitor van RVO is te zien dat het aandeel energie dat opgewekt wordt door zonnepanelen in Smallingerland sinds 2012 sterk gestegen is. Op veel daken van inwoners in onze gemeente liggen al zonnepanelen. Op grote daken, van bedrijven en instellingen, soms ook een groot aantal, zoals op schouwburg De Lawei, de scholen op het Leerpark en ziekenhuis Nij Smellinghe. Ook de gemeente heeft zonnepanelen gelegd op haar eigen gebouwen; aan de Gauke Boelensstraat, het Tussendiepen en de parkeergarage aan het Van Knobelsdorffplein.

Het opwekken van zonne-energie op daken heeft de voorkeur

Zonne-energie opwekken met panelen op het dak is heel belangrijk. Wanneer de zonnepanelen op daken liggen nemen ze geen extra ruimte in. Er is sprake van dubbel ruimtegebruik. Ook zijn ze minder zichtbaar. Zonnepanelen op het dak stimuleren wij met adviezen en een stimuleringsregeling (de duurzaamheidslening in 2020). Maar met alleen panelen op daken wekken we niet genoeg energie op.

Wij hebben niet genoeg daken in onze gemeente

Wij hebben niet genoeg bruikbaar dakoppervlak in onze gemeente om daarmee in de toekomst energieneutraal te worden. Dat komt onder andere omdat:

  • niet alle woningen voldoende dakoppervlakte hebben (appartementen)

  • niet alle daken goed liggen ten opzichte van de richting van de zon

  • daken in de schaduw van omliggende gebouwen of bomen liggen

  • niet alle daken een constructie hebben die stevig genoeg is voor zonnepanelen.

Ook zijn er sociaal-maatschappelijke drempels

Niet alle inwoners en bedrijven kiezen er voor om zonnepanelen op hun dak te leggen, omdat

  • Inwoners niet altijd voldoende geld hebben om te investeren in zonnepanelen.

  • Het niet duidelijk is of de salderingsregeling van de overheid blijft bestaan.

  • De huidige salderingsregeling stimuleert het opwekken van zonnestroom op basis van het huidig stroomverbruik. Per dak passen er vaak meer panelen op. Maar dat is met de salderingsregeling minder aantrekkelijk.

afbeelding binnen de regeling

We moeten daarom inzetten op het aanleggen van zonnevelden

Als wij meer zonne-energie willen realiseren, dan moeten we meer inzetten op het aanleggen van zonnevelden. Zonnevelden zijn stellages met zonnepanelen op de grond of op water.

Hoeveel zonne-energie we in Smallingerland willen produceren kunnen we nog niet overzien. In de Regionale Energie Strategie wordt berekend hoeveel energie er duurzaam opgewekt moet worden om Fryslân energieneutraal te maken. Ook Smallingerland wil energieneutraal worden in 2050. Daarvoor moeten we stappen zetten.

afbeelding binnen de regeling

Hoe groot die stappen zijn bepalen we vooraf niet. Dit beleid gaat niet over WAT we aan zonne-energie willen produceren, maar HOE we dat gaan doen. We willen de opgave niet kwantificeren. We verwachten dat we de eerstkomende jaren kunnen starten met 30-40 hectare aan zonnevelden. Deze omvang sluit ook aan op de beschikbare netwerkcapaciteit.

Hoofdstuk 3 De uitgangspunten voor locaties voor het opwekken van zonne-energie

Om zonnevelden in het buitengebied aan te leggen heeft de provincie voorwaarden gesteld. In dit hoofdstuk leest u kort wat deze voorwaarden zijn. Gaat het om grote hoeveelheden panelen? Dan is het belangrijk de aansluitmogelijkheden op het elektriciteitsnetwerk van Liander te onderzoeken. Hierover leest u ook meer in dit hoofdstuk.

3.1 De provincie Fryslân stelt kaders voor het aanleggen van zonnevelden

De provincie Fryslân is verantwoordelijk voor de 'kwaliteit fan de romte' in het buitengebied. Eind 2019 publiceerde zij het ontwerp van hun omgevingsvisie De Romte Diele. De notities 'Romte foar Sinne' en 'Sinnefjilden yn it lânskip’ zijn daarin opgenomen. Daarnaast publiceerde de provincie de 'Leidraad Sinnetafels'. Hierin beschrijft zij hoe zij initiatiefnemers kan helpen. De provincie brengt hierin vragen, belangen, kansen en wensen van alle betrokken partijen samen.

Over 'Romte foar Sinne' en de omgevingsvisie

In deze notitie beschrijft de provincie haar doelstellingen. En onder welke voorwaarden zij ruimte biedt aan zonnepanelen op de grond. De uitgangspunten zijn opgenomen in de Omgevingsvisie. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • Er moet genoeg ruimte zijn voor gemeentelijke beleidsambities en voor projecten van lokale energie-coöperaties.

  • Het karakteristieke landschap moeten we beschermen.

  • Het zonneveld moet goed aansluiten op een stad of dorp. Een richtlijn daarbij is dat er een kleine afstand (minder dan 200 meter) zit tussen de bebouwing en het zonneveld. De kwaliteit van het landschap is hierbij belangrijk. Dit is maatwerk per locatie.

  • De omvang van zonnevelden bij de dorpen moet overeenkomen met de aard en schaal van het dorp.

  • Kansen voor kleine zonnevelden bij agrarische bedrijven kunnen worden onderzocht.

Zonnevelden zijn uitgesloten in de volgende gevallen:

  • Grote losliggende zonnevelden in het buitengebied wil de provincie liever niet.

  • Grootschalige locaties bij een agrarisch bedrijf wil de provincie liever niet.

  • Zonnevelden mogen niet aangelegd worden in gebieden die zijn aangewezen als provinciale natuurgebieden (NNN).

Over 'Sinnefjilden yn it lânskip' (2017)

Dit document is een aanvulling op de beleidsnotitie 'Romte foar Sinne'. Hierin staan 10 'vertrekpunten'. Deze punten leest u in figuur 2.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Vertrekpunten, zoals beschreven in Sinnefjilden yn it lanskip p. 12

3.2 Wij kunnen afwijken van de kaders van de provincie Fryslân

In punt 3.1 van dit hoofdstuk leest u de provinciale kaders voor de aanleg van zonnepanelen. Als gemeente bieden wij de mogelijkheid om in overleg van een aantal kaders af te wijken:

  • Dorpen mogen meer opwekken dan wat ze nodig hebben. In ‘Romte foar sinne’ staat dat de omvang van zonnevelden bij dorpen overeen moet komen met de aard en schaal van het dorp. Dorpen mogen hiervan afwijken. Bijvoorbeeld als ze meer willen opwekken dan wat ze nodig hebben en hiermee energieleverancier worden.

  • Zonnevelden mogen ook verder dan 50 - 200 meter van bestaand stedelijk gebied afliggen. Dit maakt een grotere groene buffer tussen bebouwing en zonneveld mogelijk. Dat kan als aanwonenden dit willen en als dat past in het landschap.

  • Wij kunnen wel meewerken aan kleinschalige losliggende zonnevelden in het buitengebied. Bijvoorbeeld bij veehouders, als tweede stap naast zon op dak. De panelen moeten dan binnen het agrarisch bouwvlak geplaatst worden. De eventuele uitbreiding van het agrarisch bouwvlak moet voldoen aan het bestemmingsplan. Dit voorkomt losliggende velden. En de bebouwing in het buitengebied blijft geconcentreerd.

Let op:

Agrariërs wonen vaak in (buiten)gebieden met weinig aansluitmogelijkheden. Voor zonnevelden die meer opwekken dan het verbruik zijn grote investeringen nodig. Dit wil de netbeheerder het liefst voorkomen.

3.3 De capaciteit van het elektriciteitsnetwerk

De energie die wordt opgewekt door een zonneveld wordt geleverd aan het elektriciteitsnetwerk:

  • Lokale middenspanningsnet: het laagspanningsnet ligt overal waar elektriciteit verbruikt wordt. Hier zijn bijvoorbeeld alle voedingspunten voor woningen op aangesloten. Kleinere zonnevelden tot ongeveer 2 MWA/ha kunnen hier op worden aangesloten. Maar alleen als er ruimte is op het elektriciteitsnetwerk.

  • Middenspanningsnet: dit verbindt het hoogspanningsnet met het laagspanningsnet. In het middenspanningsnet zijn onderstations en regelstations opgenomen. Is er ruimte beschikbaar op de middenstations? Dan kunnen daar middelgrote zonnevelden op worden aangesloten (tot ongeveer 10 MWA/ha).

  • Hoogspanningsnet: grote zonnevelden worden aangesloten op een onderstation van Liander of op het hoogspanningsnet van Tennet. Dit hangt af van de grootte en locatie. Tennet is de landelijke beheerder van het hoogspanningsnet in Nederland.

We betrekken Liander op tijd bij het uitwerken van initiatieven

Liander beheert het elektriciteits- en gasnet in Fryslân. De doelstelling van Liander is om de aansluit- en maatschappelijke kosten voor zonnevelden zo laag mogelijk te houden.

De eigenaren van zonnevelden betalen zelf de kosten om hun zonneveld op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De netbeheerder betaalt extra investeringen die nodig zijn om het achterliggende elektriciteitsnet aan te passen. Zodat de energie getransporteerd kan worden. Alle investeringen die een netbeheerder doet, worden verwerkt in de tarieven voor stroom. Dit zijn dus maatschappelijke kosten.

afbeelding binnen de regeling

De richtlijnen van de netbeheerder bij de zoeklocaties voor zon

  • 1)

    Installeer zonnepanelen achter een bestaande aansluiting en gebruik de stroom direct.

  • De stroom wordt niet geleverd aan het elektriciteitsnet. Dit geldt bijvoorbeeld voor zonnepanelen op daken of panelen op eigen erf. Dit geldt ook voor bedrijven die elektriciteit nodig hebben op het moment dat de zon schijnt.

  • 2)

    Installeer zonnepanelen achter een bestaande aansluiting en gebruik een deel van de stroom direct en lever een deel terug aan het net.

  • Dit kan als er ruimte is op het elektriciteitsnetwerk.

  • 3)

    Combineer zonnestroom met wind.

  • De ritmiek van het opwekken van zon, sluit aan op de ritmiek van het opwekken van wind. Zon en wind kunnen daarom dezelfde aansluiting gebruiken.

  • 4)

    Is een nieuwe aansluiting nodig? Houdt dan de afstand tot een bestaande kabel of station zo klein mogelijk.

  • Zoek aansluitpunten waarbij het net niet verzwaard hoeft te worden. Zo blijven de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk.

Hoofdstuk 4 Wij willen zonne-energie stimuleren

4.1 We realiseren zo veel mogelijk zon op het dak

Het streven blijft om zoveel mogelijk zonnepanelen op daken te realiseren. Zodat we zuinig kunnen omgaan met zonnepanelen op de grond en tegelijkertijd toewerken naar energieneutraliteit.

Hoe doen we dat?

  • We stimuleren zon op de daken van bedrijven.

  • Dat doen we door hierover actief met de bedrijven in gesprek te gaan.

  • We stimuleren zonne-energie op woningen.

  • Dat doen we onder andere door de duurzaamheidslening opnieuw te introduceren.

  • We wijzen op verschillende landelijke financierings-en subsidieregelingen.

  • Zoals de salderingsregeling, SDE-subsidie en postcoderoos. U leest hierover meer in bijlage 2.

4.2 We zetten in op zon op de grond

Zuinig ruimtegebruik blijft voorop staan. Dubbel ruimtegebruik heeft de voorkeur boven enkel ruimtegebruik. Aan alle locaties met zonnepanelen stellen we voorwaarden voor de inrichting en het maatschappelijk draagvlak. Over het meedenken en meedoen leest u meer in hoofdstuk 6.

De volgende uitgangspunten zijn hierbij belangrijk:

Zon op de grond binnen het stedelijk gebied

In eerste instantie zoeken we locaties voor zon op de grond binnen het stedelijk gebied. Mogelijkheden voor zuinig en dubbel ruimtegebruik zoeken we bijvoorbeeld op:

  • braakliggende terreinen

  • ongebruikte grond op bedrijventerreinen

  • geluidswallen

  • ongebruikte grond bij infrastructuur

  • carpoolplaatsen

  • open veldjes

Extra voordeel is dat we hier de energie kunnen opwekken dichtbij de plek waar het wordt gebruikt. Zo kunnen kleine installaties binnen stedelijk gebied mogelijk aangesloten worden op het bestaande elektriciteitsnet. Hierover leest u meer in hoofdstuk 3 onder 3.3.

Zon op de grond grenzend aan bestaand stedelijk gebied

Aangrenzend aan het stedelijk gebied van Drachten zoeken we naar beschikbare gebieden voor zon op grond. Daarbij vinden we het belangrijk dat omwonenden kunnen meedenken en meedoen. Dit wordt beschreven in hoofdstuk 6.

Zon bij dorpen

Als gemeente ondersteunen we initiatieven vanuit de dorpen op allerlei manieren. Dit doen we onder andere met de Energiewerkplaats Fryslân. Deze organisatie biedt kennis en capaciteit aan dorpen en wijken die zelf aan de gang willen met een energievisie. En die hun eigen dorp of wijk energieneutraal willen maken. Daarvoor bieden wij ondersteuning. We voeren hierover al met een aantal dorpen gesprekken.

Zon bij agrariërs

We willen agrariërs mogelijkheden bieden om energieopwekking als neventak te ontwikkelen. Dit betekent dat zij meer opwekken dan zij nodig hebben voor eigen gebruik. De energie wordt dan teruggeleverd aan het net. Ook bieden we de mogelijkheid om naast zon op het dak, zon op de grond te realiseren binnen het bouwvlak. We bekijken per situatie wat de mogelijkheden zijn.

4.3 We hebben contact met de netbeheerder

Wij zijn steeds in gesprek met Liander over de huidige en toekomstige mogelijkheden van het netwerk. Het uitgangspunt om binnenstedelijke locaties te benutten past hierbij. Waarbij zoveel mogelijk bestaande aansluitingen kunnen worden gebruikt (zie ook hoofdstuk 3.3)

Hoofdstuk 5 Hoe stimuleren we zonnestroom?

Wij hebben verschillende mogelijkheden om zonne-energieprojecten te beïnvloeden. Onze rol daarbij kan initiërend, stimulerend of regisserend zijn. Daarover leest u meer in dit hoofdstuk.

5.1 We initiëren en stimuleren zonnestroom

We geven het goede voorbeeld voor duurzame energieopwekking

Dat doen we door panelen op onze eigen gebouwen te leggen. En door gemeentelijke gronden actief te ontwikkelen. We kiezen er hierbij nadrukkelijk voor om geen eigen energieleverancier te worden. Wel onderzoeken we de mogelijkheid voor samenwerking binnen Fryslân verder.

We helpen om energiecoöperaties op te zetten

Hiermee stimuleren we initiatieven van de bewoners zelf. We ondersteunen de energiecoöperaties met tijd, kennis en eventueel geld. We werken samen met Energiewerkplaats Fryslân en bieden een energieregisseur aan. Deze helpt bij afspraken tussen ontwikkelende partijen, de coöperaties en de dorpen. Zo vergroten we de kans op een succesvol initiatief.

We bieden overzichtelijke en gunstige leges aan

Voor de aanleg van zonnevelden is meestal een omgevingsvergunning nodig voor planologisch strijdig gebruik en voor bouwen. Daarvoor betaalt de aanvrager leges. Wij bepalen elk jaar de hoogte van de leges. De leges voor het onderdeel strijdig gebruik zijn een vast bedrag. Voor het onderdeel bouwen zijn de leges afhankelijk van de bouwkosten.

afbeelding binnen de regeling

De aanvrager betaalt leges voor de omgevingsvergunning voor bouwen

De hoogte van de leges is afhankelijk van de bouwkosten. Zonnepanelen zijn duur en hebben daarom een grote invloed op de hoogte van de leges. Om de aanleg van zonnevelden te stimuleren, laten wij de aanschafkosten van de panelen buiten de bouwkosten. Zo blijven de leges lager. Daarnaast is de aanleg van panelen op daken vaak vergunningvrij.

5.2 We regisseren zonnestroom

We zorgen dat de zonnepanelen goed passen binnen het stedelijk gebied

De impact van zonnepanelen op de omgeving kan groot zijn. De opstellingen zijn vaak groot, industrieel en technisch. We zorgen er daarom voor dat deze zo goed mogelijk binnen de omgeving passen.

De voorwaarden zijn:

  • De panelen staan in een aaneengesloten vlak of herkenbaar patroon.

  • Het zonneveld wordt afgeschermd met een hekwerk of een sloot.

  • De achterkanten en onderkanten van zonnepanelen zijn niet in het zicht.

  • Zichtbare kanten van het paneelveld hebben geen ‘rafelige’ randen. Zie figuur 2.

  • De afstand tussen het transformatorstation en een woning is minimaal 30 meter.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2. Het uitlijnen van panelenrijen langs zichtbare randen.

Zonnevelden krijgen een groenstrook waar nodig

Langs recreatieve routes en grenzend aan woningen is een groenstrook van ongeveer 10 meter breed wenselijk. Met onder andere ‘streekeigen’ beplanting. De beplantingsstrook geldt voornamelijk voor zonnevelden in het buitengebied. Maatwerk is voor elke locatie belangrijk.

De zonnevelden mogen natuurwaarden niet schaden

Bij de aanleg van zonnevelden is het uitgangspunt dat de natuur erop vooruit moet gaan. Dat hebben brancheorganisaties uit de zonne-energiesector afgesproken met natuurorganisaties. Dit is beschreven in de Gedragscode Zon op Land. Er kan bijvoorbeeld ruimte blijven tussen het hekwerk en het maaiveld. Daardoor kunnen kleine zoogdieren vrij door het zonneveld lopen. Zonnevelden moeten niet helemaal worden volgebouwd met panelen die stroom opwekken. Er moet ook ruimte tussen zitten voor groen en 'natuurelementen' als poelen, nestplaatsen en bijenhotels. Ook kunnen de randen ingezaaid worden met kruiden en planten waar vlinders en andere insecten op af komen.

De zonnevelden moeten goed passen binnen het landschap

Landschappelijke inpassing vinden we belangrijk. Daar willen we voldoende ruimte voor bieden. Een grotere groene buffer tussen de bebouwing en het zonneveld is mogelijk als omwonenden dit graag willen en als het past in het landschap. In het buitengebied zien we 2 landschapstypes: het besloten landschap ‘De Noordelijke Wouden’ en het open gebied ‘De Veenpolders’. Bij de inpassing van zonnevelden moeten we rekening houden met de eigenschappen van het landschap.

Aandachtspunten zijn:

  • De afstand tussen het zonneveld en de kavelgrens.

  • Een inrichtingsplan.

  • De bestaande houtsingels;

    • o

      Uitgangpunt is dat houtsingels niet gerooid worden.

    • o

      Waar nodig kunnen we bestaande houtsingels aanvullen of nieuwe houtsingels toevoegen. Om zo zonnevelden aan het zicht te onttrekken.

    • o

      De beeldbepalende houtsingels mogen niet worden gerooid.

    • o

      Is het toch de wens om houtsingels te rooien voor een zonneveld? Dan gelden de regels in het Bestemmingsplan Buitengebied 2013.

    • o

      Ook geldt een compensatieregeling als houtsingels worden gerooid (zie bijlage 5, 6 en 7 bij het bestemmingsplan Buitengebied).

De overige voorwaarden voor kwaliteit en inpassing leest u in de welstandsrichtlijnen in bijlage 3.

Voor bedrijventerreinen gelden minder strenge inpassingsregels

Bij bedrijventerreinen past een industriële uitstraling. Er gelden minder strenge regels voor landschappelijke inpassing.

Hoofdstuk 6 Hoe zorgen we ervoor dat inwoners kunnen meedenken en meedoen?

We realiseren graag succesvol een aantal zonneprojecten. Daarbij is het belangrijk dat inwoners kunnen meedenken (proces) en meedoen (financieel). Het Klimaatakkoord schrijft voor dat initiatiefnemers en de omgeving hierover het gesprek aangaan. Daarover leest u meer in dit hoofdstuk.

afbeelding binnen de regeling

6.1 Meedenken in het proces

Projecten waarbij bewoners kunnen meedenken en meedoen hebben een grotere kans van slagen. In de Gedragscode Zon op Land (2019) staat dat organisaties en omwonenden die invloed ondervinden van het zonneproject kunnen bijdragen aan het ontwerp door (gebieds)kennis en wensen in te brengen. In gelijkwaardigheid en vertrouwen kunnen energiecoöperaties, ontwikkelaars, bewoners en

organisaties samen het plan uitwerken. Het doel van participatie is dat er een zorgvuldig proces is doorlopen. Hierdoor kan draagvlak ontstaan. Draagvlak betekent dat:

  • Omwonenden kunnen zich vinden in een initiatief.

  • Omwonenden weten wat de noodzaak is van energietransitie.

  • Omwonenden weten waarom het belangrijk is om dit lokaal op te lossen.

Als wij een initiatief krijgen om een zonneveld aan te leggen zijn dit de stappen:

De stappen die hieronder zijn beschreven gelden op dit moment. Wij werken aan algemene participatierichtlijnen die gaan gelden voor alle projecten die in de gemeente uitgevoerd worden. Wanneer het college algemene richtlijnen vaststelt sluiten we bij zonne-projecten aan op die algemene richtlijnen.

Wij vragen de initiatiefnemer in gesprek te gaan met de omwonenden.

De initiatiefnemer en omwonenden gaan vanaf de start van een initiatief in gesprek over de uitwerking van het idee, de mogelijkheden, kansen en belangen. Hier kunnen ook meerdere bijeenkomsten voor nodig zijn. Bijvoorbeeld met een werkgroep.

De gemeenteraad kan uitgenodigd worden bij de bijeenkomsten als toehoorder.

De initiatiefnemer maakt van alle bijeenkomsten een verslag. Dat verslag is openbaar voor omwonenden en andere belanghebbenden.

Wij bieden ondersteuning aan op maat

Afhankelijk van het initiatief kijken we samen met betrokken inwoners welke ondersteuning zij nodig hebben. Dat kan een procesbegeleider zijn. Die zorgt ervoor dat nut en noodzaak voor het project duidelijk wordt. Deze helpt om de gesprekken soepel te laten verlopen. Maar de inwoners kunnen ook behoefte hebben aan meer inhoudelijke deskundigheid.

We geven advies aan de gemeenteraad

Voor zonnevelden in het buitengebied is een omgevingsvergunning voor het onderdeel 'strijdig gebruik' nodig. Hiervoor is een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig. Het college biedt hiervoor een onderbouwd advies aan de gemeenteraad aan. Als het nodig is kunnen we een informatiebijeenkomst organiseren voor raadsleden.

Een proces waarbij de inwoners zijn betrokken is een belangrijke eis voor de aanvraag van de omgevingsvergunning. Een omgevingsgericht proces helpt bij de afweging om wel of geen verklaring van geen bedenkingen af te geven.

We werken aan een breder maatschappelijk draagvlak

Ligt een initiatief voor een zonneveld binnen 500 meter van de komgrens van een dorp? Dan worden alle bewoners vanuit het postadres van het betreffende dorp uitgenodigd (acceptatiegebied). Dit is een bredere doelgroep dan de juridisch belanghebbenden (omwonenden). De juridisch belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen op de aangevraagde omgevingsvergunning. Zo wordt een grotere groep mensen bewust van nut en noodzaak van het opwekken van duurzame energie. Dit zorgt voor een groter draagvlak.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Invloedgebied zonneveld (bron: netwerk duurzame dorpen).

Deze aanpak sluit aan op de werkwijze in het Manifest 'Zonneparken Noord Nederland' van de Noordelijke milieufederaties en de koepelorganisaties voor onder andere de energiecoöperaties. U vindt het manifest en de gedragscode in bijlage 4.

6.2 Deelnemen is een mogelijkheid

We bieden omwonenden en belanghebbenden graag de mogelijkheid om voordeel te hebben van een zonneveld, al dan niet financieel. Dit noemen we financiële participatie. Daarmee verdelen we de lusten en lasten van zonnevelden evenrediger.

afbeelding binnen de regeling

Financiële participatie

Hoe bewoners financieel mee kunnen doen moet per project onderzocht worden. Hier is geen standaard regel voor. Bij de start van een project vragen we de initiatiefnemer een voorstel te doen om participatiemogelijkheden uit te werken. De gemaakte afspraken leggen we vast in overeenkomsten.

Mogelijkheden voor participatie

  • 1.

    Financiële participatie met aandelen of lokaal eigendom via bijvoorbeeld een lokale energie coöperatie. Volgens het Klimaatakkoord moet je proberen dat 50% van het project voor het opwekken van duurzame energie in eigendom is van de lokale omgeving.

  • 2.

    Een gebiedsfonds, duurzaamheidsfonds of omgevingsfonds voor de directe omgeving van het zonneveld. Dit fonds wordt gevuld met een bedrag uit de opbrengsten van het zonneproject. De omgeving beslist mee waar het geld aan uitgegeven zal worden. Bijvoorbeeld aan projecten op het gebied van energietransitie, het versterken van het landschap of de biodiversiteit.

  • 3.

    Bijdragen aan de lokale economie.

  • Het aanleggen en het beheren van een zonneveld levert werk op. Bij voorkeur wordt het werk gegund aan lokale bedrijven. Hierdoor verdienen lokale bedrijven geld aan het zonneveld.

Het zonneproject moet een positieve bijdrage leveren aan de omgeving

De initiatiefnemer moet aantonen dat hij zich ingezet heeft om de financiële mogelijkheden aan te bieden. Hij moet investeerders goed en transparant infomeren over de risico’s van investeren.

Het kan zijn dat er in de directe omgeving niet voldoende belangstelling is voor de mogelijkheden om financieel mee te doen. Dan kan de gemeente in overleg met de omgeving en de initiatiefnemer afspraken maken over een andere manier waarop het zonneproject een positieve bijdrage kan leveren aan de omgeving.

De partijen leggen de afspraken vast in een overeenkomst

De initiatiefnemer, de gemeenten en de omgeving maken onderling afspraken. Partijen kunnen de afspraken vastleggen in een overeenkomst.

Hierin worden ook afspraken vastgelegd over de kosten voor het opruimen van het zonneveld. Deze afspraken worden met harde financiële garanties onderbouwd.

Hoofdstuk 7 Wat zijn de procedures om zonnepanelen aan te vragen?

In dit hoofdstuk leest u wat de stappenplannen zijn om zonnepanelen aan te vragen en te realiseren.

7.1 Voor zonnepanelen op daken is meestal geen vergunning nodig

De belangrijkste regels voor zonnepanelen op schuine daken zijn:

  • Het zonnepaneel mag niet uitsteken. Het paneel moet aan alle kanten binnen het vlak van het dak blijven.

  • Het zonnepaneel moet in of direct op het dakvlak worden geplaatst.

  • De hellingshoek van het zonnepaneel moet hetzelfde zijn als die van het dakvlak waarop het ligt.

Voor zonnepanelen op platte daken geldt:

  • Het zonnepaneel moet ten minste net zo ver verwijderd blijven van de dakrand als het paneel hoog is. Is het hoogste punt bijvoorbeeld 50 centimeter? Dan moet de afstand tot de dakrand(en) ook minimaal 50 centimeter zijn.

Voor zonnepanelen op monumenten geldt:

  • De aanvrager neemt contact met ons op. We overleggen dan graag wat de mogelijkheden zijn.

7.2 Voor zonnevelden is een omgevingsvergunning nodig

Dit zijn de stappen:

We houden een vooroverleg

Wij gaan samen met de initiatiefnemer in gesprek over de uitwerking van het idee. De kwaliteit voor de omgeving en een helder participatieplan zijn hierbij belangrijk.

Het college van B&W besluit of zij achter het initiatief staat

Dit doen zij op basis van de informatie vanuit het vooroverleg. Is het college positief? Dan vragen wij de initiatiefnemer om het plan samen met de omgeving uit te werken.

We kijken wat het maatschappelijk draagvlak is

Dit is de eerste stap in de ruimtelijke procedure. Hierover leest u meer in hoofdstuk 6.

De initiatiefnemer laat de benodigde onderzoeken uitvoeren

Wij willen onder andere weten:

Ecologie:

  • Zijn er natuurwaarden aanwezig die een beschermde status hebben vanuit de Wet

  • natuurbescherming?

  • Welke maatregelen zijn eventueel nodig?

Archeologie:

Zijn er archeologische waarden in de bodem?

Watertoets:

  • Beïnvloedt de ontwikkeling het watersysteem?

  • Dit stemmen we af met Wetterskip Fryslân als dat nodig is.

Landschap:

  • Hoe passen de zonnepanelen in het landschap?

  • Waar komt de rand van het zonneveld?

  • Hoe breed is deze rand en uit welke soorten bestaat de rand?

  • Wat zijn de gevolgen voor het milieu, geluid, lichthinder en externe veiligheid?

De initiatiefnemer maakt de ontwerp- en inrichtingstekening

Dit doet hij op basis van de samenwerking met de omgeving en de resultaten uit de onderzoeken. Op de tekening zien we onder andere:

  • Hoe ziet de inrichting eruit?

  • Hoeveel panelen komen er?

  • Waar komen de transformator- en inkoopstations?

We bespreken met de welstandscommissie 'hûs & hiem':

  • het ontwerp van het zonneveld

  • de kleur van de panelen

  • de landschappelijke inpassing

  • de vormgeving en kleur van gebouwen en hekwerken

De initiatiefnemer vraagt de omgevingsvergunning aan

Dit doet hij digitaal via het omgevingsloket: www.omgevingsloket.nl. Hij vraagt een vergunning aan voor:

  • strijdig gebruik

  • bouwen

  • extra onderdelen: denk aan de onderdelen aanleg, uitrit of kappen.

De aanvrager voegt een advies toe van Liander over de mogelijkheid om aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Dit advies kan hij aanvragen op: www.mijnaansluiting.nl.

Wij beoordelen de aanvraag en nemen een besluit

  • Voor de ruimtelijke procedure stellen wij een ruimtelijke onderbouwing op. Dit is nodig voor de omgevingsvergunning om te kunnen afwijken van de geldende bestemming.

  • Het verlenen van de omgevingsvergunning met een uitgebreide procedure duurt ongeveer 6 maanden.

  • Na publicatie van het initiatief ligt de ontwerpbeschikking 6 weken ter inzage.

  • Belanghebbenden mogen zienswijzen indienen.

  • Op basis hiervan kan het plan eventueel worden aangepast.

  • Wij vragen de gemeenteraad om een verklaring van geen bedenkingen af te geven.

  • Daarna kunnen wij de omgevingsvergunning verlenen.

  • Tenslotte maken wij bekend dat de omgevingsvergunning is verleend.

Bronnen:

Ondertekening