Regeling vervallen per 07-05-2009

algemene percentageregeling voor kunstopdrachten in de gemeente Stadskanaal

Geldend van 25-09-1989 t/m 06-05-2009

Intitulé

algemene percentageregeling voor kunstopdrachten in de gemeente Stadskanaal

De Raad der gemeente Stadskanaal;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 augustus 1989, nr. R. 3140;

gelet op artikel 168 van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de algemene percentageregeling voor kunstopdrachten in de gemeente Stadskanaal.

Artikel 1

Deze regeling heeft tot doel:

  • 1.

    integratie van beeldende kunst in onze samenleving;

  • 2.

    de bevolking van onze gemeente in aanraking te brengen met beeldende kunst;

  • 3.

    een bijdrage te leveren aan de visuele aantrekkelijkheid van de gemeente;

  • 4.

    een bijdrage te leveren aan de inkomstenverwerving van professioneel werkende beeldende kunstenaars.

Artikel 2

Bij het stichten van gemeentelijke objekten en objekten, waarin de gemeente deelneemt, neemt de gemeenteraad een besluit over het al dan niet beschikbaar stellen van een percentage van de werkelijke kosten voor besteding aan beeldende kunst.

Artikel 3

Onder werkelijke kosten worden verstaan de totale kosten van het objekt, exclusief de kosten verbonden aan de aankoop van de benodigde grond; bij een gebouw als objekt bovendien exclusief de kosten van inventaris.

Artikel 4

Deze regeling is eveneens van toepassing bij ingrijpende vernieuwingen of verbouwingen van gemeentelijke objekten en objekten, waarin de gemeente deelneemt, indien daarvoor bij raadsbesluit kredieten beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 5

Deze regeling kan worden toegepast op de hieronder genoemde objekten:

  • a.

    gemeentelijke gebouwen en scholen van het bijzonder basis- en voortgezet onderwijs;

  • b.

    voor niet-gemeentelijke gebouwen waar de gemeente een aandeel levert in de stichtingskosten, een en ander onder de voorwaarde dat de andere participant(en) voor zijn (hun) aandeel in de stichtingskosten dezelfde regeling toepast (toepassen);

  • c.

    voor bestemmingsplannen of onderdelen daarvan die bestekklaar zijn;

  • d.

    voor stratenplannen (inclusief renovatie-projekten), dat wil zeggen verbetering van woonstraten in bestaande wijken betreffende bovengrondse voorzieningen onder de voorwaarde sub b;

  • e.

    voor bruggen, tunnels, viadukten, rioolwater-zuiveringsinstallaties en soortgelijke werken.

Artikel 6

Door de gemeenteraad worden kredieten verleend voor de in artikel 5 vermelde objekten op basis van de volgende percentages:

  • ad.

    5a.

  • bij nieuwbouw:

    • -

      2% van de werkelijke kosten bij stichtingskosten tot f. 100.000,--;

    • -

      1½% van de werkelijke kosten bij stichtingskosten van f. 100.000,-- tot f. 1.000.000,--, met een minimum van f. 2.000,--;

    • -

      1% van de werkelijke kosten bij stichtingskosten van f. 1.000.000,-- of meer, met een minimum van f. 15.000,--;

  • bij verbouwing en modernisering:

    • -

      1½% wanneer de werkelijke kosten een bedrag van f. 100.000,-- tot f. 1.000.000,-- belopen;

    • -

      1% wanneer de werkelijke kosten een bedrag van f. 1.000.000,-- of meer belopen, met een minimum van f. 15.000,--;

  • ad.

    5b.

    • -

      1½% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten van f. 100.000,-- tot f. 1.000.000,--;

    • -

      1% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten bij stichtingskosten van f.1.000.000,-- of meer;

  • een en ander onder de voorwaarde, dat de andere participant(en) voor zijn (hun) aandeel in de stichtingskosten dezelfde regeling toepast (toepassen) ;

  • ad.

    5c.

    • -

      1½% van de werkelijke kosten; indien deze meer bedragen dan f. 1.000.000,--

  • ad.

    5d.

    • -

      1½% van de werkelijke kosten; indien deze meer bedragen dan f. 1.000.000,--

  • ad.

    5e.

    • -

      1½% van de werkelijke kosten; indien deze meer bedragen dan f. 1.000.000,--

Artikel 7

De opdracht kan al naar gelang de aard van het project de vorm hebben van

  • -

    een monumentale opdracht;

  • -

    inschakeling bij de vormgeving;

  • -

    een adviserende funktie voor de beeldende kunstenaar.

Artikel 8

De direkteur van de sektor ROM geeft in een zo vroeg mogelijk stadium van een projekt waarop deze regeling van toepassing is, doch in ieder geval op het moment dat het bestekklaar is, het bedrag aan dat op grond van deze regeling beschikbaar is voor besteding aan kunstwerken.

Artikel 9

Een selektie-adviescommissie zal het College van Burgemeester en Wethouders over de volgende zaken adviseren:

  • 1.

    Het kunstbudget.

    • 1.1.

      Het vastgestelde kunstbudget wordt als krediet opgenomen in de totale begroting van het projekt.

    • 1.2.

      Aanvullende incidentele subsidieverzoeken (Provincie en/of Rijk).

  • 2.

    De lokatie.

    • 2.1.

      Aangeven van maximaal drie mogelijke lokaties.

    • 2.2.

      Afstemmen van mogelijke lokaties op bestemmingsplannen.

    • 2.3.

      Beoordelen van mogelijke lokaties op visuele aspekten.

    • 2.4.

      Beoordelen van mogelijke lokaties op (verkeers)veiligheidsaspekten.

    • 2.5.

      Beoordelen van mogelijke lokaties op technische aspekten.

  • 3.

    De opdrachtformulering.

    • 3.1.

      Inventariseren van vormgevingswensen van

      • -

        mede-opdrachtgevers

      • -

        omwonenden

    • 3.2.

      Afstemmen van vormgevingswensen op bestaande situatie.

  • 4.

    De opdracht-publikatie.

    • 4.1.

      De geformuleerde opdracht wordt in daartoe geëigende media gepubliceerd.

  • 5.

    De selektie.

    • 5.1.

      Opdrachten boven de f. 20.000,--

      • -

        Beoordelen dokumentatie van ingeschreven kunstenaars bij het Centrum voor Beeldende Kunst (C.B.K.) te Groningen.

      • -

        Verlenen van maximaal 3 schetsopdrachten ad. f. 500,--.

      • -

        Definitieve opdrachtverlening op basis van één van de 3 schetsontwerpen.

    • 5.2.

      Opdrachten onder de f. 20.000,--

      • -

        Beoordelen dokumentatie van ingeschreven kunstenaars bij het Centrum voor Beeldende Kunst (C.B.K.) te Groningen.

      • -

        Definitieve opdrachtverlening op basis van deze dokumentatie.

  • 6.

    De opdrachtverlening.

    • 6.1.

      De adviescommissie formuleert de keuze in een advies aan het College van Burgemeester en Wethouders onder verwijzing naar de gevolgde procedure.

    • 6.2.

      Na goedkeuring van het College van Burgemeester en Wethouders wordt in een Standaardkontrakt Monumentale Kunstopdrachten de onderhavige kunstopdracht vastgelegd.

Artikel 10

De selektie-adviescommissie bestaat uit:

  • a.

    de voor beeldende kunst verantwoordelijke wethouder;

  • b.

    ambtenaar OCSW (medewerker kunstzinnige vorming);

  • c.

    ambtenaar ROM/CCT;

  • d.

    een ter zake deskundige, woonachtig binnen de gemeente Stadskanaal;

  • e.

    een vertegenwoordiger van het CBK;

  • f.

    een vertegenwoordiger van de huidige c.q. toekomstige gebruikers voor zover het een opdracht betreft conform artikel 5a en b;

  • g.

    een vertegenwoordiger van de overige subsidiënten;

Artikel 11

In gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders. Indien het College van Burgemeester en Wethouders afwijkt van het advies van de selektie-adviescommissie, wordt advies gevraagd aan de Commissie Welzijn.

Artikel 12

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "algemene percentageregeling voor kunstopdrachten".

  • 2.

    Zij treedt in werking op het tijdstip van vaststelling door de Gemeenteraad.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 september 1989.
De Raad voornoemd,
De secretaris De voorzitter