Regeling vervallen per 14-11-2013

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs

Geldend van 01-01-2007 t/m 13-11-2013

Intitulé

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs.

Artikel 1

  • 1 Aan kerkelijke gemeenten, kerken of rechtspersonen bedoeld in artikel 51 WPO, wordt op hun verzoek subsidie toegekend voor het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de scholen van het primair onderwijs in de gemeente Staphorst.

  • 2 Het verzoek daartoe dient te worden gericht aan het college van de gemeente Staphorst.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder godsdienstonderwijs: het onderricht in de bijbel, bijbelse geschiedenis, godsdienstgeschiedenis en cultuurgeschiedenis van het Christendom.

Artikel 3

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs berust bij de kerkelijke instantie, die dit onderwijs verzorgt.

Artikel 4

De voor het geven van godsdienstonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda, hetzij voor het openbaar of bijzonder onderwijs, hetzij voor enige kerk of voor enige politieke partij. Zij onthouden zich ook van uitlatingen en handelingen, welke kwetsend zijn voor de levensbeschouwing van anderen en gedragen zich overigens naar de aanwijzingen van de directeur van de school. Zij voorzien de directeur van de school van alle gewenste, relevante informatie.

Artikel 5

Voor de genoemde subsidie komen alleen in aanmerking de lessen, welke:

a. gegeven worden aan leerlingen van maximaal twee van de hoogste drie groepen (groep 6,7, en 8) van scholen van het primair onderwijs;

b. gevolgd worden door ten minste 15 leerlingen (wettelijke teldatum);

c. uitsluitend bezocht worden door leerlingen van wie de ouders, voogden of verzorgers geen bezwaar maken, dat hun kind godsdienstonderwijs ontvangt;

d. een tijdsduur hebben van tenminste 45 minuten.

Artikel 6

De tegemoetkoming mag middellijk noch onmiddellijk aan de school ten goede komen.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie als vermeld in artikel 1 dient de door de in dat artikel bedoelde instantie eenmaal, binnen twee maanden, na afloop van het schooljaar te worden ingediend bij het college, onder opgave van:

a. de namen van de degenen, die met het geven van het godsdienstonderwijs belast zijn geweest in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

b. voor elke basisschool afzonderlijk het aantal lesuren gedurende welke dit onderwijs werd gegeven;

c. de dagen en uren, gedurende welke deze lessen werden gegeven;

d. de aantallen leerlingen, die per groep de lessen hebben bijgewoond.

Deze opgave wordt vóór de inzending door de directeur van de desbetreffende school voor akkoord getekend.

Artikel 8

De subsidie wordt berekend naar het wettelijk salaris, waarop de godsdienstleraar aanspraak zou hebben gemaakt, indien hij/zij als vakonderwijzer, bezoldigd naar salarisschaal LA, behorende bij het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel in dienst van de gemeente was geweest en naar het aantal wekelijkse lesuren met voorbereidingstijd (45 minuten les en 33 minuten voorbereiding).

Artikel 9

In alle gevallen waarin deze verordening hetzij niet voorziet, hetzij tot onbillijkheden zou leiden beslist het college.

Artikel 10

Deze verordening kan worden uitgeduid als "verordening subsidiering godsdienstonderwijs". Zij wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2007. Op deze datum vervalt de verordening tot regeling van de tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van de openbare en van de bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs in de gemeente Staphorst.