Regeling vervallen per 24-05-2019

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

Geldend van 23-02-2012 t/m 23-05-2019

Intitulé

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

Burgemeester en wethouders van Someren;

overwegende dat:

  • -

    er jaarlijks een groot aantal aanvragen binnenkomt om ontheffing voor het tijdelijk plaatsen van borden binnen de bebouwde kommen, ten behoeve van evenementen en andere gebeurtenissen;

  • -

    het in belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving wenselijk is om nadere regels te stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen, plaatsen van aankondigingen/aankondigingsborden en spandoeken;

  • -

    bij de vaststelling van het Integraal Horecabeleid de nadere regels voor terrassen van kracht zijn geworden;

  • -

    de nadere regels tevens beogen de handhaafbaarheid te bevorderen en beschadiging en ontsiering van de openbare ruimte te voorkomen;

  • -

    er in de jaren waarin verkiezingscampagnes plaatsvinden ook verzoeken binnen komen om affiches te mogen plakken;

  • -

    het wenselijk is om nadere regels te stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen;

  • -

    door het veelvuldig tijdelijk plaatsen van borden het uiterlijk aanzien van de gemeente binnen de bebouwde kommen wordt aangetast;

  • -

    als gevolg van de wijziging van de APV de ‘Beleidsregels tijdelijke reclame- en verkiezingsborden gemeente Someren 2003’ zijn komen te vervallen en er aanleiding bestaat tot het opstellen van nadere regels;

  • -

    als gevolg van de 3e wijziging van de APV 2010 de term weg vervangen wordt door openbare plaats;

  • -

    op 2 februari 2012 een interne evaluatie van de nadere regels heeft plaatsgevonden en dit aanleiding geeft tot toevoeging van artikel 6, lid 3;

gelet op:

  • -

    de Gemeentewet en artikelen 2:10 en 2:42 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Someren 2010 (APV 2010), waarin het college de bevoegdheid heeft gekregen nadere regels te stellen;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n :

De nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan, als volgt vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    Bebouwde kom:

    de bebouwde kom zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Someren 2010 (APV 2010);

  • b.

    Bord:

    opschrift, aankondiging, afbeelding, spandoek, constructie ten behoeve daarvan of kennelijk voor reclamedoeleinden gebezigde vervoer- en / of transportmiddelen. Een bord dat aan weerszijden van reclame is voorzien wordt als één bord beschouwd;

  • c.

    Evenement:

    evenement zoals bedoeld in artikel 2:24 van de APV 2010;

  • d.

    Uitstalling:

    een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op een winkel of onderneming die in dat pand gevestigd is. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: kledingrekken, (elektrische) speeltoestellen, rekken voor het uitstallen van fruit. Ook een los reclameobject voor een pand of in de directe omgeving er- van, dat een functionele relatie heeft met de daar gevestigde onderneming, wordt als een uitstalling beschouwd. Een uitstalling is vooral bedoeld om de aandacht op het pand / de winkel te vestigen. De feitelijke verkoopactiviteit vindt in het pand plaats;

  • e.

    Onverlicht obstakel:

    vuil-, voorraad- of opslagcontainer, diverse soorten cabines en keten en opgeslagen bouwmateriaal of bouwafval dat tijdelijk op of aan de weg wordt geplaatst.

Artikel 2 Tijdelijke aankondigingen

  • 1. In verband met de openbare orde en de woon- en leefomgeving mogen er alleen borden geplaatst worden voor evenementen en activiteiten van ideële, sociaal-culturele of commerciële aard, die binnen de gemeente Someren plaatsvinden of een sterke regionale betekenis hebben, dan wel een duidelijke relatie hebben met (de bevolking van) de gemeente Someren.

  • 2. De borden mogen niet in uitzichthoeken van wegaansluitingen, uitritten of op vluchtheuvels worden geplaatst, of op enige andere wijze het uitzicht van het verkeer belemmeren.

  • 3. De borden mogen niet binnen een afstand van 25 meter vanaf kruisingen of splitsingen van wegen worden geplaatst.

  • 4. De borden mogen uitsluitend geplaatst worden om, aan of tegen bomen, lichtmasten en dergelijke, indien deze daardoor niet beschadigen.

  • 5. De borden mogen niet om, aan of tegen palen van verkeersborden worden bevestigd.

  • 6. Er mogen ten hoogste vijftien borden per evenement of activiteit worden geplaatst. Een uit- zondering wordt gemaakt voor de aankondiging van een circusvoorstelling of een ander evenement van een organisatie die door het land reist zoals een stuntshow. Hiervoor geldt geen maximum aantal borden.

  • 7. De borden mogen maximaal drie weken voorafgaand aan het evenement of de activiteit ge- plaatst worden en dienen in ieder geval binnen vijf dagen na het plaatsvinden van het evenement of de activiteit te zijn verwijderd. Een uitzondering wordt gemaakt voor:

    • a.

      de aankondiging van de carnavalsactiviteiten. Hiervoor mogen vaste aankondigingsborden worden geplaatst vanaf één week voor aanvang van de eerste carnavalsactiviteit tot één dag na afloop van de carnaval

    • b.

      de aankondiging van circusvoorstellingen of andere evenementen van organisaties die met hun evenement door het land reizen zoals stuntshows. Hiervoor mogen aankondigingsborden worden geplaatst vanaf één week voor aanvang van de eerste voorstelling tot één dag na afloop van de laatste voorstelling.

  • 8. De tijdelijke aankondigingen mogen niet geplakt of anderszins bevestigd worden op elektriciteitshuisjes, verkiezingsborden, etcetera.

  • 9. De aankondigingen dienen weersbestendig te zijn.

  • 10. Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaren dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

  • 11. Indien niet wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, worden de borden door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de aankondigingsborden zijn geplaatst.

  • 12. De verwijderde borden kunnen, op vertoon van bewijs van betaling, binnen vier weken na afloop van het evenement of de activiteit worden opgehaald bij de gemeente.

Artikel 3 Verkiezingsborden

  • 1. Het plakken van affiches in het kader van verkiezingen is uitsluitend toegestaan op de door de gemeente beschikbaar gestelde campagneborden.

  • 2. Deze campagneborden worden maximaal zes weken voorafgaand aan de verkiezingen ge- plaatst tot maximaal één week na afloop van de verkiezingen.

  • 3. In het kader van verkiezingscampagnes mag één bord worden geplaatst in een particuliere voortuin, voor zover de rechthebbende op die tuin daarvoor toestemming verleent.

  • 4. Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaren dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

  • 5. Indien niet wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, worden de borden door de ge- meente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de verkiezings- borden zijn geplaatst.

  • 6. De verwijderde borden kunnen, op vertoon van bewijs van betaling, binnen vier weken na afloop van de verkiezingen worden opgehaald bij de gemeente.

Artikel 4 Spandoeken

  • 1. In verband met het uiterlijk aanzien van de gemeente mogen er alleen spandoeken worden geplaatst voor charitatieve doeleinden (Nederlandse Hartstichting, St. KWF Kankerbestrijding, Nierstichting Nederland, etc.) en voor evenementen en activiteiten van ideële, sociaal- culturele of commerciële aard, die binnen de gemeente Someren plaatsvinden of een sterke regionale betekenis hebben, dan wel een duidelijke relatie hebben met (de bevolking van) de gemeente Someren.

  • 2. Indien een spandoek boven een rijbaan wordt geplaatst moet de onderzijde van het span- doek minimaal 4,5 meter boven het wegdek hangen.

  • 3. Er mogen ten hoogste twee spandoeken per kern worden geplaatst, met uitzondering van de spandoeken ten behoeve van de Kennedymars en Veilig Verkeer Nederland.

  • 4. Het spandoek moet zodanig worden aangebracht dat verkeersdeelnemers en gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken hiervan geen overlast ondervinden.

  • 5. Het spandoek mag maximaal voor een periode van twee weken gehangen worden en dient in ieder geval drie dagen na het plaatsvinden van de activiteit te zijn verwijderd. Ook hier- voor geldt een uitzondering voor de Kennedymars en Veilig Verkeer Nederland.

  • 6. Het materiaal waarvan het spandoek is gemaakt dient weersbestendig te zijn.

  • 7. Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaren dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

  • 8. Indien niet wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, worden de spandoeken door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de spandoe- ken zijn geplaatst.

  • 9. De verwijderde spandoeken kunnen, op vertoon van bewijs van betaling, binnen vier weken na afloop van het evenement of de activiteit worden opgehaald bij de gemeente.

Artikel 5 Uitstallingen

  • 1. Het is toegestaan om maximaal twee uitstallingen per onderneming en/of adres te plaatsen binnen een afstand van 1.00 meter uit de gevel van het pand, met dien verstande dat mini- maal een afstand van 1.50 meter van het trottoir vrij blijft voor voetgangers en andere weg- gebruikers.

  • 2. De uitstalling mag geen schade aan de weg toe brengen, gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemme- ring vormen voor een doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

  • 3. Brandkranen, bluswatervoorzieningen, in-, uit- en nooduitgangen dienen onbelemmerd be- reikbaar te blijven.

  • 4. Vanuit de uitstalling mogen geen verkoopactiviteiten plaatsvinden.

  • 5. De uitstalling moet hetzij op zichzelf, hetzij in relatie tot de omgeving voldoen aan redelijke eisen van welstand.

  • 6. De uitstalling mag uitsluitend geplaatst worden gedurende de vastgestelde openingstijden van het betreffende pand.

  • 7. Uitstallingen die niet voldoen aan de nadere regels dienen op het eerste verzoek van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaar te worden verplaatst of te worden verwijderd.

  • 8. Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaren dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 6 Onverlichte obstakels

  • 1. Op het plaatsen van onverlichte obstakels op of aan de weg zijn de verkeersmaatregelen volgens de eisen gesteld in het handboek wegafzettingen op niet autosnelwegen binnen de bebouwde kom, publicatie 96b van het CROW, van toepassing.

  • 2. Op containers, cabines en keten moet duidelijk leesbaar de naam en het telefoonnummer van de verhuurder zijn aangebracht, zodat deze altijd kan worden getraceerd.

  • 3. De obstakels moeten goed en tijdig herkenbaar zijn voor de weggebruiker. Deze herkenbaarheid wordt bereikt door een duidelijke en uniforme markering conform de CROW richtlijn van 1998, Markering onverlichte obstakels.

  • 4. De vrije doorgang voor het verkeer mag niet worden belemmerd.

  • 5. Er dient altijd een minimale verkeersdoorgang van 3.50 meter gewaarborgd te zijn voor de hulpverleningsdiensten.

  • 6. Op het trottoir dient minimaal een afstand van 1.50 meter vrij te blijven voor de doorgang van voetgangers en andere weggebruikers.

  • 7. De obstakels mogen niet geplaatst worden binnen een afstand van 0.75 meter van brand- kranen en/of op kolken en putten.

  • 8. Open containers dienen buiten werktijd aan de bovenzijde te worden afgedekt met minimaal een dekzeil.

  • 9. Vóór het plaatsen van een obstakel dient de gebruiker te controleren of er al schade aan de openbare weg aanwezig is. Indien er schade aanwezig is dan dient de gebruiker de afdeling Realisatie Beheer en Onderhoud te verzoeken om vooraf de schade gezamenlijk op te ne- men. Indien geen verzoek om schade opname wordt gedaan dan wordt de openbare weg geacht te zijn opgenomen door de gebruiker en in orde te zijn bevonden.

  • 10. Eventuele schade wordt bij de gebruiker in rekening gebracht.

  • 11. De onmiddellijke omgeving van het obstakel dient opgeruimd te zijn en vrij van afvalstoffen.

  • 12. Bij stortwerkzaamheden van puin en dergelijke vanaf een hoger gelegen verdieping, dient gebruik te worden gemaakt van een stortkoker. Het obstakel dient hierbij door dekzeilen en/of schotten te zijn afgeschermd zodanig dat er niet meer overlast ontstaat dan onvermijdelijk is.

  • 13. Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste ambtenaren dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 7 Handhaving

Bij overtreding van één of meerdere van de gestelde voorwaarden ten behoeve van uitstallingen en onverlichte obstakels, zal worden gehandhaafd conform het gestelde in de handhaving strategie “Zo handhaven wij in Brabant”, uitgave november 2011.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van deze nadere regels.

Artikel 9 Overgangsbepaling

Tot het moment van in werking treden van deze nadere regels blijven reeds verleende vergunningen en/of ontheffingen van kracht.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regel kan worden aangehaald als: Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats.

  • 2.

    Deze nadere regel treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    Op hetzelfde moment komen de “Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg”, zoals vastgesteld bij besluit van 21 december 2010 te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Someren op 14 februari 2012
de secretaris,
Drs. A.P.M. de Kok
de burgemeester,
A.P.M. Veltman