Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregels meedoen gemeente Winterswijk 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Beleidsregels meedoen gemeente Winterswijk 2020

Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek;

Gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Participatiewet;

Besluit:

vast te stellen de

Beleidsregels meedoen gemeente Winterswijk 2020

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: Participatiewet;

    • b.

      Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek;

    • c.

      Inkomen: het inkomen van aanvrager zoals bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet;

    • d.

      Vermogen: het vermogen van aanvrager zoals bedoeld in artikel 34 lid 1 van de Participatiewet;

    • e.

      Vermogensgrens: de grens zoals bedoeld in artikel 34, lid 2 onder b van de Participatiewet

    • f.

      Bijstandsnorm: de op de aanvrager van toepassing zijnde norm zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de Participatiewet;

    • g.

      Aanvrager: de inwoner van 18 jaar of ouder die ten behoeve van zijn/haar eventuele ten laste komende kinderen een beroep doet op de in deze beleidsregels opgenomen faciliteiten en regelingen;

    • h.

      Maatschappelijke participatie: deelname aan sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten;

    • i.

      SDOA: Sociale Dienst Oost Achterhoek;

    • j.

      Schooljaar: de periode van 1 augustus van een bepaald jaar tot 31 juli van het daaropvolgende jaar.

Artikel 2 Doelstelling beleidsregels

Het Dagelijks Bestuur beoogt met het aanbieden van faciliteiten en regelingen de leefbaarheid en maatschappelijke participatie en het welzijn van de inwoners die behoren tot de doelgroep te ondersteunen.

Artikel 3 Algemene voorwaarden

  • 1. Een aanvrager moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente Winterswijk;

    • b.

      Beschikte in de twee maanden voorafgaand aan de aanvraag en op het moment van aanvraag over een inkomen dat niet hoger was dan 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm en niet over vermogen boven de vermogensgrens.

  • 2. Als het inkomen van de aanvrager hoger is dan 110% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt met toepassing van artikel 13 de eigen draagkracht berekend.

  • 3. De faciliteiten en regelingen worden telkens voor één kalenderjaar toegekend. Bij ongewijzigde omstandigheden volgt een automatische verlenging.

Artikel 4 Aanvragen

  • 1. Voor het aanvragen van de vergoedingen dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe vastgesteld formulier onder overlegging van de benodigde bewijstukken.

  • 2. Aanvragers met een uitkering op grond van de Participatiewet behoeven geen bewijsstukken omtrent inkomen en vermogen te overleggen.

  • 3. De toekenning van de vergoedingen aan de aanvragers zoals bedoeld in lid 2 vindt automatisch plaats.

Artikel 5 Bevoegdheid Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek

Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek is bevoegd de vorm van het aanbieden van de faciliteiten en regelingen op grond van deze beleidsregels aan te passen als zij daar op grond van efficiencyoverwegingen of om andere redenen toe over wil gaan.

Artikel 6 Vergoeding zwemlessen

  • 1. Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek vergoedt maximaal € 300,- voor zwemles ten behoeve van kinderen van aanvrager die nog niet over het zwemdiploma A beschikken;

  • 2. De vergoeding stopt zodra:

    • a.

      Het zwemdiploma A is behaald; of

    • b.

      De zwemles voortijdig om een andere reden wordt beëindigd.

  • 3. De vergoeding wordt rechtstreeks aan het zwembad betaald, nadat de inwoner de voucher aan het zwembad heeft aangeboden.

Artikel 7 Participatieregeling voor kinderen van 0-18 jaar

  • 1. Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek verstrekt een vergoeding van

    € 200,- per kalenderjaar voor de bekostiging van activiteiten die betrekking hebben op educatie, sport, cultuur of participatie voor ieder kind binnen het gezin van aanvrager in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.

  • 2. Deze activiteiten kunnen worden uitgezocht in de meedoenapplicatie van de Sociale Dienst Oost Achterhoek. Nadat een activiteit of product is uitgezocht krijgt de inwoner een voucher die kan worden gescand bij betaling van de activiteit. De Sociale Dienst Oost Achterhoek betaalt de vergoeding hiermee rechtstreeks aan de organisatie of persoon die de activiteit aanbiedt.

Artikel 8 Vergoeding indirecte schoolkosten

  • 1. Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek verstrekt een vergoeding aan aanvrager voor indirecte schoolkosten ten behoeve van zijn kind(eren) in de leeftijd van 4 tot 18 jaar die op de eerste dag van een schooljaar ingeschreven zijn bij een basisschool of school voor voortgezet onderwijs.

  • 2. De vergoeding bedraagt € 125,- voor een kind op de basisschool en € 200,- voor een kind in het voortgezet onderwijs.

  • 3. Indien bij de aanvang van het kalenderjaar wordt ingeschat dat het kind op de eerste dag van het schooljaar zal zijn ingeschreven op een school voor voortgezet onderwijs, wordt op voorhand de vergoeding voor het voortgezet onderwijs voor dit kind toegepast zoals bedoeld in het vorige lid.

  • 4. De bestemming van de schoolkosten kunnen worden uitgezocht in de meedoenapplicatie van de Sociale Dienst Oost Achterhoek. Nadat de bestemming voor de schoolkosten is uitgezocht krijgt de inwoner een voucher die kan worden gescand bij betaling van de schoolkosten. De Sociale Dienst Oost Achterhoek betaalt de vergoeding hiermee rechtstreeks aan de organisatie of persoon die de activiteit aanbiedt.

Artikel 9 Vergoeding aanschaf computer

  • 1. Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek verstrekt één computerconfiguratie aan een gezin tot een maximum van € 500 ,- aan aanvrager ten behoeve van zijn kind(eren) tot 18 jaar in het voortgezet- of beroepsonderwijs.

  • 2. Eenmaal per 5 jaar kan een computerconfiguratie worden aangeschaft bij een leverancier aangesloten bij de meedoenapplicatie van de Sociale Dienst Oost Achterhoek.

  • 3. Per gezin, met kinderen tot 18 jaar die voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgen, wordt één abonnement bij een internetprovider verstrekt tot een maximum van €20,- per maand.

Artikel 10 Speelotheek

Voor kinderen van 0 tot 12 jaar wordt een vergoeding verstrekt voor het lidmaatschap van de speelotheek.

Artikel 11 Vaststellen maandinkomen

  • 1. Het inkomen wordt vastgesteld met toepassing van artikel 31 van de wet.

  • 2. Als maandinkomen wordt in aanmerking genomen het inkomen over de maand waarin de kosten voor het eerst zijn gemaakt.

  • 3. Bij wisselende inkomsten wordt voor het vaststellen van het maandinkomen het gemiddelde genomen van het inkomen over de maand waarin de kosten zijn gemaakt alsmede de onmiddellijk daaraan voorafgaande twee maanden.

  • 4. De huurtoeslag wordt voor de draagkrachtberekening in aanmerking genomen.

  • 5. Bij de berekening van de draagkracht worden noodzakelijke (wettelijke) betalingsverplichtingen zoals alimentatie, eigen bijdrage Wet langdurige zorg of andere noodzakelijke betalingsverplichtingen in de berekening van het inkomen meegenomen.

  • 6. De terugbetalingsverplichtingen in verband met schulden worden niet als betalingsverplichting aangemerkt zoals bedoeld in het vorige lid.

Artikel 12 Draagkracht

  • 1. De draagkracht wordt vastgesteld met inachtneming van het inkomen en het vermogen.

  • 2. Vermogen anders dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, lid 2, sub a en b, van de wet wordt voor de vaststelling van de draagkracht volledig in aanmerking genomen.

  • 3. De waarde van een in eigendom van belanghebbende zijnde auto en of ander motorvoertuig boven een gezamenlijke waarde van € 7.000, - wordt toegerekend aan het vermogen.

  • 4. De individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag worden voor de vaststelling van de draagkracht niet in aanmerking genomen.

  • 5. Gedurende de periode dat een uitkering op grond van de wet, de IOAW, de IOAZ of periodieke Bbz uitkering wordt ontvangen is er geen draagkracht, tenzij er een in aanmerking nemend vermogen is.

  • 6. Indien belanghebbende zich in de voorbereidende fase bevindt of is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) of een minnelijk schuldregelingstraject volgt, wordt tijdens de fase van voorbereiding en gedurende een periode van 36 maanden vanaf de start van de toelating tot de WSNP of het schuldregelingstraject geen draagkracht aanwezig geacht.

Artikel 13 Draagkrachtpercentages

  • 1. Tot een inkomen van 110% van de geldende bijstandsnorm is er geen draagkracht. Voor het inkomen van € 125,- daarboven geldt een draagkracht van 20%. Voor inkomens meer dan 110% van de geldende bijstandsnorm + € 125,- geldt een draagkracht van 50% voor het netto meerinkomen (inkomen en bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag).

  • 2. De draagkracht wordt in één keer verrekend tenzij het gaat om periodieke kosten dan wordt de draagkracht per maand verrekend.

Artikel 14 Draagkrachtperiode

  • 1. Gedurende de periode dat een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ wordt ontvangen, heeft men geen draagkracht, op voorwaarde dat het vermogen dat toelaat. Dit geldt eveneens voor een uitkering op grond van het Bijstandsbesluit Zelfstandigen.

  • 2. Voor pensioengerechtigden (Algemene Ouderdoms Wet (AOW-leeftijd), de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), wordt de draagkracht eenmaal vastgesteld, tenzij dit in redelijkheid onbillijk blijkt te zijn.

  • 3. De draagkracht in het inkomen wordt voor alle overigen vastgesteld voor een periode van drie jaar, aanvangende op de eerste dag van de maand waarin de bijstandsaanvraag wordt ingediend.

  • 4. Indien binnen de vastgestelde periode van drie jaar een nieuwe bijstandsaanvraag wordt ingediend, blijft de al eerder vastgestelde draagkracht voor die periode gelden.

  • 5. De draagkracht wordt telkens vastgesteld voor een periode van drie jaar op het tijdstip waarop de voorafgaande periode is verstreken.

Artikel 15 Opnieuw vaststellen van de draagkracht

  • 1. De draagkracht wordt binnen de vastgestelde periode herzien, indien wijziging van de omstandigheden (zoals gezinssamenstelling / inkomen) daartoe aanleiding geeft.

  • 2. Rechthebbenden zijn verplicht, zoals beschreven in artikel 17 lid 1 van de Participatiewet, uit eigen beweging wijzigingen in het inkomen of vermogen door te geven.

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het Dagelijks Bestuur van de SDOA.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur van de SDOA kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot ongewenste situaties leidt.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: ‘Beleidsregels meedoen gemeente Winterswijk 2020.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2020, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid 2015 en volgende jaren’ per 1 januari 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek, gehouden op 19 december 2019,

De voorzitter,

J.B.M. Hoenderboom

De secretaris,

T.A. Beijer