Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

De raad van de gemeente Staphorst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Staphorst van 6 oktober 2012, nummer ADV/12-7609

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de te bereiken resultaten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;

b. College: College van burgemeester en wethouders van Staphorst;

c. Compensatieplicht: De plicht van het college om aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te cstellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is;

d. Aanmelding: De mededeling van een belanghebbende aan het college dat er belemmeringen ervaren worden op grond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek;

e. Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen;

f. Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening;

g. Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;

h. Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving;

i. Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure;

j. Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is  en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten;

k. Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer;

l. Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft;

m. Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden;

n. Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt;

o. Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd;

p. Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening;

q. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura;

r. Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat;

s. Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt;

t. Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt;

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2 De te bereiken resultaten

De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

a. een schoon en leefbaar huis;

b. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

c. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

d. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

e. wonen in een geschikt huis;

f. zich verplaatsen in en om de woning;

g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3 Scheiding van aanmelding en aanvraag

Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

c. Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek

  • 1 Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

  • 2 De aanmelding voor een gesprek wordt vastgelegd op een daarvoor bestemd aanmeldformulier. Dit formulier geldt niet als aanvraag.

Artikel 5 Het gesprek

  • 1 Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis om zo de gehele situatie van hem beeld te brengen, tenzij de belanghebbende uitdrukkelijk aangeeft  het gesprek liever elders te willen voeren.

  • 2 Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

  • 3 Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

Artikel 6 Het verslag

Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Indien het gesprek leidt tot een aanvraag voor een individuele voorziening, vormt het gesprek de basis voor die aanvraag.

Hoofdstuk 4 De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 7 De aanvraag

  • 1 De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden door middel van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2 Bij het aanvraagformulier wordt een afschrift van het verslag van het gesprek toegevoegd.

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 8 Het maken van een afweging

  • 1 Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende, alsmede van diens capaciteiten om zelf in de kosten van de maatregelen te kunnen voorzien.  Daarbij wordt onderzoek gedaan naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

  • 2 Alle voorliggende, algemene, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

Paragraaf 2 De te bereiken resultaten

Artikel 9 Het voeren van een huishouden

  • 1 De vier te bereiken resultaten ten aanzien van het voeren van een huishouden zijn:

    a. Het kunnen wonen in een huis dat schoon en leefbaar is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten;

    b. Het kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;\

    c. Het kunnen beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    d. Het thuis kunnen zorgen voor de kinderen die tot het gezin behoren.

  • 2 Met het oog op de te bereiken resultaten ten aanzien van het voeren van een huishouden, zoals genoemd in het vorige lid, kan een individuele voorziening getroffen worden.

  • 3 Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld, waarbij rekening gehouden met de leeftijd van de huisgeno(o)t(en).

  • 4 Voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 5 Voor zover belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare algemene voorziening zoals een boodschappenservice, maaltijdvoorziening, was-en strijkservice, kinderopvang die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 6 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 10 Wonen in een geschikt huis

  • 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van het kunnen wonen in een geschikt huis bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging en tuin of balkon.

  • 2 Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de woning.

  • 3 Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat, wordt eerst deze mogelijkheid beoordeeld.

  • 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

Artikel 11 Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2 Voor het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2 Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

  • 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2 Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming

Paragraaf 1 Verstrekken van voorzieningen

Artikel 14 Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 2 Verstrekking in natura

Artikel 15 Inhoud beschikking

  • 1 Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. welke de te treffen voorziening is;

    b. wat de duur is van de verstrekking is;

    c. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en

    d. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen. De hoogte van deze bijdrage wordt aan de hand van het inkomen bepaald en geïnd door het CAK.

  • 3 In de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning worden nadere regels opgenomen over controle en handhaving.

Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 16 Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 17 Inhoud beschikking

  • 1 Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.

    b. Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.

    c. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

  • 2 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen. De hoogte van deze bijdrage wordt aan de hand van het inkomen bepaald en geïnd door het CAK.

  • 3 In de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning worden nadere regels opgenomen over controle en handhaving.

Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 18 Inhoud beschikking

  • 1 Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

    b. wat de duur van de verstrekking is;

    c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en

    d. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.

  • 2 Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3 In de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning worden nadere regels opgenomen over controle en handhaving.

Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 19 Eigen bijdragen en eigen aandeel

  • 1 Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    a. een schoon en leefbaar huis;

    b. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    c. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    d. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    e. wonen in een geschikt huis;

    f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2 Het college stelt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst nadere regels met betrekking tot de omvang van de in het eerste lid bedoelde eigen bijdrage of het eigen aandeel.

Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 20 Beslistermijn

a. De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 8 weken na datum ontvangst van de aanvraag (art. 4:13 lid 2 Awb). Deze termijn wordt verlengd met maximaal 4 weken indien extern advies wordt ingenomen.

b. In afwijking van het onder a. gestelde is de termijn voor de aanvraag voor een voorziening voor het wonen in een geschikt huis waar bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden maximaal 12 weken.

Artikel 21 Beperkingen

  • 1 Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

    a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.

    b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.

    c. De persoon met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Staphorst.

  • 2 Geen voorziening wordt toegekend:

    a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.

    b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Staphorst.

    c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.

    d. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.

Artikel 22 Advisering

  • 1 Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

    b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2 Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

    a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.

    b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.

    c. Het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 23 Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 24 Intrekking

  • 1 Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening,  geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

    b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

    c. blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het te behalen resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 25 Terugvordering

  • 1 Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2 Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3 Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Artikel 26 Terugbetaling bij verkoop (Anti-speculatiebeding)

De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. Deze meerwaarde van de woning dient, conform de bepalingen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst, te worden terugbetaald aan de gemeente.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 27 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 28 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de geldende prijsindex, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 29 Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Staphorst van 11 december 2012,
, voorzitter
, griffier