Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland;

gelet op de artikelen 6, 7, 8,13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende: UITVOERINGSREGELING VOOR DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2021

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtige die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2. De belastingplichtige aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een kennisgeving van het gevorderde bedrag als bedoeld in artikel 5 van de Verordening Afvalstoffenheffing 2021 is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 3 Voorlopige aanslag of voorlopig gevorderd bedrag

  • 1. Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag onderscheidenlijk het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 2. Na de aanvang van het belastingjaar kunnen aan de belastingplichtige maandelijks voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een achtste gedeelte van het van toepassing zijnde jaartarief, dit tot het volledige jaartarief is voldaan.

Artikel 4 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;

  • b.

    de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • c.

    de parkeerbelastingen vindt artikel 2 toepassing;

  • d.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 4 toepassing;

  • e.

    de rioolheffing vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • f.

    de afvalstoffenheffing vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;

  • g.

    de straat-, kade- en havengelden vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;

Artikel 5 Overgangsrecht

De "Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen" van 20 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 6 genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 6 Inwerking

De datum van inwerkingtreding van deze regeling is 1 januari 2021.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2021.

Ondertekening

Drachten, 24 november 2020.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester

en wethouders voornoemd,

secretaris,

burgemeester,