Regeling vervallen per 01-08-2017

Financiële verordening gemeente Staphorst 2009

Geldend van 01-11-2009 t/m 31-07-2017

Intitulé

Financiële verordening gemeente Staphorst 2009

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder: a. BBV: het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. b. sector: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft. c. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Staphorst en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. d. financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Staphorst te komen tot een goed inzicht in:- a. de financieel-economische positie; - b. het financiële beheer ; - c. de uitvoering van de begroting; - d. het afwikkelen van vorderingen en schulden; - e. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. e. administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding. f. financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Staphorst g. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten. h. doelmatigheid: het realiseren van vooraf vastgestelde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. i. doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. j. integrale kostprijs: De integrale kostprijs is de som van de vaste en variabele kosten die aan het product zijn toegeschreven. k. bestuurskader: De door de raad vastgestelde beleids- en uitvoeringsbepalingen die door het college van b & w dienen te worden nageleefd danwel uitgevoerd binnen de betreffende raadsperiode.

Paragraaf 2 Begroting en verantwoording

Sub-paragraaf 1 Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1 De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode de programma’s voor een programmabegroting vast. Bij de opstelling van het Bestuurskader worden de onderwerpen zodanig gerubriceerd dat er aansluiting is met de indeling van de programmabegroting.

  • 2 De raad stelt per programma vast, hetgeen in artikel 8 BBV is aangegeven, zijnde:- de beoogde maatschappelijke effecten (outcome): wat willen we bereiken?- de te leveren inspanningen en resultaten (output): wat gaan we daarvoor doen?- de baten en lasten (input): wat mag het kosten?

  • 3 Het college stelt per programma indicatoren met streefwaarden voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en met betrekking tot de te leveren inspanningen en resultaten.

  • 4 De raad stelt de indicatoren en streefwaarden, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5 Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

  • 6 De raad stelt de programmabegroting voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren op een zodanige datum vast dat deze voor 15 november bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn aangeboden.

Artikel 3 Producten

  • 1 Bij iedere begroting en jaarstukken wordt ter informatie een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2 De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1 Het college biedt binnen 15 dagen na ontvangst van de mei-circulaire aan de raad een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze kadernota vast in de laatste vergadering voor het zomerreces.

  • 2 De bevindingen uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 6 en de jaarstukken bedoeld in artikel 7 worden hierbij betrokken.

Sub-paragraaf 2 Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1 Het college legt in de “algemene regeling budgethouderschap gemeente Staphorst” regels vast, die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. Deze regeling dient een maal per bestuursperiode (vier jaar) te worden herzien.

  • 2 Het college draagt ten aanzien van de productenbegroting er zorg voor dat de financiële administratie zodanig wordt ingericht dat: a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toe te rekenen aan de functies van de productenbegroting; b. de budgetten in de productenbegroting en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting. c. het saldo van baten en lasten en van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3 Het college draagt er zorg voor dat per programma het saldo van lasten zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet wordt overschreden. Zodra blijkt dat het niet mogelijk is de vooraf vastgestelde inspanningen en resultaten van een programma binnen dit saldo te realiseren, zal het college de raad hiervan uiterlijk in de eerstvolgende Bestuursrapportage op de hoogte stellen.

  • 4 Bij de vaststelling van de begroting autoriseert de raad het college tot het doen van: - vervangingsinvesteringen; - een volgende fase/jaarschijf van een door de raad vastgesteld plan; - renovaties woonomgeving/speelplaatsen tot een bedrag van € 100.000,- voorwaarden:

    1. draagvlak bij betrokkenen;2. plan wordt ter informatie/inzage in de leeskamer gelegd; 3. eerst na mededeling portefeuillehouder in commissie wordt overgegaan tot gunning/uitvoering

    - kleine bouwkundige aanpassingen tot een bedrag van € 30.000 voorwaarden:

    1. plan wordt ter informatie/inzage in de leeskamer gelegd;2. eerst na mededeling portefeuillehouder in commissie wordt overgegaan tot gunning/uitvoering.

    - opstellen plannen en of onderzoeken; - sterk uitvoeringsgerichte onderwerpen tot € 30.000,-.

Sub-paragraaf 3 Rapportage en Verantwoording

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1 Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages, ten minste over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste negen maanden van het lopende boekjaar.

  • 2 De bestuursrapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen: a. de viermaands rapportage (1e berap) vóór 31 juli van het lopende begrotingsjaar; b. de negenmaands rapportage (2e berap) vóór 31 december van het lopende begrotingsjaar.

  • 3 De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting. De rapportages gaan in op: a. Programmabegroting - afwijkingen, zowel wat betreft de financiële middelen, de inspanningen en resultaten en de maatschappelijke effecten. b. Bestuurskader - de stand van zaken in de voortgang van het Bestuurskader. c. Investeringen - de voortgang in de uitvoering van de investeringswerken.

  • 4 Het college informeert de raad actief over uitkomsten van aanbestedingen zoals bepaald in de “algemene regeling budgethouderschap gemeente Staphorst”.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1 Het college biedt voor 31 mei van het daarop volgende rekeningjaar de gecontroleerde jaarstukken samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen van het vorige begrotingsjaar als bedoeld in Hoofdstuk IV c.q. artikel 24 BBV c.q. aan.

  • 2 De raad stelt de jaarstukken op een zodanig tijdstip vast dat deze stukken uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar zijn aangeboden bij het college van Gedeputeerde Staten.

  • 3 Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan: a. wat is bereikt; b. welke goederen en diensten zijn geleverd; c. wat de kosten zijn d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 4 De raad bepaalt aan de hand van de jaarstukken of de beleidsdoelen van de programma’s bijstelling behoeven en of de inhoud van de paragrafen moet worden aangepast.

Paragraaf 3 Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 8 Financiële positie

Het college draagt er overeenkomstig artikel 3, lid 1 en 20 BBV zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en in de meerjarenramingen is opgenomen.

Artikel 9 Waardering

  • 1 Het college legt in een “nota waardering en afschrijving vaste activa” de regels vast, die zij hanteert voor de waardering en afschrijving van vaste activa. Deze nota wordt opgesteld met inachtneming van de artikelen 59 t/m 65 BBV.

  • 2 Het college legt de in lid 1 genoemde nota en het wijzigen er van ter vaststelling voor aan de raad in het eerste jaar van een nieuwe raadsperiode.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

  • 1 Het college biedt in het eerste jaar van een nieuwe raadsperiode de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan;

  • 2 De nota behandelt: a. de vorming en besteding van reserves; b. de vorming en besteding van voorzieningen;

  • 3 De raad stelt deze nota vast.

Artikel 11 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Staphorst wordt het systeem van integrale kostprijs gehanteerd.

  • 2 Bij de bepaling van de integrale kostprijs als bedoeld in het eerste lid, worden meegenomen de bijdragen aan en van reserves of voorzieningen en bij leges en retributies (rioolrechten en afvalstoffenheffing) wordt tevens betrokken de compensabele BTW als bedoeld in artikel 229b Gemeentewet.

  • 3 De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks bepaald. De omslagrente maakt onderdeel uit van de uitgangspunten behorende bij de samenstelling van de begroting als bedoeld in artikel 4.

Paragraaf 4 Paragrafen

Artikel 12 Lokale heffingen

  • 1 Het college biedt tenminste in het derde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan ter vaststelling door de raad. Deze nota behandelt in ieder geval: a. de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen; b. de kostendekkendheid van de heffingen; c. de druk van de lokale belastingen en heffingen; d. het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid; e. de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin de heffing en tarieven, zijn vastgelegd.

  • 2 Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor meerpersoonshuishoudingen.

Artikel 13 Weerstandsvermogen

  • 1 Het college biedt ten minste in het derde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen aan ter vaststelling door de raad. In deze nota wordt in ieder geval ingegaan op: a. het risicomanagement; b. het opvangen van risico's door verzekeringen; c. het treffen van voorzieningen; d. het weerstandsvermogen.

  • 2 Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.

Artikel 14 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1 Het college biedt tenminste eens in de vijf jaar een nota onderhoud openbaar groen aan ter vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 2 Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een nota rioleringsplan aan ter vaststelling door de raad. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 3 Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een wegennota ter vaststelling door de raad aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau van het bestaande verharde wegennet: asfalt, elementen, betonwegen alsmede voetpaden en pleinen. Hierbij wordt eveneens het meerjarig budget bepaald.

  • 4 Het college biedt ten minste eens in de vijf jaar een nota onderhoud gebouwen ter vaststelling door de raad aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau van de bestaande gebouwen, de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 5 Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud van de in lid 1 tot en met lid 4 genoemde kapitaalgoederen.

Artikel 15 Financiering

  • 1 Het college neemt bij de uitoefening van de financieringsfunctie de regels in acht, welke in de Wet Fido, het door uw raad vastgestelde treasurystatuut en in het BBV zijn opgenomen.

  • 2 Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van: a. de kasgeldlimiet; b. de renterisico norm; c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar; d. de rentevisie en e. de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 16 Bedrijfsvoering

  • 1 De raad stelt tenminste in het tweede jaar van een raadsperiode een nota bedrijfsvoering vast. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente.

  • 2 In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen te weten: a. aantal personeelsleden in dienst onderverdeeld naar leeftijd en beloningsschaal; b. de instroom, uitstroom en het percentage ziekteverzuim van personeel; c. de directe loonkosten; d. de personeelskosten e. de kosten inleenkrachten; f. de kosten van ingehuurde externen; g. de huisvestingskosten; h. de automatiseringskosten; i. vernieuwing, uitbreiding, herstructurering, reorganisatie en inkrimping van de ambtelijke organisatie; j. het gemeentelijk materieel.

Artikel 17 Verbonden partijen

  • 1 Het college biedt ten minste in het tweede jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota verbonden partijen aan ter vaststelling door de raad.

  • 2 Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, het financieel resultaat (voor zover bekend) en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

  • 3 De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.

  • 4 In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 18 Grondbeleid

  • 1 Het college biedt tenminste in het vierde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan: a. de relatie met de programma’s van de begroting; b. de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente; c. aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten; d. de voorraadverwerving en uitgifte van gronden; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves grondzaken in relatie tot de risico´s van de grondzaken; f. de deelname in PPS-constructies; g. de geraamde kosten en opbrengsten per in ontwikkeling genomen project.

  • 2 Bij de begroting en het jaarverslag wordt in de paragraaf grondbeleid rekening gehouden met hetgeen in artikel 16 van het BBV is aangegeven zoals de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen waaronder verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.

Artikel 19 Verstrekking subsidies

  • 1 Het college biedt tenminste in het vierde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies ter vaststelling aan.

  • 2 De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

Paragraaf 5 Financiële organisatie en administratie

Artikel 20 Financiële Organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • 1.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • 2.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 3.

    de te maken afspraken met de sectoren over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • 4.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de sectoren.

Artikel 21 (Financiële) Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts; c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties; d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen; g. het voldoen aan het BBV en andere relevante wet- en regelgeving; h. het verstrekken van de vereiste informatie aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 22 Aanbesteding

Het college draagt er zorg voor dat wordt opgenomen in de “algemene regeling budgethouderschap gemeente Staphorst” de voorwaarden voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 november 2009.

  • 2 Bij de inwerkingtreding van de verordening vervalt: de “Financiële verordening gemeente Staphorst 2006” zoals vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 20 december 2005.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Staphorst 2009”.