Regeling vervallen per 01-09-2007

Verordening op de raadcommissie tot herbenoeming van de burgemeester

Geldend van 31-01-2007 t/m 31-08-2007

Intitulé

Verordening op de raadcommissie tot herbenoeming van de burgemeester

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. De commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel;

c. De burgemeester: de burgemeester van de gemeente Staphorst;

d. De commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester.

e. De griffier: de griffier van de gemeente Staphorst.

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1 De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de raad voor de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

  • 2 De commissie vormt zich in dat kader een oordeel over het functioneren van de burgemeester.

  • 3 De commissie hanteert daarbij als toetsingscriteria in beginsel de eisen van de profielschets.

  • 4 De commissie vormt zich een oordeel onder meer door een gesprek met de burgemeester over het functioneren in de afgelopen periode en maakt eventuele afspraken over de toekomstige periode.

  • 5 De commissie neemt bij de vervulling van haar taak het gestelde in de circulaire van de minister van BZK d.d. 21 november 2001, in acht.

Artikel 3 Werkwijze van de commissie

  • 1 De commissie stelt een verslag op, dat bij meerderheid van stemmen wordt vastgesteld. In het verslag kunnen leden van de commissie blijk geven van een minderheidsstandpunt.

  • 2 In het verslag wordt melding gemaakt van de gevolgde werkwijze van de commissie.

  • 3 In het verslag worden, indien van toepassing, de afspraken met de burgemeester vastgelegd die zijn gemaakt voor het functioneren in de nieuwe periode.

  • 4 De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk, onder geheimhouding, verslag uit aan de raad. Dit verslag is voorzien van een concept aanbeveling. Deze stukken worden besproken in een besloten vergadering van de raad.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1 De commissie bestaat uit de voorzitters van de vijf fracties uit de raad.

  • 2 De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3 De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

  • 1 De griffier is secretaris van de commissie en draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 2 De secretaris van de commissie is geen lid van de commissie.

  • 3 De plaatsvervangend griffier vervangt zonodig de secretaris van de commissie.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2 De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3 De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4 De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1 De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2 De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3 De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 3, lid 4.

  • 4 De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

  • 5 De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6 Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de secretaris van de commissie, evenals ambtelijke ondersteuning zoals bedoeld in art. 5 van deze verordening.

Artikel 8 Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1 De commissie kan bij de aanvang van haar werkzaamheden een gesprek hebben met de burgemeester.

  • 2 Alvorens het verslag aan de raad te zenden, bespreekt de commissie het concept met de burgemeester.

  • 3 De commissie zendt het verslag gelijktijdig aan de raad en de burgemeester. De burgemeester kan, voorafgaand aan de bespreking in de raad, schriftelijk zijn zienswijze over het verslag geven. Op dit document is de geheimhouding van toepassing.

Artikel 9 Ontbinding vertrouwenscommissie

De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 10 Archivering van stukken

  • 1 De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9 alle archiefbescheiden die door de commissie zelf zijn opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als geheim worden overgebracht naar een krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2 Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3 Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub. a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4 Alle overige bescheiden en kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 Contactpersoon

  • 1 De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2 Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard.

  • 3 Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 21 november 2001 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

  • 2 Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.