Regeling vervallen per 04-01-2012

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 03-01-2012

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006

De raad van de gemeente Staphorst;  

gezien het voorstel van het college d.d. 15 november 2005.

gelet op de bepalingen van de Wet op de lijkbezorging en de Gemeentewet;  

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006'

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in de woonkernen Staphorst, Rouveen en IJhorst;

  • b.

    eigen graf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken;

  • c.

    algemeen graf: een graf, in eigendom van de gemeente, bestemd tot het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van urnen of asbussen, bevattende de as van overledenen;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • g.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het doen begraven en begraven houden van urnen of asbussen in een eigen urnengraf;

  • h.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven in een eigen graf of een eigen urnengraf;

  • i.

    afdeling beheer: de afdeling die zorgdraagt voor het beleid, beheer en de administratie van de begraafplaatsen;

  • j.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • k.

    bestuursorgaan: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Staphorst;

  • l.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuursorgaan een grafrecht wordt verleend;

  • m.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een eigen graf of eigen urnengraf;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • o.

    de wet: De wet op de Lijkbezorging.

Hoofdstuk 2 Beheer, indeling en administratie van de begraafplaatsen

Artikel 2 Beheer

Het beheer van de begraafplaatsen wordt gevoerd door de afdeling Burgerzaken, onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met: a. de aanwezige administratie van de begraafplaatsen; b. de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen; c. het onderhoud van de begraafplaatsen; d. het delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 3

  • 1 De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en urnen of asbussen met as van personen.

  • 2 Het bestuursorgaan kan van het eerste lid afwijken en nadere regels stellen, welke worden omschreven in een uitvoeringsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

Artikel 4 Indeling

  • 1 Het bestuursorgaan regelt de indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 2 Het bestuursorgaan draagt ervoor zorg, dat er een gewaarmerkte plattegrondtekening gemaakt waarop de grafruimten genummerd zijn aangegeven.

Artikel 5 Administratie

  • 1 De administratie bevat een register van alle overledenen, met hun namen, datum van geboorte en datum van overlijden. In dit register wordt tevens vermeld de dag van de begraving, het gedeelte van de begraafplaatsen waarin dat is geschied en het nummer van het graf.

  • 2 Dit register is openbaar (zie art. 27 van de wet).

  • 3 De administratie bevat een register van de rechthebbenden van de graven met hun namen adressen en datum van geboorte. Dit register is niet openbaar. 

  • 4 De rechthebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het bestuursorgaan door te geven.

  • 5 Van het in het tweede lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges, een afschrift van hun grafakte verkrijgen.

Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 6 Openstelling

  • 1 De begraafplaatsen zijn kosteloos voor eenieder toegankelijk.

  • 2 De openingstijden zijn, behoudens door het bestuursorgaan te verlenen ontheffing, van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 3 De tijd van het begraven van stoffelijke resten en van urnen en asbussen is op maandag t/m zaterdag van 09:00 uur tot 17:00 uur.

  • 4 Het tijdstip van begraven van stoffelijke resten en urnen c.q. asbussen wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande(n) vastgesteld.

  • 5 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek is geopend zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of het begraven van een urn/asbus. 

  • 6 Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 7 Ordemaatregelen

  • 1 Het is verboden op de begraafplaatsen:a. zich op hinderlijke wijze te gedragen; b. te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden; c. op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf; d. op de graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen; e. gedenktekens te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;f. honden mee te voeren, met uitzondering van aangelijnde honden; g. dieren te begraven; h. te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen; i. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene; j. werkzaamheden aan grafbedekkingen door derden te laten verrichten, behoudens artikel 22 en 25 van deze verordening.

  • 2 Het is verboden op de begraafplaatsen: a. rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaatsen te verrichten werkzaamheden;b. met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden. 

  • 3 Het Bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in aanhef a van lid 2.

  • 4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5 In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaatsen worden ontzegd.

  • 6 Ter handhaving van de orde op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot de begraafplaatsen worden ontzegd.

Artikel 8 Plechtigheden

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de afdeling beheer onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 

  • 2 Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 9 Volgorde van uitgifte

  • 1 Graven worden slechts uitgegeven voor directe begraving en aansluitend op de reeds uitgegeven graven.

  • 2 Er bestaat geen mogelijkheid om van te voren een grafruimte te reserveren.

  • 3 Bij overlijden van een partner of een kind kan/kunnen: a. de andere partner/de ouders - in geval van een 1-diep graf - één of twee naastliggende graven extra kopen; b. de andere partner/de ouders - in geval van een 2-diep graf - één naastliggend graf extra kopen. 

  • 4 Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor de indeling van de begraafplaatsen, de bestemming van de gravenvelden en het aantal te begraven lijken of te begraven urnen/asbussen vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 10 Indeling graven

  • 1 Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:a. eigen graven : 1 diep en 1 en 2 diep (uitsluitend nw begrpl Staphorst); b. eigen urnengraven : 1 diep ; c. algemene graven : 1 diep en 1 en 2 diep (uitsluitend nw begrpl Staphorst). 

  • 2 In een eigen graf, 1 diep of eigen urnengraf kan: a. maximaal een lijk worden begraven; b. maximaal twee urnen/asbussen worden begraven. 

  • 3 In een eigen graf, 2 diep kunnen maximaal twee lijken worden begraven. Bij ingebruikneming van zo'n graf wordt de eerst overledene altijd 2-diep begraven.

  • 4 Tevens zijn combinaties van de leden a en b mogelijk, mits er per begraaflaag maximaal één lijk of twee urnen/asbussen worden begraven.

Artikel 11 Termijnen eigen en algemene graven en eigen urnengraven

  • 1 Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot of een urn/asbus kan echter na afloop van de termijn in een eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2 Eigen graven en eigen urnengraven worden uitgegeven voor een termijn van 30 jaren. De termijn vangt aan op het moment dat de grafrechten worden aangekocht. Na afloop van de termijn van 30 jaar kan deze telkens met een termijn van maximaal 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.  

  • 3 Een uitsluitend recht als bedoeld in het tweede lid kan slechts aan één rechthebbende worden verleend. Het geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 4 Het in het in het tweede lid bedoelde uitsluitend grafrecht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges een afschrift van de grafakte verkrijgen.

Artikel 12

Een urn/asbus kan worden begraven in een eigen urnengraf. De bepalingen van deze verordening ten aanzien van eigen en algemene graven en het begraven van stoffelijke overschotten zijn ook bij het begraven van een urn/asbus zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Voorschriften voor begraving

Artikel 13

  • 1 De rechthebbende die wil doen begraven, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving zal plaatsvinden vóór 12:00 uur, schriftelijk kennis aan de gemeente. De zaterdag en zondag gelden niet als werkdag. 

  • 2 Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven of verbranden, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan. 

  • 3 Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of verbranding of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd. 

  • 4 Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven of verbrand, dient behalve het in het derde lid bedoelde verlof of document ook het in het tweede lid bedoelde verlof van de burgemeester te worden overgelegd.

Artikel 14

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Begraving in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.

Artikel 15

  • 1 De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 door de afdeling beheer i.o.m. de beheerder. 

  • 2 Tot de begraving wordt niet overgegaan dan nadat: a. de beheerder - indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 13 en 14 opgenomen vereisten is voldaan - hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaatsen heeft verleend; b. alleen bij begraving van een stoffelijk overschot : het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijden- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.

Artikel 16 Gebruik lijkhoezen

  • 1 Rechthebbenden gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de 'witte lijst' van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB). 

  • 2 Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

Hoofdstuk 6 Tarieven

Artikel 17

De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de raad en openbaar gemaakt in de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten

Hoofdstuk 7 Overschrijving grafrechten

Artikel 18

  • 1 Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan de afdeling beheer van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon. 

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.  

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het bestuursorgaan bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.  

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een (urnen)graf dat inmiddels is geruimd of waarvan de 30 jaar termijn is verlopen en niet is verlengd. 

  • 5 De rechthebbende is een natuurlijk persoon met een direct belang bij het graf;

  • 6 Over elke overdracht of overschrijving zijn de daarvoor vastgestelde rechten verschuldigd.

Hoofdstuk 8 Einde grafrechten

Artikel 19

  • 1 De grafrechten vervallen:a. door het verlopen van de termijn; b. indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht; c. indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven. 

  • 2 Het bestuursorgaan kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van het grafrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied; b. indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een (urnen)graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 18, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven. 

  • 3 In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten. 

  • 4 Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan gedurende twaalf weken voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

Hoofdstuk 9 Het schudden en/of ruimen van graven

Artikel 20

  • 1 Het bestuursorgaan kan een grafruimte waarvan de grafrechten zijn vervallen of waar van afstand is gedaan door de rechthebbende opnieuw uitgeven voor begraving met een uitsluitend recht van 30 jaar.

  • 2 De burgemeester kan toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledene in een grafruimte genoemd in lid één van dit artikel te doen verzamelen en opnieuw is dezelfde grafruimte te laten begraven (schudden). 

  • 3 De burgemeester kan de rechthebbende op een eigen graf toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledene(n) die zich bevinden in dat graf te doen verzamelen zodat deze elders - op een andere begraafplaats - opnieuw kunnen worden begraven. 

  • 4 De burgemeester kan de rechthebbende op een eigen urnengraf toestemming verlenen om de urn/asbus te doen opgraven zodat deze elders - op een andere begraafplaats - kan worden begraven of worden bijgezet.

  • 5 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn de burgemeester schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een graf elders. 

  • 6 Bij gebruikmaking van het tweede, derde, vierde en vijfde lid van dit artikel worden de desbetreffende artikelen van de wet en de wettelijke grafrusttermijn in acht genomen.

Artikel 21

  • 1 Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en verzamelen van stoffelijke resten, geschiedt uitsluitend door de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen personen.

  • 2 Het herbegraven van stoffelijke resten zoals bedoeld in artikel 20 lid 2 en 5 geschiedt uitsluitend door de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen personen.

  • 3 Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 10 Grafbedekkingen

Artikel 22 Plaatsen grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning van het bestuursorgaan nodig.

  • 2 Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van heesters of andere beplantingen heeft het bestuursorgaan nadere regels gesteld, omschreven in het bij deze verordening behorende uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven. 

  • 3 Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels. 

  • 4 Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien: a. niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaatsen; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.  

  • 5 Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op algemene- en eigen (urnen)graven geschiedt door of namens de rechthebbende.

  • 6 Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende.  

  • 7 Op een algemeen graf kan slechts een grafbedekking worden aangebracht indien het graf vol is.

Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken na de begraving ter beschikking gehouden van de rechthebbende van de grafruimte.

Artikel 24 Onderhoud door de gemeente

Het bestuursorgaan voorziet in het schoonhouden van de begraafplaats en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

Artikel 25 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te her stellen.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.  

  • 3 Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het bestuursorgaan direct maatregelen treffen.  

  • 4 Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het bestuursorgaan tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.

Artikel 26

  • 1 De in artikel 20 bedoelde grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht. 

  • 2 Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, vandalisme, ontploffing en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een opgraving is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 3 Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of urn/asbus in een eigen- of algemeen (urnen)graf of een bestaand familiegraf geschiedt voor risico van de rechthebbende.

  • 4 Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Artikel 27 Verwijderen grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het bestuursorgaan worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een kennisgeving in het publicatiekastje op de begraafplaats en door middel van een verwijzing bij het grafmonument door het bestuursorgaan bekendgemaakt, tenzij het adres van de betrokkene(n) bekend is. In dat geval maakt zij het voornemen per brief bekend. 

  • 3 De in het tweede lid bedoelde grafbedekking wordt gedurende twaalf weken na verwijdering ter beschikking gehouden van de betrokkene(n).

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien de grafbedekking niet binnen de in lid drie genoemde termijn is afgehaald.

Hoofdstuk 11 Historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 28

  • 1 Het bestuursorgaan kan een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het bestuursorgaan of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 De raad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 12 Klachten

Artikel 29

  • 1 Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen. 

  • 2 Het bestuursorgaan beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen. 

  • 3 Het bestuursorgaan brengt deze beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van de klager.

Hoofdstuk 13 Slotbepalingen

Artikel 30

Door vestiging van een grafrecht onderwerpt een rechthebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Artikel 31

Een exemplaar van deze verordening kan éénmalig aan de belanghebbende worden verstrekt; meerdere exemplaren zijn tegen betaling verkrijgbaar.

Artikel 32

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 33 Intrekking oude regeling

Deze verordening treedt in werking onder gelijktijdige intrekking van de 'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2003', vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2003.

Artikel 34 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen genoemd in deze verordening kan, door het bestuursorgaan, gestraft worden met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Staphorst 2006'.