Sollicitatiecode voor het openbaar onderwijs

Artikel 1. Bekendmaking van de vakature.

• 1.

  De vakatures waarvoor (mede)extern wordt geworven worden in beginsel per advertentie bekend gemaakt.

• 2.

  De advertentie omvat tenminste gegevens over:

  • -

    de schoolorganisatie (naam, adres, plaats);

  • -

    het funktieniveau;

  • -

    de functiebenaming;

  • -

    de omvang van de betrekking;

  • -

    de funktieeisen;

  • -

    de sollicitatietermijn;

  • -

    de wijze van inzending van de sollicitatie (onder nummer, adressant etc.);

  • -

    wie inlichtingen verstrekt;

  • -

    op welke wijze de sollicitatiecode verkrijgbaar is;

  • -

    wanneer van toepassing:

    • *

      de mogelijkheid van een psychologisch onderzoek;

    • *

      de duur van de betrekking;

    • *

      de eventuele voorkeursbehandeling.

Artikel 2. Bericht naar aanleiding van een sollicitatie.

• 1.

  Sollicitanten ontvangen uiterlijk binnen drie weken na de sluiting van de sollicitatieperiode bericht (afgewezen, uitgenodigd, eventueel: aangehouden).

• 2.

  Uitgenodigde sollicitanten wordt medegedeeld met wie (naam en funktie) zij gesprekken zullen hebben.

Artikel 3. Selectiecriteria.

• 1.

  Uitgangspunt bij de selektie zijn de gestelde funktie-eisen.

• 2.

  Indien een voorkeursbehandeling voor een bepaalde categorie sollicitanten plaats vindt, dient dit te blijken uit de tekst van de advertentie.

Geen eisen worden gesteld ten aanzien van seksuele geaardheid, burgerlijke staat, nationaliteit, lidmaatschap van een vakbond, kerkgenootschap of andere organisatie. Een en ander mag niet in strijd zijn met de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst.

Artikel 4. Sollicitatiegesprek.

• 1.

  Bij het sollicitatiegesprek is tenminste 1 vertegenwoordiger van de schoolorganisatie en 1 vertegenwoordiger van het bevoegd gezag betrokken.

• 2.

  Tijdens een sollicitatiegesprek wordt beide partijen voldoende tijd gegeven om relevante informatie uit te wisselen c.q. te verkrijgen.

• 3.

  Bij de uitnodiging voor het eerste gesprek wordt de sollicitant geïnformeerd over de selektieprocedure.

• 4.

  Het bevoegd gezag belegt geen sollicitatiegesprekken met verschillende kandidaten tezamen en vermijdt kontakt tussen hen zoveel mogelijk.

• 5.

  Sollicitatiegesprekken vinden niet vaker plaats dan strikt noodzakelijk is.

• 6.

  Tijdens het sollicitatiegesprek worden geen vragen aan de sollicitant gesteld die niet relevant zijn voor de funktie dan wel het funktioneren.

• 7.

  Sollicitanten worden volledig geïnformeerd over de voor hen relevante punten.

Artikel 5. Werkbezoek.

Een vertegenwoordiging van de sollicitatiecommissie brengt desgewenst een bezoek aan de school waar de sollicitant reeds werkzaam is, na de sollicitant daarover vooraf te hebben geïnformeerd.

Artikel 6. Psychologisch onderzoek.

• 1.

  Indien het gebruikelijk is dat binnen het ambtelijk apparaat van de gemeente voor bepaalde leidinggevende funkties een psychologisch onderzoek plaats vindt en het gewenst wordt geacht voor een lid van de direktie een dergelijk onderzoek te laten plaats vinden, hetgeen uit de advertentietekst dan wel uit de aan de sollicitant toegezonden sollicitatieprocedure moet blijken, stelt het College van Burgemeester en Wethouders de volgende eisen met betrekking tot dit onderzoek.

• 2.

  Het onderzoek vindt plaats door of onder verantwoordelijkheid van een persoon met een voltooide universitaire opleiding in de psychologie.

• 3.

  De psycholoog gebruikt bij zijn onderzoek alleen methoden die conform de beroepscode voor de leden van het Nederlands instituut van psychologen Amsterdam (NIP) kunnen worden uitgevoerd.

• 4.

  In de gevallen dat de psycholoog die optreedt als begeleider van de gehele procedure tevens deelneemt aan sollicitatiegesprekken, doet hij dat als procesbegeleider en geeft hij geen kwalificaties over kandidaten. Deze rol wordt medegedeeld aan de sollicitant.

• 5.

  Bij de uitnodiging voor het psychologisch onderzoek ontvangt de sollicitant schriftelijk informatie over doel en aard van het onderzoek, de indeling van de testdag en de procedure met betrekking tot de rapportage (onder meer recht op nabespreking).

• 6.

  Na afloop van de testdag worden de voorlopige resultaten aan de sollicitant medegedeeld. Indien hij dat wenst wordt pas rapport uitgebracht aan de opdrachtgever nadat hij ervan heeft kennis genomen. De solIlicitant heeft het recht - naar aanleiding van deze rapportage - mede te delen dat er niet gerapporteerd wordt aan het bevoegd gezag. Overigens wordt de sollicitant gelegenheid geboden kennis te nemen van het rapport nadat de opdrachtgever is geïnformeerd over het resultaat.

• 7.

  Met betrekking tot de vernietiging of ontkoppeling van naam, adres, e.d. van de gebruikte of te gebruiken gegevens gelden de gedragsregels van het NIP. Gegevens worden in elk geval drie maanden bewaard in verband met mogelijke klachten en zo nodig langer in verband met de procedure daaruit voortvloeiend.

• 8.

  De sollicitant heeft recht op een heranalyse van het testmateriaal door een andere psycholoog en indien de heranalyse daartoe aanleiding geeft op een nieuw psychologisch onderzoek. De kosten hiervan zijn niet voor rekening van de sollicitant. Dit kan overigens geen invloed hebben op de verdere voortgang van de selektieprocedure.

• 9.

  De psycholoog verstrekt aan de opdrachtgever niet meer informatie dan voorkomt in het rapport.

• 10.

  De uitslag van het onderzoek wordt schriftelijk vastgelegd in korte, zakelijke en begrijpelijke bewoordingen.

• 11.

  Het rapport wordt door het bevoegd gezag vertrouwelijk behandeld. Dit houdt in, dat door het bevoegd gezag alleen de conclusies van het rapport aan derden worden voorgelegd.

• 12.

  Het rapport wordt na afloop van de procedure teruggezonden aan de psycholoog.

• 13.

  Voor één vakature wordt in eerste aanleg over ten hoogste drie kandidaten een psychologisch advies gevraagd.

Artikel 7. Medische keuring.

• 1.

  De medische keuring vindt plaats volgens het bepaalde in hoofdstuk I-B van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel (RpbO). Belanghebbende heeft recht op een herkeuring.

• 2.

  De geneeskundige treedt niet op als lid van de selektiecommissie en beperkt zich bij zijn keuring tot medische aspekten.

Artikel 8. Antecedentenonderzoek.

• 1.

  Verklaring omtrent het gedrag. De verklaring omtrent het gedrag, die vereist is voor benoeming aan een onderwijsinstelling afgegeven volgens de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Staatsblad 1955, nr. 395) dient bij overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder dan twee jaar te zijn, te rekenen vanaf de dag van afgifte.

• 2.

  Sociaal milieu. Geen inlichtingen worden ingewonnen over familieleden, noch over andere aspekten van het sociale milieu van de sollicitant.

• 3.

  Arbeidsverleden. Inlichtingen bij huidige of voormalige werkgevers, zoals aangegeven in de sollicitatiebrief dan wel het sollicitatieformulier, alsmede bij de Rijksinspectie voor het onderwijs, worden alleen na mededeling aan de sollicitant gevraagd. Zijn in de sollicitatiebrief geen referentie-adressen opgegeven, dan worden die door het ambtelijk apparaat desgewenst alsnog bij betrokkene opgevraagd.

Artikel 9. Overige gedragsregels.

• 1.

  Bij zijn indiensttreding ontvangt de belanghebbende een akte van aanstelling die voldoet aan het bepaalde in Titel II van het RpbO en de overige relevante stukken.

• 2.

  Afgewezen kandidaten ontvangen zo spoedig mogelijk (dus ook tijdens de procedure) schriftelijk bericht over hun afwijzing. Bij afwijzing wordt desgewenst zo goed mogelijk de reden daarvan medegedeeld.

• 3.

  Aan sollicitanten worden de in verband met de selektieprocedure -binnen redelijke grenzen - gemaakte kosten vergoed.

• 4.

  De totale tijdsduur van een procedure is in beginsel ten hoogste vier maanden.

• 5.

  De sollicitatiebrieven en eventuele andere bescheiden van de afgewezen sollicitanten worden vernietigd dan wel geretourneerd.

Artikel 10. Wijziging sollicitatiecode.

Burgemeester en Wethouders leggen elk wijzigingsvoorstel van deze code voor overleg voor aan de daarvoor in aanmerking komende personeelsvakorganisaties en ter kennisneming aan de medezeggenschapsraad dan wel gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, alvorens zij dit voorstel ter vaststelling aan de Gemeenteraad voorleggen.

Artikel 11. Slotbepaling.

Deze code kan worden aangehaald als "sollicitatiecode openbaar onderwijs" en treedt in werking op 1 juni 1989.