Regeling vervallen per 02-12-2015

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010

Geldend van 17-02-2011 t/m 01-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van het presidium van 19 februari 2010, nr. R 6752;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit:

vast te stellen de volgende: "Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010".

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 4 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest, ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfskosten

  • 1.

    De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente, worden aan het raadslid vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf toestemming van het presidium vereist. Het presidium kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag bij het presidium in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap en indien en voor zover daarvoor in de begroting voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.

  • 2.

    Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.

    Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4.

    Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur.

  • 5.

    Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9

[ Vervallen ]

Artikel 10 Spaarloonregeling / levensloopregeling

Artikel 10a Fietsregeling

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan dertig dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a

[ Vervallen ]

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid ontvangt, de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2.

    De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Artikel 13c Fractieondersteuners

  • 1.

    Elke fractie in de raad heeft het recht om maximaal twee personen aan te wijzen, niet zijnde leden van de raad, ter ondersteuning van het werk van de fractie.

  • 2.

    Die personen, hierna te noemen fractieondersteuners, ontvangen ten laste van de gemeente een vergoeding.

  • 3.

    Enkel dan bestaat recht op een vergoeding indien en zolang voldaan wordt aan de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet.

  • 4.

    De vergoeding wordt uitbetaald op basis van een door de fractievoorzitter ondertekende en aan de voorzitter van de raad gezonden verklaring. In deze verklaring wordt vermeld:

    • -

      met ingang van welke datum betrokkene fractieondersteuner is;

    • -

      de hoogte van de (bruto) aan de fractieondersteuner te verstrekken vergoeding.

  • 5.

    De vergoeding wordt maandelijks rechtstreeks aan de fractieondersteuner uitbetaald. Aan degene die gedurende een gedeelte van een kalenderjaar fractieondersteuner is geweest, wordt de vergoeding naar evenredigheid van dat aantal dagen uitbetaald.

  • 6.

    Het recht op deze vergoeding vervalt:

    • -

      met ingang van de datum, genoemd in een door de fractievoorzitter ondertekende en aan de voorzitter van de raad gezonden verklaring waarin wordt vermeld met ingang van welke datum de uitbetaling van de vergoeding dient te worden beëindigd;

    • -

      op de dag dat de leden van de raad wegens een raadsverkiezing aftreden.

Artikel 13d Fractievergoeding

  • 1.

    Iedere fractie in de raad heeft recht op een fractievergoeding.

  • 2.

    Met ingang van 1 januari 2011 bedraagt deze vergoeding € 6.250,00 per jaar.

  • 3.

    De vergoeding wordt vermeerderd met € 520,00 euro per jaar voor ieder raadslid in de fractie verminderd met één.

  • 4.

    Op de vergoeding wordt de in artikel 13c bedoelde (bruto) vergoeding voor een fractieondersteuner in mindering gebracht.

  • 5.

    De vergoeding mag uitsluitend worden aangewend voor kosten die de fractie maakt ten dienste van de uitoefening van het raadslidmaatschap door de leden van de fractie.

  • 6.

    De vergoeding mag in ieder geval niet worden aangewend voor:

    • -

      bestedingen die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • -

      bestedingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • -

      bestedingen die betaald dienen te worden uit vergoedingen waarop de leden van de fractie op grond van deze verordening recht hebben;

    • -

      (her)verkiezing van raadsleden;

    • -

      buitenlandse reizen.

  • 7.

    In het jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, wordt de fractievergoeding naar evenredigheid uitbetaald.

  • 8.

    Ieder jaar voor 1 mei dient een financiële verantwoording over de besteding van de fractievergoeding te worden ingediend bij de voorzitter van de raad. Indien daaruit blijkt dat bestedingen gedaan zijn in strijd met dit artikel, dan wel de fractievergoeding geheel of gedeeltelijk niet is aangewend, dient terugbetaling plaats te vinden, met dien verstande dat ieder jaar maximaal 25% van de fractievergoeding mag worden gereserveerd tot in totaal gedurende meerdere jaren maximaal € 6.250,00.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten, is gelijk aan het bedrag dat geldt bij het aantal inwoners van de gemeente, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding, bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

Artikel 17 Dienstauto

  • 1.

    De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruikmaken van een dienstauto zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 2.

    De dienstauto zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.

  • 3.

    Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties anders dan van de gemeente een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 18

[ Vervallen ]

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf toestemming van het college vereist. Het college kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe bij het college een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente, als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.

    Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4.

    Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.

  • 5.

    De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1.

    Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt, een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4.

    Als de wethouder ervoor kiest de mobiele telefoon ook voor privédoeleinden te gebruiken, wordt de in artikel 14 bedoelde onkostenvergoeding gekort met het bedrag dat geldt voor de component telefoonkosten, met dien verstande dat de component telefoonkosten tot een bedrag van € 25,00 niet wordt gekort.

Artikel 23 Spaarloonregeling / levensloopregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk, indien de wethouder gebruikmaakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Fietsregeling

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

Artikel 25

[ Vervallen ]

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies, bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie als raadslid, als wethouder of als ambtenaar in dienst van de gemeente Stadskanaal.

  • 4.

    De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid bij verordening een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 27 Reis- en verblijfskosten

  • 1.

    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd, worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 28

[ Vervallen ]

Artikel 29

[ Vervallen ]

Artikel 30

[ Vervallen ]

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 32 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 7, 16, 19, 20, 24 en 27 wordt gebruikgemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen twee maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen twee maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 34

[ Vervallen ]

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regelingen

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 11 maart 2010. Ten aanzien van wethouders treedt deze regeling in werking op de dag na 11 maart 2010, waarop voor het eerst een wethouder is benoemd.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 maart 2010.
De raad
de raadsgriffier, de voorzitter,