Subsidieverordening Gemeentelijk Sociaal Fonds 2013

Geldend van 12-02-2013 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Gemeentelijk Sociaal Fonds 2013

De raad van de gemeente Son en Breugel;

 

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013, bijlage nr. : 04 – 2013;

 

 

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

 

Besluit vast te stellen:

 

 Subsidieverordening Gemeentelijk Sociaal Fonds 2013

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;

  • b.

    Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;

  • c.

    Gezin:

1°. de gehuwden tezamen;

2°. de gehuwden met de tot hun last komende kinderen;

3°. de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen;

  • d.

    Kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind dat jonger is dan 18 jaar en voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken.

  • e.

    In deze verordening worden met gehuwden gelijk gesteld de als partners geregistreerden en de ongehuwde die met een ander een gezamenlijk huishouden voert overeenkomstig de omschrijvingen in de Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 2: Rechthebbenden

Artikel 2.1: Rechthebbenden

Het college van burgemeester en wethouders geeft op basis van deze verordening een bijdrage aan een alleenstaande, een alleenstaande ouder, een gezin en een kind wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    De rechthebbende is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Son en Breugel;

  • b.

    Het inkomen van de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm opgenomen in hoofdstuk 3, paragraaf 2 van de Wet werk en bijstand (Wwb) te verhogen met het maximale vrijlatingsbedrag bedoeld in artikel 31 lid 2 sub o van de Wwb;

Hoofdstuk 3: Aanvraag

Artikel 3.1: Wijze van aanvragen

  • a. De aanvraag wordt ingediend op een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • b. De aanvraag wordt ondertekend door de aanvrager.

Artikel 3.2: Indieningstermijn

Een aanvraag voor een bijdrage moet bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend in het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt of in een periode van maximaal 3 maanden volgend op dat betreffende kalenderjaar.

Artikel 3.3: Te overleggen stukken

Bij de aanvraag wordt een op naam van de aanvrager gesteld document overgelegd waaruit blijkt dat de kosten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, daadwerkelijk geheel of gedeeltelijk zijn gemaakt of zullen worden gemaakt.

Hoofdstuk 4: Bijdragen

Artikel 4.1: Object bijdrage

Het college van burgemeester en wethouders kan een rechthebbende alleenstaande en een rechthebbende gezin een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten, evenals in de kosten van media die een communicatieve en informatieve waarde hebben.

Artikel 4.2: Specificatie bijdrage voor sociaal-culturele en sportieve activiteiten

Onder de kosten van deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten vallen in elk geval de volgende kosten:

  • a.

    Contributie voor deelname aan sociale, culturele, sociaal-culturele en sportieve activiteiten georganiseerd door een organisatie zonder winstoogmerk;

  • b.

    Bijdrage voor overblijfkosten in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs;

  • c.

    Bijdrage in de kosten van peuterspeelzaalwerk.

Artikel 4.3: Specificatie bijdrage voor abonnementen op media

Onder de kosten van media die een communicatieve en informatieve waarde hebben vallen de kosten van een abonnement op een provider van internet.

Artikel 4.4: Beoordelings- en beleidsvrijheid

  • a. Het college van burgemeester en wethouders kan in andere kosten dan vermeld in artikel 4.2 en 4.3 een bijdrage verstrekken, voor zover deze kosten vallen binnen het object van de bijdrage zoals omschreven in artikel 4.1.

  • b. Het college kan voor alle of voor een gedeelte van de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage de groep van rechthebbenden beperken.

Artikel 4.5: Hoogte bijdrage

  • a. De bijdrage bedoeld in artikel 4.2 bedraagt voor een alleenstaande 100% in de kosten van een of meer van de subsidiabele activiteiten, tot een jaarlijks door het college vast te stellen maximum bedrag.

  • b. Per gezin wordt per jaar een bijdrage verstrekt in de kosten van een of meer van de subsidiabele activiteiten die door een of meer van de rechthebbende gezinsleden worden uitgevoerd.

  • c. De bijdrage bedoeld in artikel 4.2 bedraagt per gezin 100% in de kosten van een of meer van de subsidiabele activiteiten, tot maximaal het bedrag bedoeld in artikel 4.5, lid a, maal het aantal rechthebbende gezinsleden.

  • d. De bijdrage bedoeld in artikel 4.3 bedraagt 100% in de kosten tot een jaarlijks door het college vast te stellen maximum.

  • e. De bijdrage voor de kosten bedoeld in artikel 4.2 mag niet worden ingezet voor de kosten bedoeld in artikel 4.3.

  • f. De bijdrage bedoeld in artikel 4.3 mag niet worden ingezet voor de kosten bedoeld in artikel 4.2.

  • g. Jaarlijks vóór 1 december stelt het college van burgemeester en wethouders de hoogte van de bijdrage bedoeld in artikel 4.5.a en b vast.

  • h. De hoogte van de bijdrage wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

Hoofdstuk 5: Toekenning

Artikel 5.1: Termijn afhandeling

Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 5.2: Nadere voorwaarden

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de beslissing tot toekenning van een bijdrage nadere voorwaarden verbinden die rechtstreeks verband houden met het doel van de regeling.

Artikel 5.3: Toekenning en uitbetaling

  • a.

    Binnen 4 weken nadat het college van burgemeester en wethouders op de aanvraag heeft beslist, wordt de aanvrager schriftelijk van deze beslissing op de hoogte gesteld.

  • b.

    Indien een bijdrage wordt verstrekt dan vermeldt de beschikking in ieder geval:

    1°: De hoogte van de bijdrage;

    2°: Het object van de bijdrage;

    3°: Het jaar waarvoor de bijdrage wordt verstrekt;

    4°: De voorwaarden die aan de bijdrage worden verbonden.

c.Na verzending van de schriftelijke beslissing, wordt de toegekende bijdrage zo spoedig mogelijk uitbetaald.

Artikel 5.5 Aanvullende bepalingen over de subsidiebeschikking

  • a.

    De beschikking waarin een bijdrage wordt toegekend is een beschikking tot subsidievaststelling.

  • b.

    Indien de toe te kennen bijdrage gelijk is aan het maximum bedrag bedoeld in artikel 4.5 a, b en d waarop de aanvrager aanspraak kan doen gelden, dan wordt dit in de beschikking vermeld.

  • c.

    Indien de toe te kennen bijdrage lager is dan het maximum bedrag bedoeld in artikel 4.5 waarop de aanvrager aanspraak kan doen gelden, dan gelden de volgende bepalingen:

1°: In de beschikking wordt de bijdrage vermeld waarop de aanvrager maximaal recht kan doen gelden.

2°: In de beschikking wordt het bedrag vermeld dat op basis van de ingediende aanvraag wordt toegekend.

3°: De aanvrager heeft de mogelijkheid om tot 3 maanden na afloop van het kalenderjaar aanvullende subsidieverzoeken in te dienen tot het bedrag dat maximaal beschikbaar is.

4°: Ieder aanvullend verzoek dient, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders te passen binnen de omschrijving die in artikel 4.1 tot en met 4.4 is gegeven aan het object van de bijdrage.

5°: Het college van burgemeester en wethouders deelt binnen 8 weken na ontvangst van het aanvullende verzoek de aanvrager schriftelijk mee of het verzoek voldoet aan de gestelde voorwaarden.

Artikel 5.6 Weigering

De verstrekking van een bijdrage kan worden geweigerd indien zich een of meer van de in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen voordoen.

Artikel 5.7: Terugvordering

  • a. Het college van burgemeester en wethouders kan de vaststelling van de bijdrage intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen op de in artikel 4:49 Algemene wet bestuursrecht vermelde gronden;

  • b. In het geval toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan het college van burgemeester en wethouders tot terugvordering overgaan van hetgeen ten onrechte is uitbetaald. De aanvrager is verplicht tot onverwijlde betaling van de teruggevorderde bijdrage.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 6.1: Ontheffing / hardheidsclausule

  • a. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders;

  • b. Het college van burgemeester en wethouders kan in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen;

  • c. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, wanneer strikte toepassing daarvan tot kennelijke onbillijkheden leidt.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • a. Deze verordening treedt in werking op 12 februari 2013.

  • b. De verordening “gemeentelijk sociaal fonds 2006” blijft ongewijzigd van toepassing voor bijdragen die zijn aangevraagd vóór 12 februari 2013.

Artikel 6.3 Intrekken oude verordening

Onverkort het bepaalde in artikel 6.2 wordt de verordening “gemeentelijk sociaal fonds 2006” per 12 februari 2013 ingetrokken.

Artikel 6.4: Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Subsidieverordening Gemeentelijk Sociaal Fonds 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 februari 2013.

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

mr. F. den Hengst drs. J.F.M. Gaillard.