Regeling vervallen per 01-04-2012

Verordening langdurigheidstoeslag

Geldend van 17-09-2009 t/m 31-03-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag

De raad der gemeente Stede Broec;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 19 augustus 2009;

gezien het positieve advies van 18 augustus 2009 van de Commissie Publiekszaken;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet alsmede artikel 8 lid 1 en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening Langdurigheidstoeslag:

Een ogenblik geduld, bezig met zoeken..

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Wet: de Wet werk en bijstand.

  • c.

    Referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

  • d.

    Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

  • e.

    Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.

  • f.

    Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onder c van de wet.

  • g.

    Uitkeringsgerechtigde: persoon bedoeld in artikel 1 onder o van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1.

    Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 105% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2.

    Ten aanzien van perioden waarin een belanghebbende is uitgesloten van het recht op bijstand wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100% van de bijstandsnorm.

  • 3.

    Ten aanzien van perioden waarin bij gehuwden één echtgenoot is uitgesloten van het recht op bijstand worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100% van de gehuwdennorm, waarbij voor ‘bijstandsnorm’ gelezen moet worden ‘gehuwdennorm’.

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt 40% van de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    De langdurigheidstoeslag wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

  • 3.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 4.

    Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of als alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2009.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Stede Broec, gehouden op 3 september 2009.

De raadsgriffier, De voorzitter,