Mandaatregeling Recreatieschap Westfriesland 2017

Geldend van 04-07-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2017

Intitulé

Mandaatregeling Recreatieschap Westfriesland 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a)

    ambtenaar: de medewerker in dienst van de gemeente Stede Broec die een functie bekleedt welke is ingesteld ten behoeve van werkzaamheden voor de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Westfriesland;

  • b)

    besluit: het verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen, waaronder ook wordt verstaan het treffen van voorbereidingshandelingen en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen;

  • c)

    mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • d)

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • e)

    recreatieschap: Gemeenschappelijke Regeling het Recreatieschap Westfriesland.

Artikel 2 Inhoud mandaat

Het mandaat omvat naast het nemen van besluiten, tevens het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals:

  • a)

    het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;

  • b)

    het verzenden van ontvangstbewijzen;

  • c)

    het voeren van overige correspondentie;

  • d)

    het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen;

  • e)

    het verzorgen van publicaties.

Artikel 3 Algemeen mandaat

Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur, de voorzitter en de secretaris van het recreatieschap en het college van burgemeester en wethouders van Stede Broec, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, verlenen aan de ambtenaar het mandaat, de volmacht en de machtiging om alle besluiten te nemen en alle rechtshandelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van hun taken en bevoegdheden nodig zijn met in achtneming van de voorwaarden genoemd in artikel 4.

Artikel 4 Voorwaarden mandaatverlening

  • 1. De gemandateerde is niet bevoegd om in mandaat te besluiten, indien:

    • a.

      het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften;

    • b.

      het besluit niet de taken binnen de functieomschrijving van de ambtenaar behoord;

    • c.

      het besluit niet met een collega is afgestemd (4 – ogenprincipe);

    • d.

      het een klacht betreft over een medewerker van het recreatieschap;

    • e.

      het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt;

    • f.

      de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;

    • g.

      het een besluit betreft waarmee algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of beleid worden vastgesteld dan wel anderszins bevoegdheden betreft waarvoor ingevolge de Algemene wet bestuursrecht of in enig ander wettelijk voorschrift is bepaald dat mandaat niet kan worden verleend;

    • h.

      aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben;

    • i.

      Indien het voorgenomen besluit kan leiden tot bestuurlijke afbreuk;

    • j.

      Het instellen van een beroep en hoger beroep;

    • k.

      Het besluit personele aangelegenheden betreft of rechtspositie van een of meerdere ambtenaren raakt;

  • 2. Het mandaat voor de bevoegdheid inzake het afsluiten van overeenkomsten geldt voor zover de uitoefening plaatsvindt conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid geldend voor de gemeente Stede Broec.

  • 3. De gemandateerde moet de instructies van de mandaatgever opvolgen.

Artikel 5 Uitzonderingen en instructies

De hoofdregel is dat alle bevoegdheden aan de ambtenaar zijn (onder) gemandateerd en dat deze ambtenaar gemachtigd is om de uitvoeringshandelingen uit te voeren die noodzakelijk zijn voor zijn werk. Dit volgt uit artikel 3 en 4 van de Mandaatregeling.

In deze Mandaatregeling is ook een aantal algemene uitzonderingen opgenomen in artikel 4. Als één van deze uitzonderingen zich voordoet is niet de ambtenaar bevoegd maar in de meeste gevallen het dagelijks bestuur. De ambtenaar wordt voldoende taakvolwassen geacht om zelfstandig de afweging te kunnen maken of hij de beslissing namens het bevoegde orgaan kan nemen.

Het mandaat is begrensd tot bevoegdheden die voortvloeien uit de werkzaamheden die binnen een afdeling worden uitgevoerd en tevens functioneel noodzakelijk zijn.

Daarnaast bestaat er een aantal specifieke onderwerpen waarvan de bevoegdheid niet door de ambtenaar kan worden uitgevoerd zonder een nadere instructie in acht te nemen. Hieronder de lijst met onderwerpen en desbetreffende instructie. De besluitvorming op onderstaande gebieden heeft betrekking op toekenning, afwijzen en niet ontvankelijk verklaren en ondertekening. Als de instructie niet wordt opgevolgd kan dat consequenties hebben voor de rechtsgeldigheid van het besluit. De instructies luiden als volgt;

  • a)

    Behandeling van klachten: Besluitvorming en ondertekening, conform de Klachtenverordening;

  • b)

    Behandelen van ingediende schadeclaims: Boven eigen risico in overleg met verzekeraar;

  • c)

    Het instellen van beroep en hoger beroep, procesbesluit: Dit blijft de bevoegdheid van het dagelijks bestuur;

  • d)

    P&O zaken: blijven de bevoegdheid van het college van Stede Broec na advies van het dagelijks bestuur;

  • e)

    Overeenkomsten: mits conform inkoop- en aanbestedingsbeleid

    • Enkelvoudig onderhands door medewerker, mits na overleg en afstemming met budgetbeheerder.

    • Meervoudig onderhands door afdelingshoofd, mits na overleg en afstemming met budgethouder.

    • Nationale en Europese aanbestedingsprocedures: niet bevoegd. Besluit via het dagelijks bestuur.

  • f)

    Afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid

    • niet tenzij toestemming van dagelijks bestuur.

Artikel 6 Ondertekeningswijze bij mandaat

Bij de uitoefening van een mandaat, verleend door het algemeen bestuur worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

Hoogachtend, / Met vriendelijke groet,

namens het algemeen bestuur van het Recreatieschap Westfriesland

<handtekening gemandateerde>

gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam.

Bij de uitoefening van een mandaat, verleend door het dagelijks bestuur worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

Hoogachtend, / Met vriendelijke groet,

namens het dagelijks bestuur van het Recreatieschap Westfriesland

<handtekening gemandateerde>

gevolgd door de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juni 2017.

Artikel 8 Intrekking oude regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a.

    Mandaatregeling SOW 1994;

  • b.

    Mandaat Recreatieschap Westfriesland 2013

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Recreatieschap Westfriesland 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 12 juni 2017.

Het algemeen bestuur

De voorzitter

de secretaris

Het dagelijks bestuur,

De voorzitter

de secretaris

De voorzitter,

De secretaris,

Het college van burgemeester en wethouders van Stede Broec,

De burgemeester,

de secretaris