Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a. Dagelijks Bestuur: Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek

• b. Inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

• c. Het huidige inkomen: zijnde het inkomen in januari 2021; de eerste dag waarop recht bestaat op een tegemoetkoming TONK

• d. Inkomen voor coronacrisis: het inkomen in januari 2020

• e. Inwoner: een betrokken persoon die zijn woonplaats heeft in de gemeente Berkeland, gemeente Oost Gelre of de gemeente Winterswijk;

• f. Noodzakelijke woonlasten: huur/ hypotheekrente, kosten voor gas, water en elektriciteit

• g. Gebruikelijke woonlasten: het bedrag van € 430,- per maand voor huur/ hypotheek dat voor eigen rekening komt en het bedrag van € 158 per maand voor kosten gas, water en elektriciteit

• h. Partner: degene die samen met de aanvrager een gemeenschappelijk huishouden voert met uitsluiting van inwonende kinderen.

• i. Wet: Participatiewet

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

• • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

• • die daardoor noodzakelijke woonlasten niet meer kan voldoen, en

• • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

• 1. Het Dagelijks Bestuur kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een substantiële inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit het beschikbare inkomen.

• 2. Van een substantiële terugval in inkomen is sprake bij een terugval van 25% of meer ten gevolge van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19) te berekenen op basis van het inkomen in januari 2021 ten opzichte van januari 2020.

• 3. Een tegemoetkoming kan slechts worden verstrekt voor een door de aanvrager zelf bewoonde zelfstandige woonruimte.

• 4. Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

• • kosten van huur of de hypotheekrente van het woonadres van de aanvrager,

• • kosten van gas, water en elektriciteit voor de woning.

Bij deze kosten gaat het uitsluitend om kosten die zijn verbonden aan de woonruimte van de aanvrager. Kosten voor bedrijfsruimten komen niet in aanmerking.

Artikel 5 Aanvraag

• 1. Aanvrager overlegt bij de aanvraag in ieder geval:

  • a.

    de bewijzen van het inkomen van de maand januari 2020;

  • b.

    de bewijzen van het inkomen van de maand januari 2021;

  • c.

    de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de maand januari 2021.

• d.

  eventuele andere bewijsstukken waaruit de inkomensterugval blijkt.

• 2. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

Artikel 8 Berekening

• 1. De maximale woonkostentoeslag in het kader van de TONK wordt bepaald op de noodzakelijke woonlasten van de woning voor zover deze lasten meer bedragen dan € 430 per maand. De eerste € 430 wordt gezien als zijnde het gebruikelijk deel voor woonkosten. Een eventueel toegekende huur- of woontoeslag wordt op de maximale woonkostentoeslag in mindering gebracht.

• 2. De maximale toeslag voor gas, water en elektriciteit wordt bepaald op het verschil tussen de werkelijke kosten en een bedrag van € 158,00 per maand.

• 3. Bij verandering van woonadres gedurende de toekenningsperiode wordt de tegemoetkoming her-beoordeeld met ingang van de eerstvolgende hele maand, met toepassing van de gegevens van die maand.

Artikel 10 Beschikbare inkomen

Beschikbaar inkomen is inkomen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Het betreft het beschikbaar inkomen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.

• 1. Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    inkomen uit arbeid; waaronder inkomen uit loondienst of onderneming

  • b.

    inkomen uit een uitkering;

  • c.

    inkomen uit verhuur;

  • d.

    inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie

  • e.

    inkomen uit huurtoeslag.

• 2. Vermogen blijft bij de vaststelling van deze tegemoetkoming buiten beschouwing

Artikel 14 Hardheidsclausule

• 1. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het Dagelijks Bestuur van de SDOA.

• 2. Het Dagelijks Bestuur van de SDOA kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot ongewenste situaties leidt.