Verordening geurhinder en veehouderij

Geldend van 11-11-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.

Wet: de Wet geurhinder en veehouderij. 

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

  • a.

    Woonkernen Son en Breugel

  • b.

    Buitengebied Son;

  • c.

    Sonniuspark

Deze gebieden worden nader aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 3 Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden

In gebied A als omschreven in artikel 2 van deze verordening, gelden de volgende andere waarden en afstanden:

  • 1.

    Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover het een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom betreft 1 ouE/m3;

  • 2.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object in de bebouwde kom minimaal 50 meter.In gebied B als omschreven in artikel 3 van deze verordening, gelden de volgende andere waarden en afstanden:

  • 3.

    Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een binnen het gebied gelegen geurgevoelig object 6 ouE/m3 zover het geurgevoelige objecten betreft gelegen in het buitengebied;

  • 4.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object in de bebouwde kom minimaal 50 meter.In gebied C als omschreven in artikel 3 van deze verordening, gelden de volgende andere waarden en afstanden:

  • 5.

    Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij: 6 ouE/m3;

  • 6.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object in de bebouwde kom minimaal 50 meter.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de "Verordening geurhinder en veehouderij".

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 30 oktober 2008.
 
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier, De voorzitter,
 
 
mr. F. den hengst, drs. J.F.M. Gaillard