Verordening tegenprestatie Participatiewet Stadskanaal 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet Stadskanaal 2015

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2014, nr. R 7056;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet ;

gezien het advies van de Participatieraad;

overwegende dat het noodzakelijk is op grond van artikel 8a, eerste lid, onder b van de Participatiewet  regels te stellen over het verrichten van een tegenprestatie;

overwegende dat het van belang is dat bijstandsgerechtigden inspanningen leveren om zo snel mogelijk aan het werk te gaan en anders maatschappelijke activiteiten verrichten die leiden tot activering en stijging op de participatieladder;

besluit:

vast te stellen de "Verordening tegenprestatie Participatiewet Stadskanaal 2015".

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      grote afstand tot de arbeidsmarkt:

    • deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen een jaar;

    • b.

      korte afstand tot de arbeidsmarkt:

    • deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen een jaar;

    • c.

      mantelzorg:

    • langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar;

    • d.

      participatieladder:

    • middel om de afstand tot de arbeidsmarkt van belanghebbenden te beoordelen als bedoeld in de Participatienota;

    • e.

      Participatienota:

    • notitie over de invoering van de Participatiewet  in Oost-Groningen.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet .

Hoofdstuk 2 Tegenprestatie

Artikel 2 Inhoud van een tegenprestatie

Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

  • a.

    naar hun aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

  • b.

    niet zijn bedoeld als instrument voor re-integratie;

  • c.

    niet worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin zij worden verricht, en

  • d.

    niet leiden tot verdringing.

Artikel 3 Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2.

    Het college kan een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

  • 3.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van de belanghebbende;

    • b.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van de belanghebbende;

    • c.

      of de tegenprestatie naar vermogen kan worden verricht door de belanghebbende, en

    • d.

      of de belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht.

Artikel 4 Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1.

    De tegenprestatie wordt opgedragen voor ten hoogste een jaar.

  • 2.

    De tegenprestatie wordt opgedragen voor ten hoogste zestien uur per week.

  • 3.

    Van het eerste en tweede lid kan slechts worden afgeweken op verzoek van belanghebbende.

Hoofdstuk 3 Uitzonderingen tegenprestatie

Artikel 5 Re-integratie

Het college draagt geen tegenprestatie op indien de belanghebbende:

Artikel 6 Mantelzorg en vrijwilligerswek

Het college draagt geen tegenprestatie op indien de belanghebbende:

  • a.

    mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is;

  • b.

    vrijwilligerswerk verricht, voor zover het verrichten van vrijwilligerswerk naar het oordeel van het college bijdraagt aan de maatschappelijke activering van de belanghebbende of diens kansen op werk vergroot.

Artikel 7 Geen werkzaamheden voorhanden

Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet Stadskanaal 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 november 2014.
De raad
mevrouw A.M. Sijperda mevrouw B.A.H. Galama
wnd. raadsgriffier voorzitter