Regeling vervallen per 03-07-2017

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Geldend van 01-11-2006 t/m 02-07-2017

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: Gemeentewet;

b. commissie: rekenkamercommissie;

c. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

d. college: college van burgemeester en wethouders;

e. rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Staphorst;

f. griffier: de raadsgriffier van de gemeente Staphorst.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1 Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2 De commissie bestaat uit 3 leden.

  • 3 De commissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie gevoerd onderzoek bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1 De raad benoemt de leden van de commissie, de raad kan plaatsvervangende leden van de commissie benoemen; het bepaalde in artikel 81-o-a van de wet is van toepassing.

  • 2 De leden worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3 Leden van de commissie zijn éénmaal herbenoembaar.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1 De raad benoemt de voorzitter uit de leden van de commissie.

  • 2 De voorzitter is belast met:

    a. het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie,

    b. het leiden van de vergaderingen,

    c. het bewaken van de uitgangspunten, de werkwijze

    d. het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

    De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 3 Bij stakende stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4 De commissie voorziet in een vervangingsregeling bij afwezigheid van de voorzitter.

Artikel 5 Eed of belofte

Ten aanzien van de leden is artikel 81.g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1 De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op nonactiviteit.

  • 2 Een lid van de rekenkamer wordt door de raad ontslagen:

    a. op eigen verzoek;

    b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie, overeenkomstig het in artikel 81-o-a van de wet bepaalde;

    c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    e. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3 De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1 De leden ontvangen een door de raad te bepalen vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2 De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 8 Secretaris

  • 1 De raad benoemt de secretaris na overleg met de commissie.

  • 2 De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3 De secretaris is organisatorisch ondergebracht bij de griffie.

  • 4 De secretaris draagt tenminste zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 9 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming aan de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1 De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3 De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1 De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek. Hiertoe legt de commissie in een onderzoeksprotocol vast volgens welke methodiek de commissie onderzoeken uitvoert; het onderzoeksprotocol wordt ter kennisname naar de raad gezonden.

  • 2 De commissie stelt het jaarverslag in februari vast en zendt het jaarverslag daarna onverwijld naar de raad en het college ter kennisname.

  • 3 De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente alle inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4 Bij lopende onderzoeken oordeelt de commissie of het wenselijk is om de raad tussentijds te informeren.

  • 5 De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten.

  • 6 De commissie vergadert in beslotenheid, haar onderzoeksrapporten en de jaarverslagen van de commissie zijn openbaar. Op grond van artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7 Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie met inachtneming van het beschikbare budget gebruik maken van externe personen of bureaus.

  • 8 De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door de commissie te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op de concept nota van bevindingen aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn diegenen wiens taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt voorts wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9 Na vaststelling door de commissie worden de nota van bevindingen en het rapport met conclusies en aanbevelingen en de reactie van het college op het rapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget

  • 1 De commissie is bevoegd binnen een door de raad aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2 Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de voorzitter en leden van de commissie;

    b. de secretaris;

    c. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3 De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4 De griffier treedt op als budgethouder van het budget van de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2006.

  • 2 De verordening op de rekenkamercommissie gemeente Staphorst, vastgesteld d.d. 20 december 2005, wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie".

Toelichting 1 Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie