Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR49093
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR49093/1
Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren
Geldend van 10-12-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009
Intitulé
Tijdelijke regels Wet investeren in jongerenDe raad der gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 18 november 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12 van de Wet investeren in jongeren;
overwegende,dat het noodzakelijk is tot de datum waarop de verordeningen als bedoeld in de Wet investeren in jongeren in werking treden, voor een beperkte periode regels te stellen die waarborgen dat de uitvoering van de wet zoveel mogelijk in overeenstemming met de Wet werk en bijstand en de in dat kader vastgestelde verordeningen plaatsvindt;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende: Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren
PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet investeren in jongeren;
b. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stede Broec.
PARAGRAAF 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN Wwb
Artikel 2. Werkleer aanbod
De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleer aanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:
- 1.
De voorzieningen die op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand
aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen
worden aangeboden, kunnen door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werkleer aanbod.
2. In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:
a. onbeloonde additionele arbeid zoals bedoeld in artikel 10a van de Wet werk en
bijstand;
b. premies voor werkaanvaarding of scholing;
c. vrijlating van inkomsten, en
d. onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.
Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening
De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:
1. Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1 tot en met 15
van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing;
2. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de
inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 11 tot en
met 13 van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige
toepassing;
3. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige
verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen 9 en 10 van de
Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing;
4. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen
als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, is artikel 15 van de
Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik
De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:
De in de Fraudeverordening Wwb gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5. Cliëntenparticipatie
De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden
betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:
De in het Reglement adviesraad Maatschappelijke Ondersteuning en Sociale Zekerheid (MOSZ) van de gemeente Stede Broec gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6. Het verhogen en verlagen van de norm
De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:
De in de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.
PARAGRAAF 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening,
als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8. Inwerkingtreding en geldingsduur
Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie en heeft terugwerkende kracht tot 1 oktober 2009. De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. De regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met
6 alle zijn komen te vervallen, doch uiterlijk tot 1 april 2010.
Artikel 9. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regels Wet investeren in jongeren
gemeente Stede Broec.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Stede Broec, gehouden op 3 december 2009.
De raadsgriffier, De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl