Regeling vervallen per 23-03-2015

Verordening op de Vertrouwenscommissie Stadskanaal 2015

Geldend van 30-01-2015 t/m 22-03-2015

Intitulé

Verordening op de Vertrouwenscommissie Stadskanaal 2015

De raad van de gemeente Stadskanaal;

gelet op het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 9 januari 2015;

besluit:

vast te stellen de "verordening op de Vertrouwenscommissie Stadskanaal 2015".

HOOFDSTUK I Begripsbepaling

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    gesprekken:

  • functioneringsgesprekken, vanuit de werkgeverscommissie van de raad, met de burgemeester;

  • 2.

    commissie:

  • de commissie bij deze verordening ingesteld om te komen tot een advies aan de raad inzake herbenoeming;

  • 3.

    commissaris:

  • de Commissaris van de Koning in de provincie Groningen;

  • 4.

    minister:

  • de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • 5.

    verslag:

  • de conclusies van de commissie over het functioneren van de burgemeester, inclusief eventuele minderheidsstandpunten en eventuele eisen ter zake van zijn/haar functioneren in aanvulling op de profielschets;

  • 6.

    voorzitter:

  • de voorzitter van de commissie;

  • 7.

    adviseur:

  • de door de vertrouwenscommissie aangewezen personen die betrokken worden in het proces om op die wijze informatie te verzamelen.

HOOFDSTUK II Invulling

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    De commissie voert een of meer gesprekken met de burgemeester op basis van deze verordening om de raad te adviseren inzake een aanbeveling tot herbenoeming.

  • 2.

    Dit gesprek vindt plaats op een zodanig moment, dat voldaan kan worden aan de vereisten rond herbenoeming zoals genoemd in artikel 61a van de Gemeentewet.

  • 3.

    De verslagen van de gesprekken als gevoerd in een ambtsperiode, wegen mee bij het oordeel over een eventuele herbenoemingsaanbeveling van de burgemeester.

Artikel 3 Procedure en tijdschema

  • 1.

    De raadsgriffier agendeert en organiseert de werkzaamheden van de commissie.

  • 2.

    De raadsgriffier onderhoudt de contacten met het Kabinet van de commissaris.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat, behoudens lid 3 van dit artikel, uit de fractievoorzitters.

  • 2.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 3.

    Bij ziekte of langdurige afwezigheid van een commissielid kan de raad een vervanger kiezen op voordracht van de betreffende fractie.

  • 4.

    De commissie laat zich bijstaan door de raadsgriffier.

  • 5.

    De commissie kent een wethouder, de gemeentesecretaris en de raadsgriffier als adviseurs en laat zich informeren door deze adviseurs en betrekken deze adviseurs in het proces op een door de commissie vast te stellen wijze.

Artikel 5 Voorzitterschap van de commissie

  • 1.

    De commissie wijst uit haar midden één van de leden aan als voorzitter en wijst ook een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 2.

    De voorzitter leidt het gesprek.

  • 3.

    De voorzitter treedt, voor zover nodig, op als contactpersoon en als woordvoerder naar buiten.

Artikel 6 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie en draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 2.

    De raadsgriffier is geen lid, maar adviseur van de commissie.

  • 3.

    Bij afwezigheid van de raadsgriffier wordt deze vervangen door een waarnemend raadsgriffier.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 61c van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van alle stukken, waaronder de verslagen alsmede het behandelde tijdens de gesprekken.

  • 2.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3.

    Betrokkenen voorkomen dat op enigerlei wijze de vertrouwelijkheid en geheimhouding in gevaar komen. In de voorbereiding kunnen commissieleden daarom alleen gebruikmaken van eigen kennis en ervaring van openbare bronnen en van voor dit doel vertrouwelijk verkregen informatie van de adviseurs. Zij winnen niet op andere wijze inlichtingen of informatie in en hebben geen overleg met anderen of derden.

  • 4.

    De commissie verstrekt, conform artikel 86, eerste lid van de Gemeentewet, geen inzage in de verslagen noch informatie daarover en over het behandelde tijdens de gesprekken aan raadsleden die geen lid zijn van de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 10, lid 1 en artikel 12, lid 4.

  • 5.

    De commissie, noch de raad, zal de geheimhouding uit het eerste lid opheffen.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van documenten, voeren van de correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht blijft na de ontbinding van de commissie van kracht.

  • 8.

    Het in dit artikel bepaalde is, conform artikel 61c van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing op de raadsgriffier, de adviseurs en de commissaris.

Artikel 8 Voorbereiding

  • 1.

    De commissie bepaalt op welke wijze de adviseurs bij de voorbereidingen van het te voeren functioneringsgesprek tot herbenoeming worden betrokken.

  • 2.

    De leden van de commissie en de burgemeester krijgen de gelegenheid om, voor zover van toepassing, verslagen van eerder gevoerde functioneringsgesprekken in te zien.

  • 3.

    De leden van de commissie en de burgemeester krijgen de gelegenheid om bespreekpunten aan te leveren.

  • 4.

    Als onderdeel van deze voorbereiding voert de commissie een besloten bespreking met de adviseur(s).

Artikel 9 Werkwijze commissie

  • 1.

    Van elke commissievergadering wordt ten minste vier dagen van tevoren aankondiging gedaan namens de voorzitter door de raadsgriffier, aan de commissieleden en de adviseurs. De burgemeester ontvangt ten minste vier dagen vóór elk functioneringsgesprek met hem/haar daarvoor een uitnodiging.

  • 2.

    De commissie vergadert niet indien niet alle leden aanwezig zijn.

  • 3.

    Indien het tot een stemming komt, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen. Elk lid heeft één stem. In het verslag kunnen leden van de commissie van een minderheidsstandpunt blijk geven.

  • 4.

    Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, wordt ten aanzien van de werkwijze van de commissie en de orde van de vergaderingen gehandeld naar de regels voor overeenkomstige gevallen, gegeven in de Gemeentewet en in het Reglement van orde voor de vergadering van de raad. In gevallen waarin ook deze regelingen niet voorzien, beslist de commissie.

  • 5.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de raadsgriffier ondertekend.

Artikel 10 Raad inzake herbenoeming

  • 1.

    Na de bespreking, zoals omschreven in het eerste lid van artikel 2 inzake herbenoeming en de vaststelling en verzending van het betreffende verslag, verricht de raad vervolgens de volgende handelingen volgtijdelijk uiterlijk vier maanden voor het einde van de ambtstermijn:

    • -

      bespreking van het vastgestelde verslag met de burgemeester;

    • -

      overleg met de commissaris over het functioneren van de burgemeester;

    • -

      verzending van de aanbeveling inzake de herbenoeming aan de minister door tussenkomst van de commissaris.

  • 2.

    De raad verstrekt bij zijn aanbeveling het verslag van de commissie als bedoeld in artikel 12, het verslag van de beraadslagingen van de raadsvergadering, waarin de aanbeveling is vastgesteld, alsmede de overige voor de beoordeling van de aanbeveling relevante informatie. De raad verstrekt de burgemeester afschriften van voornoemde stukken.

Artikel 11 Het gesprek

  • 1.

    Het gesprek vindt plaats in beslotenheid.

  • 2.

    Tijdens het gesprek hebben zowel de leden van de commissie als de burgemeester de mogelijkheid hun mening over en ervaringen met de geagendeerde bespreekpunten toe te lichten.

  • 3.

    Uitgangspunten bij het gesprek zijn de profielschets waarop de burgemeester is benoemd en de eerder gevoerde functioneringsgesprekken en eventuele aanvullende eisen uit lid 6.

  • 4.

    De volgende onderwerpen worden tijdens het gesprek besproken; de burgemeester:

    • a.

      als voorzitter van de raad, zijn/haar rol in commissies, in overleg met de fractievoorzitters en contacten met de raad(sleden);

    • b.

      in het proces van democratische besluitvorming;

    • c.

      als voorzitter van het college;

    • d.

      als coördinator van beleid, kwaliteitsbewaker met toepassing van artikel 170 van de Gemeentewet;

    • e.

      die invulling geeft aan de eigen portefeuille, met name handhaving van de openbare orde en veiligheid;

    • f.

      in zijn/haar contacten met inwoners, organisaties en bedrijven;

    • g.

      als ambassadeur en "gezicht" van de gemeente in de regio, provincie, rijk en Europa;

    • h.

      in zijn/haar contacten met ambtenaren en met name de gemeentesecretaris, de raadsgriffier en het management van de gemeentelijke organisatie;

    • i.

      in zijn/haar nevenfuncties en integriteit;

    • j.

      in zijn/haar aan de profielschets gerelateerde competenties;

    • k.

      in de realisatie van eventueel eerder gemaakte afspraken.

  • 5.

    In een tweede deel van het gesprek kan worden gesproken over de ontwikkelingen in en van de gemeente.

  • 6.

    Tijdens het gesprek kunnen in aanvulling op de profielschets afspraken gemaakt worden over het toekomstig functioneren van de burgemeester. Daarbij kunnen ook toekomstige ontwikkelingen in de gemeente betrokken worden. Deze afspraken worden expliciet als aanvullende eisen aangegeven in het verslag.

Artikel 12 Verslaglegging

  • 1.

    Door de raadsgriffier wordt het verslag in conceptvorm in drievoud opgesteld en door de commissie en de burgemeester door ondertekening vastgesteld.

  • 2.

    Het verslag bevat feitelijke gegevens van tijd, plaats en rol van de aanwezigen bij het gesprek.

  • 3.

    Het verslag geeft een duidelijk en feitelijk beeld van het besprokene.

  • 4.

    Een afschrift van het vastgestelde verslag wordt aan de burgemeester en de commissaris gestuurd.

Artikel 13 Archivering

De raadsgriffier en voorzitter dragen zorg voor een vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder de agenda en het vastgestelde verslag.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking tot en met de dag dat de aanbeveling is verzonden aan de commissaris en wordt aangehaald als "Verordening op de Vertrouwenscommissie Stadskanaal 2015".

Artikel 15 Intrekking

Op het moment van in werking treden van deze verordening, wordt eerdere regelgeving ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 januari 2015.
De raad
mevrouw A.M. Sijperda mevrouw B.A.H. Galama
wnd. raadsgriffier voorzitter